Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DEn last van Moab. Want inder nacht is verwoest Ar Moab, si heeft gesweghen, want inder nacht is verwoest Ga naar margenoot* die muere,) Moab heeft gheswegen.

2

Ga naar margenoot* Dat huys ghinck op, ende Dibon tot die hoochten, om te weenen op Nabo, ende op Medeba sal Moab huylen, In allen sinen hoofden is caluheyt,) alle sinen baert sal gheschoren worden.

3

In sinen drie wechscheyden, zijn si metten sack ghegordet, op daer daken ende in haer straten, sal si alle huylinghe nederdalen met schreyinghe.

4

Hesebon sal roepen, ende Eleale, ende haer stemme sal verhoort worden tot Ga naar margenoot* Iasa) toe. Op dit stuck sullen die bereyde ter oorloghen van Moab huylen, haer ziele sal haer seluen huylen.

5

Ga naar margenoot+Mijn herte sal tot Moab roepen, haer hantboomen zijn gheulucht tot Ga naar margenoot* Segor, dat driemael gheslaghen nedergheuelt calf,) Want door den opganck van Luhith in weeninghe salt opgaen, ende inden weghe Horonaim, sullen si roepinghe der droeffenissen opheffen.

6

Ga naar margenoot+Want die wateren Nemrim sullen verwoest zijn, want dat cruyt is verdorret, ende die spruyt is vergaen, ende alle dat groene is verstoruen.

7

Na die grootheyt des wercs is oock haer besoeckinghe, Si sullense leyden tot die beke der willighen,

8

want den roep sal ommegaen, Ga naar margenoot+ Die palen van Moab haer huylinghe is tot Ga naar margenoot* Gallini,) ende zijn roepinghe totten putte Helim,

9

Want die wateren van Ga naar margenoot* Dybon) zijn veruult metten bloede, Want ick sal stellen toedoen ouer Dybon, den ghenen die vlieden den leeuwe van Moab, ende den ouerblijuende des lants.

§ Van dat lamme den beminden des heerschappers des aertrijcs. Ende dat dat ouerblijfsel salich sal worden.

margenoot+
A
margenoot*
the. Kir. Ie. xlviij.f Eze. vij.e.

margenoot*
the. Si is op die hooghete tot Baith, ende Dybon gegaen, om te weenen Moab sal huylen op Nebo ende Medaba, ende al haer hoofden zijn kael.

margenoot*
th. Ihaz.

margenoot+
B
margenoot*
the. Zoar dat drieiarige calueren waren

margenoot+
C

margenoot+
D
margenoot*
h. Eglaim

margenoot*
th. Dimon

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken