Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xli. Capit.

1

Ga naar margenoot+ENde tgheuiel in dye .vij. maent dat Ismael Nathanias sone Ga naar margenoot* des soons Maasie) die Elisama sone was, vanden coninclijcken zade, quam, ende des conincs edele lieden ende .x. mannen met hem in Masphat, tot Godoliam Ahicans sone, ende aten te ghadere broot in Masphat,

2

Ende Ismael Nathanias sone stont op, ende .x. mannen die met hem waren, ende versloegen metten swaerde Godoliam Ahicans sone, die Saphans sone was ende sloeghen hem doot, dien die coninc van Babilonien bouen dat lant gheset hadde.

3

Ga naar margenoot+Ende Ismael versloech ooc al die Ioden die met Godolia waren in Masphat, ende dye Caldeeusche die hi daer vant, ende al die mannen die strijtbaer waren,

4

Ende des anderen daechs, na dien dat hi Godoliam doot geslagen hadde, eert noch yemant wist,

5

so quamen daer mannen van Sichem, ende van Silo, ende van Samarien .lxxx. mannen, die den baert ghescoren hadden, ende haer cleederen gheschoert, ende die Ga naar margenoot* mismaect) waren, ende si hadden Ga naar margenoot* ghiften) ende wieroock in die handt, op dat zijt offeren souden in des HEEREN huys,

6

Ende Ismael Nathanias sone wtgaende van Masphat in haer gemoet, ghinck af weenende ende al schreyende.

Ga naar margenoot+ Ende doen hy hen te ghemoet gecomen was, seyde hi tot hen, Coemt tot Godoliam Ahicans sone,

7

Ende doen si gecomen waren totter middewaert vander stadt, so sloechse Ismahel Nathanias sone doot, omtrent die middewaert vanden putte, hi ende die mannen die met hem waren,

8

Ende onder hen waren .x. mannen gheuonden, die tot Ismael seyden, En wilt ons niet doot slaen, want wy hebben in eenen acker een schat van tarwen, ende van geersten, [kolom] ende van olien, ende van honich, Ende hi hielt op, ende en sloechse niet doot, met zijn broeders.

9

Ga naar margenoot+Ende den put daer Ismael in geworpen hadde alle die lichamen vanden mannen die hy versloech om Godolias wille, is dien die de coninck Asa maecte, om Baasa des conincs van Israels wille, Ende Ismael Nathanias sone vulde dien put metten verslagenen mannen,

10

Ende Ismael leyde geuangen al die ouer gebleuen vanden volcke, die in Masphat waren, des conincs dochteren, ende al dat volc, die gebleuen waren in Masphat, die Nabuzardan die velthooftman beuolen hadde Godolie Ahicans sone, Ende Ismael Nathanias sone vincse, ende hi ginc wech, om dat hy ouer trecken soude, tot Ammons kinderen,

11

Ende Iohannan Caree sone heeft gehoort, ende alle die princen vanden krijschknechten die met hem waren, alle dat quaet dat Ismael Nathanias sone gedaen hadde,

12

ende si namen met hen al die mannen, ende si reysden wech, om dat si vechten souden tegen Ismael Nathanias sone, ende si vonden hem bi veel wateren die in Gabaon zijn

13

Ga naar margenoot+Ende als al dat volc dat met Ismael was, gesien had Iohannan Caree sone, ende al die princen vanden crijsknechten die met hem waren, so werden si verblijt,

14

Ende al die gene die Ismael geuangen hadde, in Masphat, keerden weder, ende ginghen wech tot Iohannan Caree sone,

15

Ende Ismael Nathanias sone vloot met .viij. mannen van Iohannan aensichte, ende ghinck wech totten kinderen van Ammon,

16

Dus nam Iohannan Caree sone, ende al die hooftluiden die crijsknechten die met hem waren, alle die ouerbleuen vanden volcke die si weder gebracht hadden, van Ismael Nathanias sone van Masphat, na dien dat hi Godoliam Ahicans sone verslagen hadde. Die stercke mannen totten strijde, ende dye vrouwen ende kinderen ende ghelubde camerlinghen, dye hi weder ghebracht hadde van Gabaon,

17

Ende si gingen wech, ende saten als vremdelingen in Ga naar margenoot* Camaam) dat neuen Bethleem is, Om dat si wech reysen souden, ende gaen in Egypten

18

vander Caldeeuscer aensichte, Want si ontsagense, om dat Ismael Nathanias sone verslagen hadde Godoliam Ahicans sone, dien die coninc van Babylonien bouen dat lant van Iuda gheset hadde.

§ Hoe dat ouerbleuen volck Ieremiam badt, dat hi voor hen wilde raet vraghen, Ende hy antwoorde, En wilt niet in Egypten trecken

margenoot+
A
margenoot*
Ten is niet int heb.

margenoot+
B

margenoot*
th. gecrabt
margenoot*
h. spijsoffer

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
E

margenoot*
th. Cimham.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken