Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ D .iiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde ghi des menschen sone, neemt ghi een tichgele, ende ghi sult die voor v leggen, ende ghi sult daer in bescriuen die stadt van Ierusalem,

2

Ende ghi sult tegen haer stellen die belegginge, ende ghi sult bolwercken stichten, ende te gader dragen eenen dijck, ende ghi sult teghen haer geuen heerleghers, ende sult rontsomme Ga naar margenoot* rammen) stellen.

3

Ende neemt v een yseren panne, ende ghi [kolom] sult die setten tot eenen yseren muer, tusschen v, ende tusschen die stadt, ende ghi sult v aensicht tot haerwaert keeren, ende si sal zijn belegen, ende ghi sultse belegghen. Dit is een teeken den huyse van Israel.

4

Ende ghi sult slapen op v slincke side, ende ghi sult setten dye Ga naar margenoot* boosheden) des huys van Israel Ga naar margenoot* inden getale vanden dagen) in die welcken ghi slapen sult op dye side, Ga naar margenoot+ sult ghi aennemen haer Ga naar margenoot* boosheden)

5

Want ic hebbe v ghegheuen die iaren haerder Ga naar margenoot* boosheyt) inden getale van dagen drie hondert ende tnegentich dagen, So lange sult ghi dragen des huys van Israels boosheyt.

6

Ende als ghi sult voldaen hebben, soo sult ghi anderwerf op v rechte side slapen, ende ghy sult aennemen des huys van Iuda Ga naar margenoot* boosheyt,) veertich dagen, Den dach voor een iaer, Ia immer den dach voor een iaer hebbe ic v gegheuen,

7

Ga naar margenoot+Ende ghi sult v aensicht keeren totter belegginghe van Ierusalem, ende uwen arm sal wtsteken ende ghi sult teghen haer propheteren,

8

Siet, ick hebbe v omuangen met banden, ende ghy en sult v niet omkeeren van uwer siden, op die andere side, voor dat ghi voldaen sult hebben, die dagen dijns beleggens.

9

Ende ghi, neemt voor v tarwe, ende gerste, ende boonen, ende vitzen, ende ghort, ende wicken, ende legt dese dingen in een vat ende ghy sult soo mennich broot maken, naden getale der daghen die ghi slapen sult op uwe side.

Drie hondert ende tneghentich dagen sult ghi dat eten.

10

Ende die spijse die ghi eten sult, sal zijn in gewichte twintich Ga naar margenoot* stateren) inden dage, Van eenen tijt totten anderen tijt, sult ghi dat eten,

11

ghi sult drincken water bi maten dat sestendeel van Hin, Vanden eenen tijt totten anderen tijt, sult ghi dat drinken,

12

Ga naar margenoot+Ende een ghersten broot onder dye asschen ghebacken sult ghi eten, ende ghy sult dat broot ouerdecken in haeren oogen, met drecke die wt den mensche coemt.

13

Dit seyt die HERE, Aldus sullen die kinderen van Israel haer broot besmet eten onder den heydenen, daer icse toe wt verdriuen sal.

14

Ende ick seyde, Ah, Ah, Ah, HEERE God.

Siet mijn siele en is niet besmet, ende ic en hebbe niet gegeten gedoode lichamen noch dat vanden beesten verschuert is, van mijnre kintsheyt tot nv, ende gheen onsuyuer vleesch en is in minen monde ghecomen.

15

Ende hi seyde tot mi, Siet, ick hebbe v ghegeuen coeyen dreck, voor menschen dreck, ghi sult daer in v broot maken,

16

Ende hi seyde tot mi.

Ga naar margenoot+ Des menscen sone, siet, ic sal in Ierusalem in twee wriuen den stock vanden broode, ende si

[pagina Q2r]
[p. Q2r]

sullen haer broot eten, bi gewichte ende in sorghen, Ga naar margenoot+ ende si sullen water drincken in maten, ende in benautheyt,

17

op dat als dat broot ende dat water ghebreken sal, dat elc Ga naar margenoot* vallen sal aen sinen broeder) ende dat si verdwinen sullen in haer boosheden.

§ Van des volcs rechten ende oordeelen ende Gods recht ende oordeel Ende van dat toecoemende quaet ouer Ierusalem

margenoot+
A

margenoot*
the. hooftlieden

margenoot*
h. misdaden
margenoot*
th. so menigen dach.
margenoot+
B
margenoot*
h. misdaden

margenoot*
h. misdaet

margenoot*
h. misdaet

margenoot+
C

margenoot*
th. Sikelen

margenoot+
D

margenoot+
E
margenoot+
Esaie. iij.

margenoot*
th. met sinen broeder trueren sal

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken