Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+Ga naar margenoot* IN uwer kelen sal een basoene zijn) ghelijc een arent op thuys des HEEREN om dat si mijn verbont ouergetreden hebben, ende hebben mijn wet ouerghetreden,

2

Si sullen mi aenroepen, Mijn Godt, wi volc van Israel, hebben v bekent.

3

Ga naar margenoot+Israel heeft tgoet van hem gheworpen, des sal die viant hem veruolgen,

4

Si hebben Ga naar margenoot* geregeert) ende niet wt mi, si hebben princen Ga naar margenoot* geweest) ende ic en hebse niet bekent. Haer gout ende siluer hebben si tot afgoden gemaect, op dat si vergaen souden.

5

V calf is wech gheworpen, o Samarien, Mijn gramscap is toornich geworden tegen hen, Hoe lange en hebben si niet gereynicht mogen worden.

6

Want tis wt Israel. Die constenaer heeft tcalf gemaect Ende ten is geen god Ga naar margenoot+ Want in Ga naar margenoot* spinnegheweb) sal tcalf van Samarien veranderen,

7

Want si Ga naar margenoot* sullen wint zaeyen ende) onweder maeyen, Ga naar margenoot* Een stroo staende, in hen en is gheen vrucht, ende ten sal gheen meel maken,) Ende ist sake dattet doet, die vremde sullent eten.

8

Israel is verslonden, ende geworden onder die Ga naar margenoot* geslachten) als een onreyn vadt,

9

Want si op geclommen zijn tot dien van Assirien Ga naar margenoot* Ephraim is hem seluen, als een eenich wilt ezel, Sy hebben haeren liefhebbers gauen gegeuen,

10

ende oock die

[pagina V3v]
[p. V3v]

geslachten hebben si met loon gehuert, Ic salse nv vergaderen, ende si sullen een weynich rusten) vanden last des conincs ende der princen.

11

Want Ephraim heeft vermenichfuldicht die altaren, om te sondighen, Ende die altaren zijn hem geworden tot misdaet,

12

Ic Ga naar margenoot* sal hem scriuen) mijn wetten menigerley, Ga naar margenoot* die als vremde zijn gerekent,) Ga naar margenoot+

13

Si sullen Ga naar margenoot* offerande offeren, si sullen vleesch offeren, ende etent,) ende die HERE en salse niet ontfangen, Nv sal hy haer misdaet ghedencken, ende sal haer sonden versoecken, si sullen gekeert worden in Egypten,

14

Ende Israhel heeft vergheten zijns makers, ende heeft Ga naar margenoot* tempelen) der afgoden getimmert Ende Iuda heeft vermenichfuldicht veel vaste steden, Ende ick sal een vier in sinen steden seynden, ende tsal verslinden zijn huysen

§ Van die dierte ende honger van Samarien, Ende die verworpinge der offerhanden, Ende dat Israel sal geuangen worden, ende verstroeyt, om dat si God niet hooren en wilden

margenoot+
A
margenoot*
theb. roept wt uwer kelen, met eender basoenen, want hy is

margenoot+
B

margenoot*
th. coningen ingeset.
margenoot*
th. vercoren

margenoot+
C
margenoot*
th. tot voncken

margenoot*
th. hebben den wint gezaeyt, ende sullen
margenoot*
th. haer zaet en wort niet tijdich, ende haer vruchte en sal geen meel geuen.

margenoot*
heidenen

margenoot*
th. gelijc een wildt ezel, Ephraim heeft hem seluen boelleerders bestelt ende al worden onder den heydenen gegheuen, ende soo sal ickse tot haerder tijt wederom verghaderen. Maer si moeten eerst een weynich cranc worden.

margenoot*
th. screef hem
margenoot*
the. hi hieltse als vremde
margenoot+
Malach. ij

margenoot*
thebr. mijn brantoffer slaen ende sullent vleesch selue eten

margenoot*
the. zalen

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken