Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .vij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DOen ic Israel gesont wilde maken, is openbaer ontdect Ephraims boosheit, ende die valsheyt van Samarien, want si hebben luegentael gewrocht, Ende een dief, is beroouende ingegaen, ende een moordenaer van buyten.

2

Ende op dat si bi auontuer niet en seggen in haerder herten, dat ic al haer boosheyt gedachtich ben. Nv hebbense haer vercieringen omuangen, si zijn voor mijn aensichte gheschiet.

3

Si hebben met haer boosheyt den coninc verblijt, ende die princen met haer logenen.

4

Si zijn alle ouerspeelders, ende als eenen ouen, vanden ghenen die bact, Ga naar margenoot+ ingeheit Ga naar margenoot* Die stadt heeft een luttel gerust van tdeech te mengen, Ga naar margenoot+ tot dat si geheelijc daer mede gedeesemt wert,

5

Die dagen ons conincs, die princen hebben begonst te rasen vanden wijn) Hi reycte zijn hant wt metten spotters

6

want si hebben haer hert als eenen ouen Ga naar margenoot* toegeuoecht) doen hi hen lagen leyde, Alle den nacht heuet haer backer geslapen, des smorgens is hy, als een vlamme viers ontsteken.

7

Ende si zijn alle heet geworden als eenen ouen si hebben haer rechters verslonden, Al haer coningen zijn geuallen, noch onder hen en is niemant die tot mi roept,

8

Ephraim is onder dat volck, hy wert ghemengt, Ephraim is gheworden als een koecke die niet weder en wort ghekeert. [kolom]

9

Die vremde hebben zijn starcheyt gheten, ende hi en heuet niet geweten, ende die grijse haren zijn in hem ooc wt gestort ende hi en heuet niet geweten,

10

Ende die hoouaerdije van Israel sal vernedert worden in haer aensichte, Noch si en zijn niet weder ghekeert totten HERE haeren God, ende in allen desen en hebben si hem niet ghesocht,

11

Ende Ephraim is als een Ga naar margenoot* verleyde) duyue geworden, die geen herte en heeft

Si sullen Egypten aenroepen, ende sullen totten Assyriers ghaen,

12

Ende als si gereyst sullen zijn, sal ic mijn net op hen wtspreyden, ende als eenen vogel der lucht, sal icse af trecken. Ic salse Ga naar margenoot* naden gehoore haerder scharen slaen,

13

Wee hen Want si van mi afgehaen zijn) Si sullen verwoest worden want si tegen mi ouergetreden hebben, Ga naar margenoot+ Ick hebse verlost, ende si hebben logenen tegen mi gesproken

14

Ende van haerder herten en hebben si tot mi niet geroepen Maer si hebben in haer slaepcameren gehuylt Si hebben Ga naar margenoot* ercaut, op tarwe ende wijn, ende zijn van mi gegaen

15

Ende ic hebse geleert, haeren arm te starcken, ende si hebben teghen mi archeyt gedacht,

16

Si zijn weder ghekeert Ga naar margenoot* om dat si sonder ioc zijn souden Si zijn geworden, als eenen bedriechliken boge, Haer princen sullen door tswaert vallen, van dye raserije haerder tongen Ga naar margenoot* Dit is haer bespottinghe, in (dat lant van Egypten.

§ Hoe hi voorseyt dat Samarien met haeren calueren ende tvolc door Nabuchodonosor vermelt sal worden, om vele saken wille, Ende dat die steden van Iuda verbrant sullen worden

margenoot+
A

margenoot+
B
margenoot*
theb. die ophout te waken vander tijt aen doen hy dat deech kneede tot dattet opghaet. Die princen sullen worden in ons Conincs dach cranck, als van hitte des wijns.
margenoot+
Mat. xiij.c

margenoot*
th. verhidt

margenoot*
th. onwijse

margenoot*
the. castijen soo ict haerder gemeinten hebbe laten hooren

margenoot+
C

margenoot*
the. gheern bi coren ende most gewoont maer si.

margenoot*
the. Maer niet ten alder besten
margenoot*
daer dat si bespottet werden van

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken