Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iiij. Capittel.

1

ENde tsal zijn int laetste der dagen, dat den berch des huys des HEEREN sal bereyt zijn int opperste der bergen, Ga naar margenoot+ ende hooge bouen alle hueuelen, Ende die volcken sullen tot hem vloeyen, Ga naar margenoot+

2

ende veel heydenen sullen comen, ende seggen, Coemt ende laet ons opclimmen tocten berch des HEREN, ende totten huyse Iacobs Gods, Ende hi sal ons leeren zijn weghen, ende wi sullen ghaen in sine strate, Want van Sion sal die wet wtgaen, ende dat woort des HEREN van Ierusalem,

3

Ende hi sal oordeelen onder veel volcken, ende sal berispen die starcke heidenen tot int verre. Ende si sullen haer swerden maken tot ploechysers, ende haer glauien tot spaden. Dat een volck en sal niet een sweert nemen tegen dander, ende si en sullen niet meer leeren strijden,

4

Ga naar margenoot+Ende een yeghelijc man sal onder sinen wijngaert sitten, ende onder sinen vijchboom, ende nimant en salder zijn die hem veruaeren sal, Want den mont des HEREN der heyrscharen heuet gesproken,

5

Want alle volcken sullen wandelen, een yeghelijc inden naem

[pagina X3r]
[p. X3r]

zijns Gods, maer wi sullen wandelen inden naem des HEREN ons Gods inder eewicheyt, ende ymmermeer,

6

In dien dach, seyt die HERE, Ga naar margenoot+ sal ick den hinckenden vergaderen, ende ic sal haer verghaderen, die ick wt ghestooten hadde, ende ick sal haer verstroosten die ick gepijnt hadde.

7

Ende ick sal den hinckenden onder die ouerbleuene setten, ende Ga naar margenoot* haer die gearbeyt hadde) in een machtich volck.

Ga naar margenoot+ Ende die HERE sal ouer hen regeren op den berch Sion, van nv tot inder eewicheyt.

8

Ende ghi torren Ga naar margenoot* der cudden neuelachtich) dochter van Sion, tot v sal si comen, ende die eerste macht, ende dat rijck sal comen, der dochtere van Hierusalem.

9

Waer om wordy nv tsamen getrocken van droeffenisse? En hebdy gheenen coninck? oft is v raetsman vergaen? dat die wee v omuanghen heeft, als een vrouwe die in kints noode is.

10

Hebt wee ende arbeyt ghenoech ghi dochter van Sion, als die ghene die in kints noode is, Want nv suldy gaen wter stadt, ende sult in dat lantschap woonen, ende sult tot Babylonien toecomen, daer suldi verlost worden, daer sal v die HERE verlossen, van die hant uwer vianden.

11

Ga naar margenoot+Ende nv zijn op v veel volcken vergadert, die seggen, si Ga naar margenoot* moeten gesteent worden, ende onse ooghe moet in Sion aensien).

12

Maer si en hebben die ghedachten des HEREN niet bekent, ende en hebben sinen raedt niet verstaen, dat hijse heeft vergadert, als hoy der scueren.

13

Staet op, ende dorschet dochter van Sion, want ick sal uwen horen ijseren, ende v clauwen metalen maken. Ende ghi sult veel volcs verminderen, ende ghi sult den HERE dooden haer roouen, ende haer stercheyt den Ga naar margenoot* HERE) alder werelt.

§ Van die verwoestinge van Hierusalem, voor Christus doot. Van Christus geboorte ende grootheyt. Vanden .vij. herders, ende acht ouersten. Vander Apostolen prekinghe, ende der Ioden vernielinghe.

margenoot+
A
margenoot+
Esaie. ij.a.

margenoot+
B

margenoot+
Sop. iij.d.

margenoot*
th. die verlatene.
margenoot+
C

margenoot*
the. Eder een veste der

margenoot+
D
margenoot*
the. is onsuyuer wi sullen onsen lust aen Sion sien.

margenoot*
the. heerschapper.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken