Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .vi. Ca

1

Ga naar margenoot+HOort wat die HERE seyt, Staet op, ende kijft int recht teghen die berghen, ende die hueuelen sullen v stemme hooren.

2

Ghi berghen hoort dat oordeel des HEEREN, ende ghi stercke fundamenten der aerden, want dat oordeel des HEEREN is met sinen volcke, ende met Israel sal hi Ga naar margenoot* gheoordeelt worden)

3

Mijn volck, wat heb ic v ghedaen? ☞ oft waer in heb ick v moeylijck gheweest? Antwoort mi,

4

Want ick heb v wt gheleyt vanden lande van Egypten, ende vanden huyse des dienst heb ick v verlost, ende heb ghesonden Moysen, Aaron ende Ga naar margenoot* Mariam) voor v aensichte.

5

Ga naar margenoot+O mijn volck, ick bidde, dat ghi ghedenct, wat Balach die coninc van Moab, heeft ghedacht tegen v, ende wat hem

[pagina X3v]
[p. X3v]

gheantwoot heeft Balaam Beors sone van Setim tot Ga naar margenoot* Galgalam,) Op dat ghy dye rechtuaerdicheyt des HEEREN sout bekennen,

6

Ga naar margenoot* Wat sal ic den HEERE waerdich offeren? Ick sal buygen mijn knien, den hoogen Gode, Sal ick hem offeren offerhande, diemen verbrant? ende iarige calueren?)

7

Sal die HEERE te vreden gheeset moghen worden, met duysenden der rammen? oft met Ga naar margenoot* veel duysenden vetter bocken?) Sal ick geuen minen eerstgheborenen voor mijn sonde, die vrucht mijns buycs, Ga naar margenoot+ voor die sonden mijnder zielen?

8

O mensche ick sal v te kennen gheuen wat goet is, ende wat die HEERE van v eysschet ☞ Sekerlijck dat recht te doen, ende die barmherticheyt te beminnen, ende sorchfuldich te wandelen met uwen Godt.

9

Des HEEREN stemme roept tot die stadt, Ende salicheyt sal zijn, den ghenen die sinen naem vreesen. Hoort Ga naar margenoot* ghi gheslachten, ende wie sal dat prijsen?

10

Noch isser vier int huys des ongodlijcken, schatten der boosheyt ende cleyn mate, vol des toorens,

11

Sal ick niet rechtueerdich maken die onrechte waghe, ende valsche ghewichte der saxkens?)

12

metten welcken haer rijcken veruult zijn met boosheyt, ende die daer in woonen, spraken lueghentale, ende haer tonghe was bedriechlijck in haeren mont.

13

Ende hierom heb ick v begonnen te slaen, met verderffenisse, om uwe sonden.

14

Ghy sult eten, ende niet sadt worden, ende Ga naar margenoot* vernederinghe sal midden in v zijn.) Ende ghi sult aengrijpen, ende niet behouden, ende dat ghi behout, sal ick inden swaerde gheuen.

15

Ghi sult zayen, ende niet maeyen, Ghi sult die oliuen treden, ende niet met die olie smeren, ende den Most treden, ende den Wijn niet drincken.

16

Ende ghi hebt die Ga naar margenoot* gheboden) Amri bewaert ende alle werc des huys Achab, ende ghi hebt in haeren Ga naar margenoot* wellusten) ghewandelt, op dat ick v in verderffenisse gheuen soude, ende die daer in woonen, in een bespottinge, ende ghy sult den lachter mijns volcs draghen.

§ Hoe die Propheet beweende datter so luttel ende weynich rechtuaerdige zijn. Hoe dat Ierusalem Verlost sal worden van Babilonien. Vanden herder Christo. Van der heydenen beschaemtheyt.

margenoot+
A

margenoot*
the. onderuraghen

margenoot*
th. Miriam

margenoot+
B
margenoot*
th. Gilgal

margenoot*
the. Waer mede sal ic voor den here comen ende mi voor den hoogen god bucken, Sal ic met brantoffer ende iarighe calueren voor hem comen.

margenoot*
th. ontallijke backen olijs
margenoot+
C

margenoot*
th. wat die roede si, ende wie dat is, die haer vertelt Of sonden die ongoddelicke scatten, oft dat smael Epha daerdoor vertoorent wort, noch langer in des ongodliken huys bliuen oft soude ic die ongherechte wagheschale ende dat saxken metten valschen ghewicht steenen als suyuer achten

margenoot*
the. het sal gramscap in v maken.

margenoot*
the. zeden.
margenoot*
h. voornemen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken