Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iij. Capittel.

1

Ga naar margenoot* WEe v der stat der bloeden) Gheheel tot lueghenen, ende vol tweedrachts. Ga naar margenoot+ Die roof en sal van v niet gaen.

2

Die stemmeme des gheesels, ende tgheluyt vanden gedruysche des radts, Ende der paerden drauen ende des Ga naar margenoot* barnenden) wagens, Ende des rijders die daer op climt,

3

ende des Ga naar margenoot* blinckenden swaerts ende des schijnende) lancie, Ende des veelheyts dootgeslaghen, ende Ga naar margenoot* des swaren vals) ende der dooder lichamen en isser gheen eynde, Ende si sullen vallen ouer haer lichamen,

4

om die veleheyt der oncuyscheyt des schoonen gemeyn wijfs, ende bequaem ende hebbende betooueringe, Die die heydens vercocht heeft met haer oncuyscheyden, ende die huysgesinnen met haeren roouerijen.

5

Siet, ic wil aen v, seyt die HEERE der heyrscharen, ic sal ontdecken v Ga naar margenoot* onscamel leden in) v aensichte, ick sal den volcke v naectheyt thoonen, Ga naar margenoot+ ende den conincrijcken v schande.

6

Ende ick sal op v gruwelicheden worpen, ende ick sal v tot oneeren brenghen, ende ick sal v Ga naar margenoot* tot een exempel setten)

7

ende het sal zijn, dat alle die v siet, sal van v vlieden, ende sal seggen, Niniue is verdoruen Wie sal Ga naar margenoot* zijn hooft op v roeren) Van waer sal ick v eenen trooster soecken?

8

Sidy niet beter Ga naar margenoot* dan Alexandrien der volcken die daer woont inden riuieren?) die wateren zijn in haeren omganc, Ga naar margenoot+ wiens rijcdommen zijn in die zee, ende die wateren zijn haer mueren?

9

Moorenlant ende Egipten, waren haer macht, sonder eynde Ga naar margenoot* Affrica ende Libien) hebben oock uwe hulpe geweest,

10

maer noch is si in die oueruaringhe gheleyt in die gheuanckenisse. Haer cleyn kinderen zijn geclopt inden beghinne van allen weghen, Ende op haer edelen, hebben si dat lot geworpen, ende al haer opperste zijn in boeyen geuest.

11

Ende hierom suldy ooc droncken worden ende sult Ga naar margenoot* versmaet zijn) ende sult van uwen viant hulpe soecken.

12

Al v bolwercken zijn als vijchboomen met Ga naar margenoot* haeren vruchten) die als si gheschut worden, inden mont des eters vallen,

13

Siet, v volck zijn vrouwen in uwen middel Die poorten ws lants sullen moeten uwen [kolom] vianden opghedaen worden, dat vier sal v grendelen verslinden.

14

Ga naar margenoot+Puttet v water, om die belegghinghe, Timmert uwe vesten, Gaet in dat slijck ende tredet, maect optredende eenen bacsteen.

15

Daer sal v dat vier eten, ghi sult metten swaerde vergaen, ende tsal v verslinden ghelijc oude vliegende sprinchanen. Ga naar margenoot* Hierom vergadert als oude vliegende sprinchanen, ende vermenicfuldicht v, als sprinchanen)

16

Ghi hebt uwe coomanscap meerder ghemaect, dant sterren zijn des hemels Ga naar margenoot* Die vliegende sprinchaen is wtgespreyt ende is wech geulogen)

17

V bewaerders zijn so vele als sprinchanen, ende v Ga naar margenoot* kinderen) zijn als cleyne sprinchanen, die tsamen sitten Ga naar margenoot* in die thuynen) inden tijt der couden. Die zonne is opgegaen, ende si zijn wech gheuloghen, ende haer plaetse en is niet bekent, daer si gheweest hebben,

18

O coninc van Assirien v herders, hebben geslapen, v princen sullen Ga naar margenoot* worden begrauen) V volc Ga naar margenoot* heeft gescuylt) opten bergen, ende niemant en is diese vergadert.

19

V vernielinge en is niet duyster. V wonde is dalder quaetste, Alle die gehoort hebben v geruchte, hebben haer hant Ga naar margenoot* mede gedruct op v) Want op wien en is v boosheyt altoos niet geghaen?

§ Hier eyndt die propheet Naum.

margenoot*
th. o bloetgierighe stadt,
margenoot+
A

margenoot*
the. springhenden,

margenoot*
h. vlammende swaerts ende glentzende
margenoot*
th. der dooder lichamen menichte,

margenoot*
the. slippen ouer
margenoot+
B

margenoot*
the. ghelijc eenen dreck maken,

margenoot*
th. medelijden met haer hebben

margenoot*
ih. dan die hooftstadt No,
margenoot+
C

margenoot*
the. Libien ende Lubim

margenoot*
the. v verberghen,

margenoot*
the. tijdige vruchten,

margenoot+
D

margenoot*
the. het sal op gelijck cappers ende sprinchanen naer die swart comen.

margenoot*
th. nv sullen si hen gelijc cappers wtbreyden, ende wech vlieghen,

margenoot*
h. hertogen
margenoot*
th. aen die wanden

margenoot*
h. stille sitten
margenoot*
th. is verstroyt,

margenoot*
th. op v te samen geslaghen,

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken