Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina X4v]
[p. X4v]

[kolom]

§ Hier begint die Propheet Abacuc.

§ Hoe die propheet Abacuc op zijn hoede staet ende spreect tot God ende aensiet Christum aenden cruyce. Ende dat die tyrannen Gods gheessel zijn.

§ Dat eerste Cpittel.

1

Ga naar margenoot+DIe last den welcken Abacuc die propheet ghesien heeft.

2

HEERE, hoe lange sal ick roepen ende ghi en wilt niet verhooren Ick sal tot v roepen ghewelt lijdende, ende ghi en wilt niet helpen?

3

Waeromme hebdy mi boosheyt ende arbeyt ghethoont, om te sien roof ende onrechtueerdicheyt teghen mi? Ga naar margenoot*Waerom siedy, die versmaders, ende swijghet, Ga naar margenoot+ als die onghenadighe verslint, die rechtueerdigher is dan hi?

Ende maket die menschen als visschen der zee, ende als cruypende dieren, die gheenen leytsman en hebben, Ga naar margenoot* Doordeel ende tegensprekinge is machtiger geworden.

4

Daerom is die wet gescuert) ende dat oordeel en is niet tot den eynde gecomen, Want die ongoddelijcke vermach teghen den rechtuaerdighen, daerom gaet dat verkeert oordeel wt.

5

Aensiet, ende siet onder die heydens ende veruaert v, ende verwondert v, Want een werck is gheschiet in uwen daghen, dat niemant geloouen en sal, wanneert vertelt sal worden,

6

Want siet, ic sal die van Caldeen ver-

[pagina X5r]
[p. X5r]

wecken een bitter volck ende snel, wandelende op die breetheyt der aerden, om te besitten die wooningen die hen niet toe en behooren,

7

Ontsienlijc ende verscriclijck ist Ga naar margenoot* Wt hem seluen zijn oordeel, ende sinen last sal wtgaen)

8

zijn paerden zijn lichter dan de lupaert ende Ga naar margenoot* snelder) dan di auontwoluen, Ende zijn rijders sullen wijde wt ghestort worden. Want zijn rijders sullen van verre comen, ende als een arent sullen si vliegen haestende Ga naar margenoot* totten eten).

9

Al sullen si comen totten roof, haer aensicht als Ga naar margenoot* eenen barnenden wint) Ende het sal vergaderen, als zant Ga naar margenoot* die gheuangenisse,

10

ende het sal triumpheringhe hebben vanden coninghen, ende die tyrannen sullen zijn bespottinghe zijn) Het sal lachen op alle stercke casteelen, ende sal eenen dijck tsamen draghen, ende het salse winnen,

11

Dan Ga naar margenoot* sal die geest verandert worden, ende sal door ghaen ende vallen. Dit is zijn stercheyt zijns Gods,

12

En sidi niet HERE vant begin mijn God, mijn heylighe, ende wi en sullen niet steruen)? HERE ghi hebt hem gheset tot een oordeel Ga naar margenoot* ende sterc) ende ghi hebt hem gefundeert tot straffinge.

13

V oogen zijn suyuer dat ghi tquaet niet en siet, ende ghi en sult tot die boosheyt niet mogen sien, Waerom Ga naar margenoot* en siedy niet op die gene die quaet doen) ende swijcht als die ongodlijcke den genen die rechtuaerdigher is dan hi, verslint?

14

Ende ghi die menschen maket als visschen der zee, ende als een dyer dat cruypt op die aerde, dat gheenen prince en heeft.

15

Hi heuet al opgheheuen met zijn hengel, ende heeft dat in zijn net ghetrocken, ende heuet vergadert in zijn nette, Daer op sal hi verblijden ende vrolijck zijn,

16

Daer om sal hi sinen nette offeren ende sal sinen nette Ga naar margenoot* offerande) doen, Want daer door is zijn deel vet geworden, ende zijn spijse Ga naar margenoot* wtuercoren)

17

Daer om heeft hi zijn nette wtgerect, ende en sal niet ophouden altijt die heydens te dooden.

§ Hoe die Propheet op zijn hoede ende bewaringe staet, op dat hi sien soude wat sinen volcke gescieden soude na die verwoestinghe des volcs ende tempels. Van Christus toecoemst. Van die ghiericheyt, vanden afgoden.

margenoot+
A

margenoot*
ten is niet int hebre
margenoot+
B
margenoot*
the. Twist ende ghekijf heeft hem verheuen, ende daer om is die wet verslapt

margenoot*
the. wiens regt ende last slechts voorgaen moet.

margenoot*
th. listiger
margenoot*
the. tot dat aes.

margenoot*
h oostwint
margenoot*
th. die geuanghene, het sal die coninghen bespotten ende die vorsten sullen hem totten gelach zijn.

margenoot*
the. salt den moet verniewen, voort uaren ende hem besondigen ende dese macht sinen gode toeschriuen. Maer ghi O here god mijn heylige, ghi zijt vant tbegin geweest ende en sult ons niet laten steruen

margenoot*
th. ende steen

margenoot*
the. siedi op die quaetdoenders.

margenoot*
h ruecwerc
margenoot*
the. ghemestet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken