Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ij. Capit

1

COemt te samen, Ga naar margenoot*

2

Ga naar margenoot+ ende vergadert v ghi onminlijck volck, eer dit beuel openbaert, als stof dat voorbi gaet die dach) eer [kolom] dat den tooren des HEREN gramscap op v coemt.

3

Alle Ga naar margenoot* sachtmoedige) der aerden soect den HEERE, ghi die gheuraecht hebt zijn oordeel, Soect Ga naar margenoot* den rechtuaerdighen, soect den saechtmoedigen) oft ghi mocht eenichsins worden verborgen inden dach des HEREN toorens,

4

Want Gaza sal zijn Ga naar margenoot* verdoruen) ende Ascolon tot een woestijne.

Si sullen wtworpen Azotum inden middach, ende accaron sal worden wtgeroeyt.

5

Ga naar margenoot+Wee v manslachtich volck, die woont aen die zeestroomen, O Canaan lant der Philistinen, des HEREN woort is op v ende ick sal v verderuen, also dat gheen woonder in v en sal zijn.

6

Ende die zeestroom sal zijn Ga naar margenoot* ruste der herderen, ende hutten der scapen)

7

Ende die zeestroom sal zijn den genen die bliuen sal vanden huyse van Iuda voor een deel, daer sullen si gheuoet worden in Ascalons huys, ende totten auont toe sullen si rusten, Want die HERE haer God salse versoecken, ende hi sal afkeeren haer geuangenisse,

8

Ic heb gehoort den lachter Moab, ende lasteringe der kinderen Amon, die si verweten hebben minen volcke ende zijn groot gemaect op haer palen.

9

Daer om seyt die HERE der heyrscaren God van Israel Ga naar margenoot* Ic leue, Want) Moab sal zijn als Sodoma, ende die Amons kinderen als Gomorra, droocheyt der doornen ende Ga naar margenoot* southoopen) ende woest tot inder eewicheyt Die ouerbleuene mijns volcs sullense beroouen, ende die noch zijn van mijnen volcke, sullense beeruen

10

Want dat sal hen ghescieden, om haer hoouaerdije, daer si mede gheblasphemeert hebben, ende zijn groot gheworden op dat volck des HEREN der heyrscharen.

11

Die HERE sal verscrickelijc op hem zijn, ende sal vernielen alle goden der aerden Ga naar margenoot* Ende die mannen) van zijnder plaetsen hem aenbidden sullen, alle eylanden der heydenen.

12

Ga naar margenoot+Maer oock ghi Morianen sult zijn dootgeslagen met mijnen swaerde,

13

Ende hi sal zijn hant wtsteken op ten noorden, ende hi sal verderuen Assur. En hi sal setten die Ga naar margenoot* scoone) in verlatenis, ende sonder wech, ende als een woestijne,

14

ende int midden van haer, sullen rusten die cudden, alle beesten der volcken, ende die Ga naar margenoot* Onocratulus, ende die Eghel) sullen woonen in haer Ga naar margenoot* dorpelen. Die stemme des singers int venster, die rauen inden ouersten dorpel, want ic sal vernielen haer stercheyt)

15

Dit is die heerlijcke stadt, die woont in betrouwen, die seyde in haerder herten, Ick ben, ende buyten mi en is voort meer gheen ander, Hoe sidy geworden in een woestijne? ende een hol der berbeesten? Alle die door haer gaet, salse bespotten, ende roeren zijn hant.

[pagina X6v]
[p. X6v]

§ Hoe Ierusalem van sinen sonden verweten wert, dat si haer schult ende Gods wrake niet en verstonden.

margenoot*
h bekeert v o volck, ghi die gheenen lust daer toe en hebt

margenoot+
eer dat oordel wtgaet ende dat ghi wech moet gelijck een caf dat bi claren dage wechuaert

margenoot*
h. ellendige
margenoot*
th. gherechcicheyt ende ootmoedicheyt

margenoot*
th. verlaten

margenoot+
B

margenoot*
th. een wooninge daer die herderen eten

margenoot*
h So waer als ic leue.
margenoot*
the. soutputten.

margenoot*
th. dat alle man.

margenoot+
C

margenoot*
th. Niniue

margenoot*
the. crucwlen ende craeyen.
margenoot*
h herren dat geuogelte sal onder den vensteren singhen, die posten sullen verwoest worden ende tscrijnwerc sal afgebroken worden


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken