Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvi. Capittel.

1

ENde die phariseen ende saduceen zijn tot hem ghecomen ende tempterende, Ga naar margenoot+ baden hem, dat hi haer een teeken vanden hemel soude thonen.

2

Ende hi antwoordende heeft geseit. Alst auont is segt ghi, het sal claer worden, Ga naar margenoot+ want den hemel is root.

3

Ende smorgens tsal heden tempeest zijn want den hemel droeuich siende is root.

4

Hypocriten, die gedaente des hemels cont ghi ordeelen, ende die teykenen der tijden en moecht ghi niet weten? Dat bose ende ouerspelige geslacht soect een teeken ende haer en sal gheen teeken gegeuen worden dan dat teeken des prophetes Ione. Ga naar margenoot+ Ende als hi haer ghelaten hadde ghinc hi wech.

5

Ende als zijn discipulen gecomen waren aent ander oeuer, so hebben si vergheten broot met hem te nemen,

6

ende Iesus heeft haer geseyt. Ga naar margenoot+ Siet toe, ende wacht v vanden deesem der phariseen ende Saduceen.

7

Maer si dachten in haer seluen seggende. Want wi en hebben gheen broot genomen.

8

Twelc na dattet Iesus wist heeft haer geseyt. Wat denct ghi in v seluen? o weynich betrouwende dat ghi geen broot met [kolom] v genomen en hebt?

9

Verstaet ghy noch nyet noch en gedenct ghi niet die vijf broden, alsser vijf dusent menscen waren, ende hoe veel koruen dat ghi opnaemt?

10

noch de seuen broden alsser vier duysent mannen waren ende hoe veel koruen dat ghi opnaemt?

11

Hoe coemtet dat ghi niet en verstaet dat ic v dat nyet geseyt en heb van tbroot, wacht v vanden deesem der pharizeen ende Saduceen?

12

* Doe hebben si verstaen dat hi niet geboden en had te wachten vanden deesem des broots, maer van die leeringe der pharizeen ende Saduceen.

13

+ Als Iesus gecomen was in die palen van Cesarie Philippi, heeft hy gheuraecht zijn discipulen seggende. Wien seggen die menscen te wesen den soen des menschen?

14

Si seyden, die sommige Ioannem baptistam, die somige Helyam, die sommige Hieremiam, oft een wten propheten.

15

Iesus seyde haer. Mer ghy wien segt ghi mi te wesen?

16

Antwoordende Symon Petrus, heeft geseit. Ghi zijt Christus die leuende Gods sone.

17

Ende Iesus antwoordende heeft geseyt. Ga naar margenoot+ Salich zijt ghy Symon Ians soon, want vleesch ende bloet en heeftet v niet gheopenbaert, maer mijn vader die inden hemel is.

18

Ende ick segghe v, dat ghy zijt Petrus, ende op desen steen sal ick timmeren mijn kercke. Ga naar margenoot+ Ende dye poorten des hels en sullen niet vermogen tegens haer.

19

Ende ic sal v geuen dye slotelen des rijcs der hemelen. Ende al dat ghi binden sult opter aerden, sal ende in die hemelen gebonden wesen, ende al dat ghy ontbinden sult opter aerden, sal ende in die hemelen ontbonden wesen. *

20

Doen heeft hy geboden zijn discipulen, dat si nyemant en souden segghen, Ga naar margenoot+ dat hy Iesus Christus waer.

21

Ende van dier tijt begonst Iesus te bewisen zijn discipulen, dat hy soude moeten gaen te Hierusalem, ende veel liden van dye ouders ende princen der priesteren ende scriben, ende gedoot soude worden, ende opten derden dach soude verrisen.

22

Ende als hem Petrus aen deen side gheleyt hadde, begonst hi hem te straffen seggende. Here dat si verre van v, dit en sal v gheens sins geschien

23

Maer omgekeert zijnde, heeft hi Petro geseyt. Gaet achter mi Sathanas, ghi zijt mi hinderlic, want ghi en verstaet niet dat ghene dat godlic is, maer dat menschelick is.

24

Doen heeft Iesus zijn discipulen geseyt. + Ist dat yemant na mi comen wil, Ga naar margenoot+ die versake hem seluen, ende neem zijn cruys, ende volge mi na.

25

Want die zijn siel wil behouden, dye salse verliesen. Ende wederom, dye zijn siele verliesen wil om minen wil, die salse

[pagina C1r]
[p. C1r]

vinden.

26

Want wat batet een mensche, ist dat hi heel die werelt gewonnen heeft, ende zijn siele scade gedaen heeft? oft wat sal een mensche gheuen, daer hi zijn siele mede verlossen mach?

27

Want die soon des menschen sal comen in die glorie zijns vaders met zijn engelen, ende dan sal hi een yegeliken weder geuen na zijn wercken

28

Ic segge v voorwaer, Ga naar margenoot+ daer zijn somige van die hier staen, ende den doot niet smaken en sullen, voor dat si den soon des menschen sullen sien, comen in zijn rijck. *

margenoot+
Ioan. vi.d Mar. 8.b.

margenoot+
Luce. xij.

margenoot+
Ione. ij.

margenoot+
Mar. viij. Luce. xij.

margenoot+
Ioan. vi.

margenoot+
Marci. xviij.c.

margenoot+
Mar. 8.d. Luce. ix.c

margenoot+
Luce. xix g

margenoot+
Rom. 2 Luce. x Mar. ix.d

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken