Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde na ses daghen, heeft Iesus tot hem ghenomen Petrum ende Iacobum, Ga naar margenoot+ ende Ioannem sinen broeder, ende leydense aen deen side op eenen hoghen berch,

2

ende zijn figuere is verandert gheworden voor haer. Ende zijn aensicht blincte, gelijc die sonne. Ende zijn cleederen zijn wit gheworden, als sneeu.

3

Ende siet, Moyses ende Helyas hebben haer vertoont, sprekende met hem.

4

Petrus antwoordende, heeft Iesu geseyt. Heere, hier is ons goet te wesen, Ga naar margenoot+ wildi, laet ons hier maken drie tabernaculen, v een, ende Moyses een, ende Helye een.

5

Doen hi noch sprekende was, siet een lichtende wolcke omscheemde haer. Ende siet een stemme wt die wolcke, segghende. Dit is mijn lieue soon, inden welcken ic mi wel behage. Hoort hem.

6

Ende als die discipulen dit gehoort hadden, zijnse neder geuallen op haer aensicht, ende zijn zeer veruaert geworden.

7

Ende Iesus toe gaende, heeft haer gheraect, ende gheseyt, Ga naar margenoot+ staet op ende en vreest niet,

8

ende nae dat si haer ooghen opgheboert hadden, saghen si nyemant dan Iesum alleene. Ga naar margenoot+

9

Ende doen si neder ghingen vanden berch, heeft Iesus haer geboden, seggende. En segt nyemant den visioen, ter tijt toe dat die soon des menschen vanden dooden opstaet. *

10

Ende zijn discipulen hebben hem geuraecht seggende. Waer om segghen dan dye scriben dat Helyas eerst comen moet?

11

Ende Iesus antwoordende heeft haer gheseyt. Helyas sal eerst comen, ende sal alle dinck reformeren.

12

Maer ick segghe v, dat Helyas nv gecomen is, ende si hebben hem nyet gekent, ende hebben in hem ghedaen al dat si wouden. Ende alsoo sal dye soon des menschen van haer lijden.

13

Ga naar margenoot+Doen hebben dye discipulen verstaen, dat hi haer van Ioannes baptista geseyt hadde:

14

Ende doen hi totten scaren ghecomen was, is tot hem gecomen een mensche met geboghen knyen, seggende. Here, ontfermt v ouer mijn [kolom] sone, want hi maensieck is, ende wort leliken gequelt, ende valt dicwil int vier, ende dicwil int water,

15

ende ic heb hem v discipulen gheoffert, ende si hebben hem niet mogen ghenesen.

16

Ende Iesus antwoordende heeft geseit. Ga naar margenoot+ O ongeloouige geslacht, ende verkeerde, hoe lange sal ic noch bi v wesen? hoe lange sal ic v liden? Haelt hem hier tot my.

17

Ende Iesus heeft hem gestraft, ende die duyuel is wt hem gegaen. Ende tkint is genesen van dier vren af.

18

Die discipulen doen comende tot Iesum + Int heymeliken hebben gheseyt. Waerom hebben wi hem niet mogen wtworpen?

19

Iesus heeft geseyt, om v ongeloofs wille. Want ic segge v voorwaer. Hebt ghi gheloof als een mostaertsaet, so sult ghi desen berch seggen, vertrect van hier, ende hi sal vertrecken Ende niet en sal v onmoghelic wesen.

20

Maer dit geslacht en wort niet wtgheworpen, dan door bidden ende vasten.

21

Ende als si verkeerden in Galileen, heuet Iesus haer geseit. Ga naar margenoot+ Die sone des menschen sal geleuert worden in der menschen handen,

22

ende si sullen hem dooden, ende des derden daechs sal hi verrisen. Ende si zijn zeer bedroeft gheworden.

23

Ende als si gecomen waren in die stat Caphernaum, Ga naar margenoot+ zijn ghecomen tot Petrum die den tsijs penninck ontfingen, ende hebben geseyt. Betaelt v meester geen tsijs?

24

Hi seit. Ia hi. Ende als hi int huys ghegaen was, voorquam hem Iesus, seggende. Wat dunct v Symon. Die coningen des lants, van wien nemen si tribuyt oft tsijs, van haer kinderen, oft van die vremde?

25

Petrus seyt hem. Van die vremde Iesus seyt hem. Daerom zijn die kinderen vry,

26

Maer op dat wi haer niet en scandalizeren, gaet totter zee, werpt uwen hangel wt, ende die visch die welcke eerst voortcomen sal, dien neemt, ende als ghi sinen mont op hebt gedaen sult ghi vinden eenen haluen gulden, neemt hem ende geeften haer voor mi ende v.

margenoot+
A
margenoot+
Mar. ix Luc. ix

margenoot+
2 Petr. i.d Mat. 3 d Mar. i.d Luc. iij.d

margenoot+
B

margenoot+
Mat. ix.b

margenoot+
C

margenoot+
Luce. ix.f Mar. ix.c.

margenoot+
D

margenoot+
Luce. ix.c Mar. ix.e.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken