Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xviij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+IN die vre zijn die discipulen tot Iesum gecomen, seggende, Wie meendi dat die meeste is int rijck der hemelen?

2

Ende Iesus een kint tot hem geroepen hebbende, heeft hijt geset int midden van haer, Ga naar margenoot+

3

ende heeft geseyt. Voorwaer segge ic v, ten si dat ghi bekeert wort, ende wort als kinderen, ghi en sult niet ingaen int rijck der hemelen.

4

Daerom wie hem seluen vernedert als dit kint, dese is die meeste int rijck der hemelen.

5

Ende wie ontfanct een aldusdanighen kindeken in mijnen name, dye ontfanct my.

6

Ende dye een van dese

[pagina C1v]
[p. C1v]

cleyne, die in mi gelouen scandalizeert, twaer hem beter dat een molensteen die vanden ezel wert getogen, Ga naar margenoot+ aen sinen hals gehangen worde, ende gedrenct worde in die diepte des zees.

7

Wee die werelt van scandalizacie, want het is van node datter scandalizacien comen, nochtans wee die menschen, doer den welcken scandalizacie coemet.

8

Ga naar margenoot+Ist sake dat v handt oft v voet v scandalizeert, snijtse af ende worptse van v. Tis v beter totten leuen ingaen cruepel oft lam, dan twee handen oft twee voeten hebbende, geworpen te worden int eewighe vier.

9

Ende ist dat v ooghe v scandalizeert, neemtse wt, ende worptse van v. Tis v beter dat ghy met een ooge ingaet int leuen, dan ghi twee oogen hebbende, wort gheworpen int helsche vuer.

10

Siet toe dat ghi niet en versmaet een wt desen cleynsten, want ick seg v dat haer enghelen in die hemelen altijt sien dat aensicht mijns vaders, die in die hemelen is. *

11

Want die soon des menschen is gecomen om te behouden dat verloren was. Ga naar margenoot+

12

Wat dunct v, oft een mensche hondert scapen had, ende een wt haer dwaelde, gaet hy nyet die .xcix. achter latende inde berghen, ende soect dat gedoelt was?

13

Ende ist dattet gebuert dat hijt vindt: ick seg v voorwaer: hi verblijt hem meer daer af, dan van die .xcix. die niet ghedwaelt en hebben.

14

Also is die wille niet voor v vader die inde hemelen is, datter een van dese cleynste verloren gaet.

15

+ Ist dat v broeder teghen v misdoet, Ga naar margenoot+ gaet ende straft hem tusschen v ende hem alleene Ist dat hi v hoort, so hebt ghi uwen broeder gewonnen.

16

Maer ist dat hi v niet en hoort, neemt tot v noch een oft twee, op dat in die mont van twee oft drie getuygen, alle woordt staen mach.

17

Ist saecke dat hy haer nyet en hoort, segget der kercken. Ga naar margenoot+ Ist dat hy die kerc niet en hoort, so laten v wesen als een heyden ende publicaen.

18

Ick seg v voorwaer. So wat ghy binden sult opter aerden, dat sal gebonden zijn ende inden hemel. Ende so wat ghi ontbinden sult opter aerden, dat sal ontbonden zijn inden hemel.

19

Wederom seg ic v, Ist dat twee wt v, ouer een draghen opter aerden, van alle dinck dat si begheeren sullen, sal haer geschieden van minen vader die in die hemelen is:

20

want waer twee oft drie vergadert zijn in mijnen naem, daer ben ick int midden van haer.

21

Doen quam Petrus tot hem, ende heeft gheseyt. Heere, hoe menichmael sal mijn broeder tegen my misdoen, ende ic salt hem vergeuen? tot seuenmael?

22

Iesus seyde tot hem. Ick en [kolom] segge v nyet tot seuenmael, maer tot seuen en tseuentich mael.

23

+ Daer om ist rijck der hemelen gelijc een mensche die een coninc is, Ga naar margenoot+ die rekeninge doen woude met zijn knechten,

24

ende doe hy begonst te rekenen, is hem een voorgebrocht, dye hem schuldich was thien dusent ponden.

25

Ende als hy niet en hadde, waermede dat hy mocht betalen. So gheboot die here hem, ende zijn wijf ende zijn kinderen, ende al dat hi hadde te vercoopen, ende betalinge te doen.

26

Ende die knecht neder vallende, badt hem seggende. Weest lijdsaem tegen mi, ende ick salt v al weder geuen.

27

Ende die here ontfermende den knecht heeft hem los gelaten, ende dye scult hem quijt gescolden.

28

Ga naar margenoot+Ende die knecht wtgaende, heeft geuonden een van sine medeknechten, die hem schuldich was hondert penningen, ende die handt in hem slaende, tooch hem metten hals, segghende. Betaelt dat ghy schuldich zijt.

29

Ende nederuallende zijn medeknecht, badt hem seggende. Weest lijdsaem tegen mi, ende ic salt v al weder geuen.

30

Mer hi en woude niet ende ghinc henen, ende worp hem inden kercker, tot dat hi die schult betaelde.

31

Ende als zijn medeknechten ghesien hadden datter gheschiede, zijn si zeer bedroeft ghecomen ende hebben haren heere te kennen ghegeuen, al datter gheschiet was.

32

Doe riep hem zijn heer, ende seyde hem. Ghi boose knecht al die schult heb ic v quijt ghelaten, als ghy mi gebeden hadt,

33

en moeste ghy oec v medeknecht niet ontfermen, ghelijc ick uwer ontfermde?

34

Ende zijn heere toornich zijnde, Ga naar margenoot+ heeft hem ouergeleuert den pijnigers, ter tijt toe dat hi betaelde die geheele schult.

35

Ende also sal mijn hemelsche vader v doen, ist dat ghi een yeghelic uwen broeder niet en vergheeft wt uwer herten.

margenoot+
A

margenoot+
Luce. ix.e Mar. ix.e.

margenoot+
Mar. ix.f Math. v.e

margenoot+
B

margenoot+
Luce. xvi.e

margenoot+
Luce. xv.a. 2 Cor. xv a

margenoot+
C

margenoot+
Luc. xvij.a

margenoot+
D

margenoot+
Mat. vi.b ende .v.d Luc. xij.g


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken