Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .vi. Capittel.

1

Ga naar margenoot++ ENde hi wtgegaen zijnde van daer, is gecomen in zijn landtschap. Ende zijn discipulen volchden hem na.

2

Ende alst was Sabboth, heeft hi begonnen te leeren in haer synagoge. Ende veel menschen hoorende, heb-

[pagina D3r]
[p. D3r]

ben verwondert in zijn leeringe, segghende. Van waer zijn desen alle dese dingen? ende wat wijsheyt is dit, dye hem is gegeuen? Ende sulcke crachten worden door hem ghewrocht?

3

Is dit nyet dye timmerman? een soon van Maria? die broeder van Iacobus, ende van Ioseph, Ga naar margenoot+ ende van Iuda, ende van Symon ende zijn susteren zijnse niet met ons? Ende si worden ghescandalizeert door hem.

4

Ende Iesus seyde haer. Dat een propheet nyet en is sonder eere, dan in zijn landt, ende in zijn huys, ende onder zijn vrienden.

5

Ende hy en mocht daer gheen cracht doen, dat weynich crancke, oplegghende zijn handt, heeft hy ghesont ghemaect.

6

Ende hi verwonderde om haer ongheloof. *

7

Ende hi omghinc die casteelen die daer om laghen, leerende. Ga naar margenoot+ Ende riep tot hem die twalef, ende heeftse begonnen wt te seynden twee ende twee. Ga naar margenoot+ Ende gaf haer macht tegen die onreyne gheesten.

8

Ende heeft haer gheboden, datse niet nemen en souden inden wech dan alleene een roede, gheen male, gheen broodt, noch ghelt in haer gordel,

9

maer gescoeyt met solen, ende nyet gecleet wesen met twee rocken.

10

Ende hi seyde haer. Soo waer dat ghi in huys gaet, blijft daer, tot dat ghi daer wt gaet.

11

Ende so wie v niet en ontfanct, noch en hoort, wtgaende van daer, so scudt af dat stof van uwen voeten, haer tot een ghetuychnisse.

12

Ende wtgegaen zijnde, predicten, dat si penitencie doen souden,

13

ende worpen veel duuelen wt, ende salfden met olye veel crancken, ende maectense gesont.

14

Ga naar margenoot+Ende dye coninck Herodes heeft ghehoort (want sinen naem was bekent geworden) ende seyde. Ga naar margenoot+ Ioannes die dooper is verresen vanden dooden. Ende daer om wercken dye crachten in hem.

15

Die ander seyden, tis Helyas. Ende die ander seyden. Tis een Propheet, oft als een wten propheten.

16

Dit hoorende Herodes, heeft gheseit. Ioannes, die welcke ic thooft af ghesneden hebbe, dese is verresen vanden dooden.

17

+ Want Herodes heeft ghesonden, ende geuanghen Ioannem, ende heeft hem inden kercker ghebonden, om Herodias die huysurouwe van sinen broeder Philippus, want hi hadde haer ghetrout.

18

Want Ioannes seyde Herodi. Ten is v niet gheoorloeft te hebben dat wijf dijns broeders.

19

Ende Herodias leyde hem laghen, ende woude hem dooden, ende en mocht niet.

20

want Herodes ontsach Ioannem, wetende dat hy was een recht-[kolom]uerdich ende heylich man, ende hi nam hem waer. Ende als hi hem gehoort hadde, so dede hi veel ende hoorde hem gheerne.

21

Ende als een bequaem dach gecomen was wanneer Herodes van zijn gheboorte een auontmael maecte den ouersten, ende hooftluyden, ende principaelste van Galilea.

22

Ende als dye dochter van Herodias in gecomen was, ende gedanst hadde, ende als dat Herodi, ende die daer te samen aen die tafel saten behaecht hadde, soo heeft dye coninck tot dat meysken geseyt, begeert van mi wat ghi wilt ende ic salt v geuen.

23

Ende hi heeft haer gesworen also wat ghi van mi begeeren sult, sal ic v geuen, al waert ooc die helft mijns rijcs.

24

Ende si wtgegaen zijnde, heeft tot haer moeder geseyt, wat sal ic begeeren? Ende si heeft geseyt. Ga naar margenoot+ Thooft van Ioannes Baptista.

25

Ende ter stont haestelic ingegaen zijnde totten Coninc, heeft begeert, seggende. Ic wil dat ghy mi ter stont geeft inde platteel, thooft van Ioannes Baptista.

26

Ende die coninc droef wesende om den ghesworen eedt, ende die ghene die daer te samen aen dye tafel saten, en heeft haer nyet willen bedroeuen.

27

Ende den buel ghesonden hebbende, heeft gheboden zijn hooft daer in ghebrocht te worden. Ende heeft hem onthooft inden kercker,

28

ende heeft zijn hooft inde platteel gebrocht, ende heuet dat meysken gegeuen, ende dat meysken heuet haer moeder gegeuen.

29

Dwelck zijn discipulen gehoort hebbende, zijn gecomen, ende hebbent doode lichaem ghenomen, ende int graf geleyt. *

30

+ Ende die apostelen zijn tot Iesum ghecomen, ende hebbent hem al ghebootscapt dat si gedaen hadden, ende gheleert hadden.

31

Ende hi seyde haer, coemt aen deen side, in een woeste plaets, ende rust een weynich. Want daer warender veel dye daer quamen ende ghingen ende si en waren niet ledich om voetsel te nemen.

32

Ga naar margenoot+Ende si zijn te schepe ghegaen, tot de woeste plaets aen deen side.

33

Ende si hebbense sien wech gaen, ende veel hebben hem gekent. Ende wt allen steden zijnse ouer wech te voet derwaerts ghelopen, ende zijn voor hem daer ghecomen. Ga naar margenoot+

34

Ende Iesus wtghegaen zijnde heeft een groote scare gesien, ende is beroert met barmherticheyt tegen haer, want si waren als scapen, gheen herder hebbende, ende begonst haer veel te leeren. *

35

Ende als nv veel vanden dach voorby ghegaen was, Ga naar margenoot+ so zijn zijn discipulen tot hem gecomen seggende. Ga naar margenoot+ Dese plaets is woest, ende de vre is te hants verlopen,

36

ontslaet haer dat si gaen

[pagina D3v]
[p. D3v]

tot die omliggende woeningen ende dorpen, om haer broot te coopen dat si eten.

37

Ende hi antwoordende, heeft haer geseit. Geeft ghi haer dat si eten. Ende si hebben hem gheseyt. Sullen wi gaen ende coopen om twee hondert penningen broot, ende geuen haer dat si eten?

38

Ende hi seyde haer. Hoe veel broden hebt ghi? gaet ende besietet. Ende als zijt geweten hebben, seiden si, vijf ende twee visschen.

39

Ende hi heeft haer geboden, dat si haer allen souden doen sitten, bi waerscappen gedeelt int groene gras.

40

Ende si zijn geseten bi deelen gedeelt, by honderden ende vijftigen.

41

Ende als Iesus dye vijf brooden ende twee visschen genomen hadde, Ga naar margenoot+ opbuerende zijn oogen totten hemel, heeft gebenedijt, ende heeft die broden gebroken ende zijn discipulen gegeuen, dat zijse haer voorlegghen souden, ende die twee visschen heeft hi haer allen gedeelt

42

Ende si hebben alle gader gegeten, ende zijn versadet.

43

Ende si hebben op ghenomen twalef volle koruen, van die brocken ende van die visschen.

44

Ende die daer ghegeten hadden, waren vijf duysent mannen.

45

Ende ter stont heeft Ihesus zijn discipulen gedwongen in een schip te climmen, op dat si voor hem ouer die zee souden varen in Betsaida, tot dat hi dye scaren verliet.

46

Ende nae dat hi haer verlaten hadde, is hy op eenen berch gegaen om te bidden.

47

Ga naar margenoot++ Ende alst auont was, was dat schip int midden van die zee, Ga naar margenoot+ ende hi alleen opt lant

48

ende heeft haer gesien arbeydende int roeyen want die wint was haer contrarie. Ende ontrent die vierde wake tsnachts, is hi tot haer gecomen, wandelende op die zee, ende woude haer voor by gaen.

49

Ende als si hem ghesien hebben wandelende op die zee, meenden si dattet een scheem ware, ende si hebben zeer geroepen,

50

want si hem alle sagen, ende zijn verstoort geweest. Ende ter stont heeft hi met haer gesproken ende heeft haer geseit. Betrout ic bent, en wilt niet vreesen.

51

Ende hy is tot haer int scip geclommen, ende die wint heeft gerust Ende si hebben hen veel te meer verslagen,

52

want si en hadden niet verstaen vanden broden, want haer herte was verblint.

53

Ende na dien datse ouer geuaren waren, zijn si gecomen int landt Genezareth, ende zijn in die hauen gecomen

54

Ende als si wten scepe gegaen waren, ter stont hebben si hem gekent.

55

Ende lopende door alle dat omliggende lantscap, hebben begonnen die siecken in die bedden om te dragen, daer si hoorden dat hi was.

56

Also waer dat hy ingegaen was, in dorpen, in steden, oft in woningen, in straten [kolom] leyden si die crancken, ende baden hem, datse ten minsten den zoom van zijn cleedt mochten raken. Ende also veel alsser hem raecte, zijn gesont geworden. *

margenoot+
A

margenoot+
Luce. 4.d. Ioan. 4.f. ende vi.e

margenoot+
B
margenoot+
Luce. vi.c Mat. x.a Mar. iij.c. Luc. x.a

margenoot+
C
margenoot+
Luc. iij.d. ende ix.a mat. xiiij a

margenoot+
D

margenoot+
E

margenoot+
Mat. 9.f

margenoot+
Ioan. vi.a
margenoot+
mat. xiiij a Luc. ix.b.

margenoot+
F

margenoot+
G
margenoot+
mar. xiiij d


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken