Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iij. Capittel.

[kolom]

1

Ga naar margenoot++ INden vijfthienden iare des rijcs Tiberij des Keysers, Pontius Pylatus wesende een regent van Iudeen. Herodes wesende een vieruorst van Galileen. Philippus zijn broeder wesende een vieruorst van tlant Iturea, ende Trachonitis. Ende Lysanias een vieruorst van Abilenen,

2

onder den princen der priesteren Anna, ende Caypha, is geschiet dat woort des Heeren, op Ioannem Zacharias sone, inder woestinen

3

Ende quam in al dat lant gelegen bi der Iordanen, Ga naar margenoot+ predikende dat doopsel der penitencien, in verghiffenisse der sonden.

4

Als gescreuen is int boec der woorden Esaye des propheets, Ga naar margenoot+ Een stemme des roependens inder woestinen, bereyt den wech des heeren, maect recht zijn toepaden.

5

Alle dal sal veruult worden, ende alle berch ende hueuel sal slecht gemaect worden ende die boose dingen sullen zijn in geschicte, ende die scherpe in effene weghen.

6

Ende alle vleesch sal sien die salicheyt Gods. *

7

+ Hi seyde tot den scaren, die daer wt quamen, om van hem gedoopt te worden. Ghi geslachten der slangen, wie heeft v gewesen te vlieden vanden toecomenden toren?

8

Daerom doet waerdige vruchten des penitencijs, ende en wilt niet beginnen in v seluen te spreken, Ga naar margenoot+ Wi hebben Abraham tot eenen vader, want ic segge v, dat God machtich is, van desen steenen te verwecken Abrahams kinderen.

9

Want nv so is die bijl gestelt aen de wortel des booms Daerom alle boom, gheen goede vrucht makende, sal werden af gehouden, ende int vier geworpen.

10

Ga naar margenoot+Ende die scharen vraechden hem, seggende, Wat sullen wi dan doen?

11

Antwoordende, seide hi tot haer, Die daer heeft twee rocken, sal deelen die niet en heuet, ende die spijse heeft, sal des gelijcs doen.

12

Ende die publicanen quamen ooc, om gedoopt te worden, ende spraken tot hem, Meester, wat sullen wi doen?

13

Hi sprac tot haer En wilt niet meer doen, dan dat v gesedt is.

14

Oock die ruyteren vrachden hem, seggende, Ende wat sullen wi doen? Hi seyde haer, En doet niemant gewelt, noch en doet yemant te cort, ende weest te vreden met v soudie.

15

Tvolck vermoedende, ende alle ghader denckende in haer herten van Ioanne, oft hi mocht wesen Christus.

16

Ioannes heeft geantwoort, seggende tot hen allen, Ga naar margenoot+ Ic doope v metten water, maer daer sal comen na mi een stercker dan ic ben, wiens riem zijnder schoenen ick niet waerdich en ben te ontbinden, die sal v doopen metten

[pagina E4r]
[p. E4r]

heylighen gheest, ende met den vier.

17

Ga naar margenoot+Wiens wan is in zijn hant, ende sal suyueren sinen dorschuloer, ende sal verghaderen die tarwe in zijn schuer, maer dat kaf sal hi verbranden, met een onblusschelijck vier.

18

Ende veel meer ander dingen vermanende, kondichde hi den volcke. *

19

Maer Herodes die vieruorst, als hi van hem gestraft wert, Ga naar margenoot+ van Herodias zijns broeders wijf, van allen quaden die hi gedaen hadde,

20

heeft hi ooc bouen al dit mede ghedaen. Ende heeft gesloten Ioannem inden kercker.

21

Ende het is gheschiet, als al tvolc gedoopt worde, Ga naar margenoot+ dat oock Iesus gedoopt wesende, ende biddende, gheopendt is die hemel,

22

ende die heylighe gheest is neder ghedaelt, in een lichamelic gedaente, als een Duyf, op hem. Ende een stemme is geworden wt den hemel. Ghi zijt mijn lieue sone in v heb ick mijn behaghen.

23

Ga naar margenoot+Ende Iesus begonste te worden bi na .xxx iaer out, als hi ghehouden worde voor Iosephs sone.

Die was een sone Eli.

24

Die was een sone Mathat,

Die was een sone Leui,

Die was een sone Melchi,

Die was een sone Ianna,

Die was een sone Ioseph,

25

Die was een sone Mathathias,

Die was een sone Amos,

Die was een sone Naum,

Die was een sone Esli,

Die was een sone Nagge,

26

Die was een sone Maath,

Die was een sone Matathias,

Die was een sone Semei,

Ga naar margenoot+ Die was een sone Ioseph,

Die was een sone Iuda, Ga naar margenoot+

27

Die was een sone Ioanna,

Die was een sone Rhesa,

Die was een sone Zorobabel,

Die was een sone Salatiel,

Die was een sone Neri,

28

Die was een sone Melchi,

Die was een sone Addi,

Die was een sone Cosam,

Die was een sone Elmadam,

Die was een sone Her,

29

Die was een sone Iesu,

Die was een sone Elieser,

Die was een sone Ioram,

Die was een sone Matthath,

Die was een sone Leui,

30

Die was een sone Symeon, [kolom]

Die was een sone Iuda,

Die was een sone Ioseph,

Die was een sone Ionam,

Die was een sone Eliachim,

31

Die was een sone Melcam,

Die was een sone Menna,

Die was een sone Matatha,

Die was een sone Nathan,

Die was een sone Dauid,

32

Ga naar margenoot+Die was een sone Yesse,

Die was een sone Obeth,

Die was een sone Boos,

Die was een sone Salmon,

Die was een sone Naason,

33

Die was een sone Aminadab,

Die was een sone Aram,

Die was een sone Esrom,

Die was een sone Phares,

Die was een sone Iuda,

34

Die was een sone Iacob,

Die was een sone Isaac,

Die was een sone Abraham,

Die was een sone Thara,

Die was een sone Nachor,

35

Die was een sone Saruch,

Die was een sone Ragahu,

Die was een sone Phalec,

Die was een sone Heber,

Die was een sone Sala,

36

Die was een sone Caynam,

Die was een sone Arpharat,

Die was een sone Sem,

Die was een sone Noe,

Die was een sone Lamech,

37

Die was een sone Mathusalem,

Die was een sone Enoch,

Die was een sone Iared,

Die was een sone Malaleel,

Die was een sone Caynan,

38

Die was een sone Enos,

Die was een sone Seth,

Die was een sone Adam,

Adam die was Gods.

margenoot+
A

margenoot+
matt. iij.a. marci. i.a. Ioann. i.c. esaie. xl.a.

margenoot+
B

margenoot+
mattei. iij.

margenoot+
C

margenoot+
Ioann. i.c Marc. i.a. matt. iij.b.

margenoot+
D

margenoot+
mat. xiiij.a marc. vi.b

margenoot+
i.petri. i.d. Mat. iij.d ende .xvij. marci. i.b.

margenoot+
E

margenoot+
F
margenoot+
Matte. i.a

margenoot+
G


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken