Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde ick segge, + so lange als die erfghenaem een kint is, soe en is hi niet verscheyen van een knecht, als hi nochtans die heere is van al,

2

maer hi is onder voechden ende mombers, totter tijt toe, soe dye vader voorgeschict heeft.

3

Aldus, wi oock, als wi kinderen waren, waren wy onder die elementen des werelts, dienende.

4

Mer na dat die volheyt des tijts ghecomen is, heeft God sinen sone wtgesonden, gemaect wt een vrou, onderwpen die wet,

5

om dat hi die onder die wet waren, verlossen soude op dat wi door verkiesinge, trecht vanden kinderen vercrighen souden.

6

Ende, want ghi Gods kinderen zijt, so heuet God den gheest zijns soons wt gesonden in uwe herten, roepende, Abba, vader.

7

Aldus en zijt ghi nv gheen knecht, maer een sone, ende ist dat ghi zijt een sone, Ga naar margenoot+ soe zijt ghi oock erfghenaem door God. *

8

Ga naar margenoot+Maer doen ghi God niet en kende, diende ghi den ghenen, die van natueren gheen God en zijn.

9

Maer nv nademael ghi god kent, oft lieuer, zijt bekent van God, hoe wort ghi weder om ghekeert totten crancken, ende armen elementen? die ghi weder om van nieuwen op dienen wilt.

10

Ghi onderhoudt daghen ende maenden, ende tijden ende iaren.

11

Ick sorch van v, dat ick by auentuer te vergheefs bi v ghearbeyt hebbe.

12

Sijt als ick, want ick ben als ghi.

Broeders, ick bid v, ghy en hebt my nyet quaets gedaen,

13

ghi weet dat ick door crancheyt des vleesch v eerst Deuangelium ghepredict hebbe,

14

ende mijn veruolghinghe dye inden vleesch was, en hebt ghy niet veracht noch versmaet, Ga naar margenoot+ maer ghy hebt my ontfangen als eenen engel Gods als Iesum Christum.

15

Waer is dan v salicheyt? want ick gheef v getuych, haddet moghelick gheweest, ghi soudt v ooghen wt ghetoghen, mi ghegeuen hebben,

16

ben ick hierom v een vyant gheworden, v die waerheyt sprekende?

17

Si achteruolghen v niet wel, maer si willen v wt sluyten, op dat ghy haer achteruolghen soudt,

18

achteruolghet tgoet, altijt

[pagina L3r]
[p. L3r]

int goet, ende nyet alleen als ick teghenwoordich by v ben.

19

Mijn kinderkens, dye ick wederom bare, tot dat Christus in v ghebeeldt wort.

20

Ende ick woude, dat ick nv by v waer, ende mijn stem veranderen mochte, Want ick worde beschaemt in v.

21

Segt my, ghy dye onder dye wet wesen wilt, en hebt ghi die wet niet ghelesen? Ga naar margenoot+

22

+ Want daer staet ghescreuen, dat Abraham twee sonen hadde, een wt dye dienstmaecht ende een wten vrije wijf.

23

Maer dye ghene die wt dye dienstmaecht gheboren is gheweest, Ga naar margenoot+ dye is naden vleesch gheboren gheweest, maer die wten vrije, door die beloftenis.

24

Ga naar margenoot+Twelck, door byspraeck gheseyt is, Want dyt zijn twee testamenten, deen vanden berch Syna, tot eyghendom regnerende, welcke is Agar.

25

Want Syna is eenen berch in Arabia, ende is ontrent, dat nv Ierusalem ghenoemt wort, ende si is eyghen met haer kinderen.

26

Maer die Ierusalem, die bouen is, dye is vri, die onser alder moeder is,

27

want daer staet ghescreuen, Ga naar margenoot+ Verblijt v onuruchtbare, dye niet en baert, roept, ende crijt, ghy die niet beurucht en zijt, veel meer kinderen zijnder van die verlaten vrouwe, dan van die ghene die eenen man heeft. Ga naar margenoot+

28

Ende broeders, wy zijn kinderen des beloften na Isaac.

29

Maer ghelijckerwijs doen die ghene: die naden vleesche gheboren was, veruolchde den ghenen dye naden gheest gheboren was. Also nv oock,

30

maer wat seyt die scriftuer? Ga naar margenoot+ Worpt die dienstmaecht wt, ende haer sone, want dye dienstmaechts sone, en sal gheen erfghenaem wesen met die sone des vrien.

31

Hier om broeders, wi en zijn niet des dienstmaechts kinderen, maer des vrien, met welcker vriheyt Christus ons verlost heeft.

margenoot+
A

margenoot+
Mar. xiiii. Rom. viij.c

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
Ge. xvi.a. ende .xxi.a

margenoot+
Roma. ix.

margenoot+
D

margenoot+
Esay. liiij.
margenoot+
Roma. ix.

margenoot+
Gene. xxi


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken