Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina L4r]
[p. L4r]

[kolom]

[afbeelding]

Hier begint die Epistel die Sinte Pauwels ghesonden heeft totten Ephesien.

§ Dat eerste Capittel.

1

Ga naar margenoot+PAulus apostel Iesu Christi, door die wille Gods, Ga naar margenoot+ alle den heyligen welcke tot Ephesien zijn, ende alle den geloouigen in Christo Iesu,

2

Gracie si v ende vrede, van god onse vader ende den here Iesu Christo.

3

Gebenedijt si God, ende die vader ons heeren Iesu Christi, welcke ons ghebenedijt heeft met alle gheestelike benedictie, in hemelsche dingen door Christum.

4

Ghelijck als hy ons wtuercoren heeft in hem, eer die werelt was ghemaect, op dat wy heylich souden wesen, ende onbeulect voor hem, door die liefte.

5

Die ons voorschict heeft, Ga naar margenoot+ tot dye verkiesinghe der kinderen door Iesum Christum in hem seluen, nae tvoornemen zijns willes

6

tot lof zijns gracijs, door welcke hi ons lieftal ghemaect heeft in sinen lieuen sone.

7

In welcken wy hebben verlossinge door zijn bloet, tot verghiffenisse der sonden, na dye rijcdom zijns gracijs. Ga naar margenoot+

8

Welcke hy ons oueruloedich gedeelt heeft, ende alle wijsheyt, ende cloecheyt,

9

op dat hy ons dye verborghentheyt zijns wils openbaer maken soude, nae zijn wel behaghen. Welck hy in hem voorghesedt hadde,

10

tot een volbrenghinge des volheyts der tijden, op dat hy int gheheel alle dinck vernieuwen soude door Christum, Ga naar margenoot+ ende tghene dat in de hemelen is, ende dat in de aerde. Ga naar margenoot+ Inden seluen,

11

in welcke wi oock tot een erfdeel gheroepen zijn, voor gheschict zijnde na zijn voornemen, die alle din-

[pagina L4v]
[p. L4v]

gen werct, na den raet zijns wils,

12

op dat wi zijn moghen tot lof zijns glorijs, wy, welcke te voren in Christo ghehoept hebben.

13

In welcken als ghi gehoort hadt dat woort des waerachticheyts: dat Euangelium ws salicheyts, inden welcken, nae dat ghi oock gelooft hebt, zijt gheteekent door den heylighen gheest des beloftenis,

14

die welcke is een pant ons erfs, tot een verlossinghe des vercreghen besittincks, tot lof zijns glorijs.

15

Ende daer om, ick hoorende dat gheloof dat in v is, in Christo Ihesu, ende die liefde tot allen heyligen,

16

en houde niet op te dancken voor v, ende ws gedachtich te wesen in mijn ghebeden,

17

op dat God ons heeren Iesu Christi, dye vader der glorien, v gheuen moet den geest des wijsheyts, ende des openbaringhes, tot die kennisse zijns selfs,

18

ende dat dye ooghen ws herten verlicht zijn, op Ga naar margenoot+ dat ghy weten moecht, wat die hope is daer hy toe gheroepen heeft, ende hoe rijck dye glorie des erfs in zijn heyligen is,

19

ende wat de oueruloedige grootheyt zijns machts in ons is, dwelcke ghelooue naer dat werck des crachts zijnre stercheyts,

20

welcke hy in Christo Iesu ghewrocht heeft, als hy hem wt den dooden verwecte. Ende doen sitten heuet tot zijnder rechter handt, in hemelschen dinghen,

21

bouen alle heerlicheyt, ende macht ende cracht, ende heerschappie, ende alle naem die ghenoemt wordt, niet alleen in dese werelt, maer oock in dye toecomende. Ga naar margenoot+

22

Ende hy heuet alle dinck onder zijn voeten ghesedt, ende heeft hem ghegeuen een hooft ouer alle kercken,

23

welcke zijn lichaem is, ende een veruullinge des ghenen dye alle dinghen in alle dinghen veruult.

margenoot+
A
margenoot+
Gala. i.a ij.Corin. i. i.Petri. i

margenoot+
B

margenoot+
Gala. iiij.

margenoot+
C
margenoot+
Rom. viij.

margenoot+
D

margenoot+
Psal. viij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken