Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DEsgelijcs ghi vrouwen, weest onderdanich v mannen, Ga naar margenoot+ op dat de ghene die niet onderdanich en zijn het woort, moghen ghewonnen worden sonder twoort, door die conuersacie der vrouwen,

2

als si sien uwe suyuer conuersacie met eerbaerheyt vereenicht.

3

Wiens cieragie moet zijn niet buten, welcke is in die vlechtinge des haers, ende aensettinghe des gouts, oft in cleedinghe.

4

Maer die heymelike mensche die int hert is, ist dat dese derft alle gebrec, also dat dye geest behaechlick is, ende rustich, welcke geest in de oogen gods een groot ende costelic dinck is.

5

Want inde manier ooc voortijts die heilige vrouwen hopende in god vercierden haer seluen, ende waren haren mannen onderdanich.

6

Gelijc Sara ghehoorsaem geweest is Abrahe, hem heetende een heer wiens dochteren ghi geworden zijt, als ghi wel doet, ende nyet veruaert en wordt met eenighe anxt.

7

Ga naar margenoot+Die mannen te samen wonende, na de wetenscap, als mede deylende tcrancke vrouwelike dat die eere, als ooc mede erfghenamen der gracie des leuens. Op dat v gebeden niet behindert en worden.

8

+ Weest alle gader eendrachtelic int gheloof, Ga naar margenoot+ medelidende gelijc gesint, verciert met broederlijcke liefte, bermhertich, ootmoedich, toesprekende,

9

niet loonende quaet met quaet, oft scimpicheit met scimpicheit, met contrarie, gebenediende. Wetende dat ghi daer toe geroepen zijt, op dat ghi doort erue besitten moecht die benedictie. Ga naar margenoot+

10

Want die tleuen beminnen wil, ende sien goede dagen, die bedwinge zijn tonge vant quaet, ende zijn lippen, dat si gheen bedroch en spreken.

11

Gae van tquaet, ende doe goet. Soeck vrede, ende veruolghe haer,

12

want die ooghen des heeren zijn op die rechtuaerdigen, ende zijn ooren tot haer ghebedt. Weder om, het toesicht des Heren is op die gheen die quaet doen.

13

Ga naar margenoot+Ende wie isser, die v liden aendoen sal, ist dat ghi zijt nauolghers des goetheyts?

14

ymmer ist dat ghi wat lijdt om die rechtuerdicheyt ghi zijt salich. Voort, en wort nyet veruaert met haerder veruaernissen, op dat ghi niet en wort verstoort,

15

mer maect heylich Christum den heer in uwer herten. * [kolom]

Ende weest altijt bereyt, om te verantwoorden een yegelic die v vragende is, van die in v is hope ende geloue,

16

maer met sachtmoedichheyt ende vreese, hebbende een goede consciencie, op dat si int gheen, daer si v in achterclappen als sondige menschen, mogen bescaemt worden, die qualick spreken van uwe conuersacie in Christo.

17

Want het is beter, ist gods wil also, dat ghi weldoende lijdt, dan qualic doende

18

+ Want christus is eens voor onse sonden gestoruen die rechtuerdige voor die onrechtuaerdige, op dat hi ons brengen soude tot god, gedoot na den vlees, mer leuendich gemaect naden geest.

19

Inden welcken hi door den gheest comende, Ga naar margenoot+ heeft ghepredict die inden kercker waren,

20

dye voortijts ongelouich hadden geweest, doen si verwachten Gods lijdsaemheyt inden dagen van Noe, doen dye arcke bereyt worde in welcke luttel, dat is, acht menschen, behouden hebben geweest door twater.

21

Welcs figuer tdoopsel nv gelikende, ons ooc gesont maect, niet dafleggen der vuylheit des vleesches, mer die vraghinge der goeder conscientien voor God, door die verrisenisse Ihesu Christi * vanden dooden,

22

dye daer is aen dye rechter hant gods, verslindende den doot, onderdanich zijnde hem die engelen ende potestaten ende virtuten, op dat wij erfgenamen souden wesen des eewigen leuens.

margenoot+
A
margenoot+
i.Cor. xi c Col. iij.c Ephe. v.c

margenoot+
B

margenoot+
Pro. 28.c. Rom. xij.d

margenoot+
Psalm. 33. Iaco. i.d

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken