Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde ic heb gesien, ende siet, een lam staende opten berch Syon, ende met hem hondert vier en veertich dusent, hebbende den naem zijns vaders ghescreuen in haer voorhoofden.

2

Ende ic heb ghehoort een stem vanden hemel, als van veel wateren, ende als een stem van eenen groten donder, ende ic heb ghehoort een stemme van harpspeelders, dye op haer harpen speelden.

3

Ende si songen als een nyeuwe liedeken voor den stoel, ende voor die vier dieren ende ouders, ende nyemant en mochtet liedeken singen, dan die hondert ende .xliiij. duysent, die gecoft zyn vander aerde.

4

Dit zijnse, die met vrouwen niet besmet en zijn, wantet zijn maechden, dese volgen tlam, soo waer henen dattet gaet. Dese zijn ghecocht wt den menschen, die eerste vruchten God ende den lam,

5

ende in haren mont en is gheen bedroch gheuonden, want si zijn sonder vleck voor den throon gods. *

6

Ga naar margenoot+Ende ic heb gesien eenen anderen engel, vliegende doort middel des hemels, hebbende dat eewige Euangelium, op dat hi teuangelie prediken soude die opter aerden wonende zijn, ende alle heyden, ende gheslacht, ende tael, ende volc,

7

seggende met een grote stem. Vreest god ende geeft hem glorie, want die vre zijn ordeels is gecomen. Ende bidt hem aen, die hemel ende aerde, dye zee ende fonteynen der wateren gemaect heeft.

8

Ende een ander engel is hem geuolcht, seg-

[pagina R4r]
[p. R4r]

gende. Si is geuallen, si is geuallen, Babylon die grote stadt, want wt die wijn des gramschaps haer der oncuysheyts, heeft si allen heydens drincken gegeuen.

9

Ga naar margenoot+Ende die derde engel heeft haer na geuolcht seggende, met een grote stemme. So wie den beest ende zijn beest aenbiddet, ende een teeken in zijn voorhooft oft in zijn hant heeft,

10

dese sal oock van den wijn des gramschaps gods drincken, datter gemenget is met wijn inden kelc zijns gramschaps. Ende hi sal gepinicht worden mettet vier, ende solpher, woor die heylige engelen, ende voort lam.

11

Ende die rooc haerder tormenten, climt op inder eewicheyt, ende si en hebben gheen rust nacht ende dach, diet beest ende zijn beelt aenbidden, ende so wie dat teeken zijns naems ontfangen heeft.

12

Hier is die verduldicheyt der heyligen, die daer bewaren die geboden ende tgeloof Iesu.

13

Ga naar margenoot+Ende ick heb gehoort een stemme vanden hemel, seggende mi. Scrijft. Salich zijn die doden, die inden Here steruen van nv aen. Ia seyt die gheest, op dat si rusten van haren arbeyt Want haer wercken volgen haer.

14

Ende ic heb gesien, ende siet een witte wolc, ende op die wolc een sittende gelijc den soon des menschen hebbende op zijn hooft een gouden croon ende in zijn hant een scerpe seysen.

15

Ende een ander engel is wten tempel gegaen: roepende met een grote stemme tot die sittende was op de wolc Slaet v seysen ende mayt, want de vre is comen dat ghi mayen sout, want den oext der aerden is dorre geworden.

16

Ende die opte wolc sadt heeft zijn seysen op taerde geslagen, ende de aerde is af gemaeyt.

17

Ende een ander engel is gecomen wt den tempel welc inden hemel is, hebbende oec een scerpe seysen.

18

Ende een ander engel is wten outaer ghecomen, die macht hadde ouer tvier ende heeft geroepen met luyder stemmen, totten ghenen die de scerpe seysen had seggende. Slaet uwe scerpe seysen inder aerden, ende snijt af die wijnrancken des aerde, want haer druyuen zijn rijp.

19

Ende hi heeft zijn scarpe seysen geslagen inder aerden, ende heeft gesneden die wijngaert des aerde, ende hi heeftse geworpen inden geoten put des gramscaps Gods,

20

ende die put is buyten die stadt ghetreden, ende daer is bloet wt dien put gecomen tot die toomen der paerden, doer duysent ses hondert stadien.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken