Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde ic heb gesien inden hemel een ander groot ende wonderlick teeken, seuen Engelen, hebbende seuen laeste plagen, want in haer is dien toren gods veruult.

2

Ende ick heb ghesien als een glasen zee, ghemenget [kolom] met vuer, ende den ghenen die victorie hadden vant beest, ende zijn beelde ende van tgetal zijnder namen, staende op die glasen zee hebbende gods harpen,

3

ende songen tliedeken Mosi des knecht Gods ende tliedeken des lams seggende. Groot ende wonderlick zijn uwe wercken heere God almachtich, rechtuaerdich ende warachtich zijn v weghen conick der werelden.

4

Wie en sal dy niet vreesen Here, ende uwen naem niet groot maken? Want ghi alleen heylich zijt, want alle heydens sullen comen, ende sullen aenbidden voor v: want v oordeelen zijn openbaer.

5

Ga naar margenoot+Ende daer nae heb ick ghesien, ende siet daer werde opgedaen den tempel des tabernakels des getuychnis inden hemel.

6

Ende daer zijn wtgegaen vanden tempel seuen engelen, hebbende seuen plagen, gecleet met reynen blinckende lindewaet, gegordelt aen de borst met een gouden gordelen.

7

Ende een wt die vieren heeft die seuen Engelen gegeuen seuen goude scalen vol van de toren gods: die daer leeft van eewicheyt tot eewicheyt.

8

Ende de tempel is veruult geweest met roeck vander glorien gods, ende van zijn cracht, ende nyemant en mocht inden tempel gaen, tot dat die seuen plagen der seuen Engelen volyent werden.

margenoot+
A

margenoot+
B


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken