Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1981 (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1981
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1981Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1981

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.00 MB)

ebook (30.44 MB)

XML (3.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1981

(1981)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 12]
[p. 12]

Een lange winter aan zee
Vervolg van pagina 8

sche gronden geen dwingende verbanden tussen de gedichten liggen, maar dat de lezer door de presentatie van de drieënzestig eendere vormen naar samenhang zal zoeken en die zal vinden in het ‘overkoepelende thema....: het dualistisch ervaren, van de wereld’.

Ook op verhaalniveau zal de lezer een samenhang ervaren, als hij maar beseft dat het niet om een gewoon verhaal gaat, dat gekenmerkt wordt door een en toen en toen-structuur, maar om een verhaal dat gekenmerkt wordt door herhaling en opeenstapeling van isoleerbare gebeurtenissen, door een en en en-structuur. Allicht, we hebben met poëzie, niet met proza te maken. Het vreemde is dat Mosheuvel een overzicht geeft van echte verhaalelementen als tijd, ruimte en personen, maar in zijn inleiding gesteld heeft dat een lezer, die op grond van de titel een verhalend element verwacht, niet op die wenken bediend wordt en in verwarring kan komen.

Nog vreemder is dat die titel pas helemaal achterin het boek geïnterpreteerd wordt en zelfs enigermate betwist omdat er een discrepantie tussen een epische en een lyrische tendens in zit, zodat het wellicht nauwkeuriger zou zijn geweest winter aan zee te kiezen. Ik moet er niet aan denken: het hele idee van een periode - in poëzie vanzelfsprekend vaag te omlijnen - zou met die titel zonder het lidwoord ‘Een’ verdwenen zijn! De willekeur, de vergeefsheid, de verzachting zelfs op basis van een ritmische cadans: ook naar de knoppen. Door die titel een algemene strekking te geven, verdonkeremaant Mosheuvel het bijzondere ervan.

Ook op andere punten wordt een spanning tussen opzet en uitwerking geconstateerd, zo zou bij voorbeeld de integratie van de drieënzestig aparte teksten in één tekst niet helemaal geslaagd zijn. Ik kan die onder veel voorbehoud geuite kritiek helemaal niet volgen, ik denk juist dat het geheel er wel bij vaart dat de delen min of meer zelfstandig zijn. Het is Mosheuvels eigen werk dat lijdt aan een wanverhouding tussen geheel en delen: 44 bladzijden samenhang vooraf, 1 bladzijde titelverklaring achteraf en daar tussen in 212 bladzijden aantekeningen bij de afzonderlijke gedichten.

Systematisch

In het bovenstaande heb ik geprobeerd aan te geven hoe Mosheuvels vraagstellingen en de opbouw van zijn boek inderdaad tot vormloosheid en onleesbaarheid leiden, zodat zijn doelstelling - behulpzaam zijn - in de verste verte niet gehaald wordt. Het gekke is nu, dat ik veel gehad heb aan zijn studie, die ik ondanks mijn vertwijfeling met respect en bewondering gelezen heb. Respect om de steeds weer herhaalde bescheidenheid en besef van tekortkoming van de schrijver, die in allerlei denkbaars, mogelijks, wellichts van grote zin voor relativiteit en gevoel voor (grimmige) humor getuigt; bewondering om de hardnekkigheid en precisie waarmee een eindeloze en heilloze weg begaan wordt, wat je voortdurend dwingt om even stil te blijven staan en je te verstaan met de dierbare tekst. Veel meer dan in de voorafgaande proefschriften uit de Utrechtse school (Hannemieke Postma over Marsman, Cees van de Watering over Lucebert) besef je de mogelijkheden, de grenzen en onmogelijkheden van dit soort woord-voorwoord interpretaties, omdat Mosheuvel veel consequenter en systematischer te werk gaat.

Mosheuvels werkwijze daagt uit tot weerwerk. Ik geef één voorbeeld, willekeurig gekozen uit de derde afdeling van Een winter aan zee. Het laat zien hoe verschillend de leeservaringen kunnen zijn van doorgewinterde poëzielezers.

 
Vergaan zijn de droomschepen
 
der wereld. Ver zonvuur
 
en leege zee verdwepen
 
aan kimwolken een grootsch
 
weleer nog, maar naar hier
 
daalt vaal en allerwegen
 
uit den omtrek des doods
 
van ander vuur de aschregen.

Mosheuvel concludeert tot een enigszins pejoratieve (ongunstige) betekenis van dwepen, versterkt door het voorvoegsel ver, ‘dat veel betekenissen kan hebben, waarvan mij er hier twee terzake lijken: dwepen met verkeerd doel of gevolg en met het begrip “weg”, zoals in “verbruiken”.’

Tegenstelling

Ik zou het verband met vergaan en ver zonvuur voor hebben laten gaan, maar vooral de ongunstige betekenis lijkt mij niet zo vast te staan. Het ‘ongunstige’ zit in de tegenstelling tussen daar en hier, tussen zonvuur en ander vuur, die kimwolken hebben nog iets moois, zo men wil om mee te dwepen, maar dichter bij huis gaat het fout.

Mosheuvel leest in kimwolken een soort voorzetselvoorwerp, verbonden met het lijdend voorwerp groots weleer, vergelijkt de constructie met ‘Klaas en Marie vergooien aan drank een groot vermogen,’ ofwel wat waardevol is wordt omgezet in iets inferieurs.

‘Er is een onbevredigend element,’ zegt Mosheuvel dan, ik wil het graag geloven: ‘Onduidelijk blijft voor mij de omzetting van “groots weleer” in “kimwolken”. Het is mogelijk dat de tekst hier breekt onder het gewicht van een te zware betekenis- en beeldenlast.’

Vergeet het maar: kimwolken is een sleutelwoord, het is uit Roland Holsts idiolect gemakkelijk te voorschijn te halen, het komt in dezelfde afdeling nog een keer voor en dan in geheel neutrale betekenis. Wolken zijn bij Roland Holst altijd een projectie-scherm, en verschijnen beelden op, die zeker met zonsondergang veelkleurig en veelbetekenend zijn. Nog iets is er zichtbaar van een stralend verleden, dat in het heden overschaduwd wordt.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Een roosvenster. Aantekeningen bij 'Een winter aan zee' van A. Roland Holst


auteurs

  • Rein Bloem

  • over A. Roland Holst