Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft (1781-1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
Afbeelding van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuftToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (30.33 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 154]
[p. 154]

De musch en de tortelduif.

 
Menalkas minde Galaté:
 
Hy mogt, op zekren tyd, haar van zyn liefde spreken,
 
En om haar wederliefde smeeken,
 
Maar won geen voordeel door zyn bee.
 
Ach! zei ze, kwel my niet: gy moogt myn opzet weten.
 
Ik minde Licidas: hy zwoer my menigmaal
 
Dat ik zyn hart bezat: 'k vertrouwde op deze taal;
 
Maar ach: die Licidas heeft Galaté vergeten:
 
Hy koos Lizette tot zyn vrouw.
 
Doch schoon die Herdersknaap zyne eeden heeft geschonden,
 
Blyf ik aan mynen pligt getrouw.
 
Ik heb my door myn woord verbonden
 
Dat niemand buiten hem, hoe lang ik leven mogt,
 
Hoe sterk men ook myn liefde zogt,
 
Zou slagen in zyn wensch: gy kunt dus nimmer denken
 
Dat ik u myne hand zal schenken.
 
Menalkas ging met vryen voort,
 
En poogde Galaté, door teedre minneklagten,
 
Te doen verandren van gedagten;
 
Maar alles bleef vergeefs: zy hield zich by haar woord.
 
Menalkas Vader kwam om voor zyn' Zoon te vryen,
 
Maar Galaté wou naauwlyks lyen
 
Dat hy van trouwen repte, en zong haar ouden zang:
 
Haar weigering bleef sterk, en duurde dagen lang,
[pagina 155]
[p. 155]
 
Niets had de brave man haast onbeproefd gelaten
 
Om 't lieve meisje te bepraten.
 
Hy raadde zynen Zoon op 't voorwerp zyner min
 
Nu geen verwagting meer te stellen:
 
Doch eindlyk viel hem nog een nieuwe vinding in:
 
Hy kon met goeden zwier een fabeltje vertellen:
 
De schoone leende hem, wanneer hy sprak, gehoor:
 
Zy hoorde, met vermaak, den grysaart wat verhalen.
 
Dit dagt hem kon de zaak naar zynen wensch bepalen:
 
In zulk een hoop droeg hy haar 't volgend sprookje voor.
 
 
 
Een Muschje dorst de poging wagen
 
Om aan een Tortelduif, die kwynde van verdriet,
 
Op 't nedrigst om haar min te vragen,
 
Maar 't zugtend Duifje hoorde niet.
 
Het sprak, op droeven toon, ik wil myn trouw niet breken,
 
Al is my nog zoo klaar gebleken
 
Dat hy, met wien ik lang den zoetsten wellust vond,
 
Een ander gaiken zogt, en zyn beloften schond.
 
'k Zal nimmer naar 't gevlei eens andren minnaars hooren.
 
Geen aanzoek zal my ooit bekooren.
 
ô Muschje! kwel my niet: vlieg naar een ander toe.
 
'k Schrik van de liefde, ja, 'k ben zelfs de waereld moe.
 
Een oude Tortel kwam, op 't hooren van die reden,
 
Uit zynen schuilhoek voortgetreden.
 
En sprak; onnoosle Duif, my deert uw misverstand:
 
Gy wyst het Muschje van de hand,
 
Omdat uw wederhelst veranderd is van zinnen:
 
Doch om die reden moest uw hart,
 
Door de ontrouw al te veel gesard,
[pagina 156]
[p. 156]
 
Dat lieve Vogeltje beminnen.
 
Had u de wreede dood een' dierbren gade ontrukt,
 
Waar' door een sterfgeval uw liefste wensch mislukt,
 
Dan mogt ge uw leven lang dit harde lot beklagen,
 
En nooit een' ander liefde dragen.
 
Maar nu die Gade u snood verlaat,
 
En toont dat uwe trouw hem niet ter harte gaat,
 
Zyt gy van allen dwang ontheven.
 
Nu moogt ge een' ander' deel in uwe liefde geven.
 
Die taal voldoet de Duif: ze is thans volmaakt gerust,
 
En deelt met haren Musch in teedren minnelust.
 
 
 
Geen mensch hoeft Galaté de Fabel uit te leggen:
 
Zy weet wat de oude man met dit verhaal wil zeggen;
 
Het weert haar vorig misverstand,
 
Zy schenkt Menalkas hart en hand.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken