Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft (1781-1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
Afbeelding van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuftToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (30.33 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De vogelaar en nagtegaal.

 
Een Nagtegaal, die in zyn zoort een schrander beest,
 
En gantsch geen slegthoofd is geweest,
 
Werd door een Vogelaar op 't onvoorzienst gevangen;
 
Maar naauwlyks was hy in de klem
 
Of sprak, op hoop van gunst te erlangen,
 
Zyn' nieuwen meester aan, met een bedroefde stem.
 
 
 
Wat kan een mondvol vleesch u baten?
[pagina 151]
[p. 151]
 
Ik bid u dat gy dit bedenkt:
 
Doch zoo gy wilt aan my het lieve leven laten,
 
En uw' gevangen thans de blyde vryheid schenkt,
 
Zal ik u voorts te kennen geven
 
Drie zaken, daar gy in uw leven
 
Veel voordeels meê behalen kunt.
 
 
 
De Schutter stond als opgetogen,
 
Maar toen hy by zich zelf de zaak had overwogen,
 
Heeft hy aan 't beest fiat op dit request vergund,
 
Waarop de Zangster straks is van hem afgevlogen,
 
Maar was naauw buiten schoots, of deed haar woord gestand,
 
Want ongetrouwe en valsche schoften,
 
Die niet voldoen aan hun beloften,
 
Zyn onbekend in 't beestenland.
 
Ach! waar' het ook zoo by de menschen!
 
Doch met iets tegen schyn van alle hoop te wenschen,
 
Zou 'k toonen dat ik zelf niets had van 't beest geleerd,
 
't Geen tot den Vogelaar dus zyne reden keert.
 
 
 
Voor eerst dan, kwel u om geen zaken,
 
Die ver zyn buiten uw bereik,
 
En daar gy door uw magt zoo weinig aan kunt raken
 
Als aan den hoogen top van d' allerhoogsten eik.
 
Ten tweeden, hebt gy iets verloren,
 
Het geen men zeker en gewis
 
Weet dat niet weer te vinden is,
 
Gy moet u daarom noch bedroeven noch verstooren.
 
Ten derden, slaa toch nooit geloof
 
Aan ongeloofelyke dingen,
 
Maar houd uw hart en oogen doof
[pagina 152]
[p. 152]
 
Voor ieder, die u zulks zou tragten op te dringen.
 
 
 
Ik heb me nu van myne schuld
 
Gelyk een beest van eer gekweten:
 
Wil slegts myn lessen niet vergeten,
 
Dewyl ge u in 't vervolg daar wel by vinden zult.
 
Dit egter dient gy nog te weten,
 
Hoe dat ge een ongemeenen schat
 
Hebt laten vliegen uit uw handen,
 
Wyl ik een schoonen steen heb in myne ingewanden,
 
Wiens weergaê nooit een Vorst in zyn vermogen had,
 
Dien ik heb meegebragt uit vergelegen landen;
 
Een' steen, die voor het allerminst
 
Het grootste Struis - ei op zou weegen.
 
 
 
De Vogelaar, bedroefd om 't missen van de winst,
 
Die voor hem, zoo hy dagt, was in dien steen gelegen,
 
Had graag den Nagtegaal weer in zyn magt gekregen,
 
Hy deed al wat hy kon, en spaarde geenen list,
 
Maar wat hy deed of niet zyn aanslag is gemist.
 
Hy kon het diertje niet verleyen,
 
Derhalven ving hy aan met vleyen.
 
 
 
Ei lieve Nagtegaal, ach lieve Vogel, keer!
 
Gy zult, het geen ik u by alle Goden zweer,
 
U nimmer over my beklagen,
 
'k Zal zorgen dat ge uw levensdagen
 
In kommerlooze rust en volle weelde slyt:
 
Of, zoo de vrye lugt u beter kan behagen,
 
Maak u dien schoonen steen slegts in myn handen kwyt,
 
Gy wordt op staande voet ontslagen,
[pagina 153]
[p. 153]
 
Maar blyf me liever by, op dat ik, tot uw dood,
 
U weldoe als een' Vriend en waarden huisgenoot.
 
 
 
De schalke Vogel gaf ten antwoord op dit smeeken;
 
Nu ken ik regt uw dwazen aart,
 
Naardien gy list noch lagen spaart,
 
Om my, die buiten schoots ben van u afgeweken,
 
Te krygen onder uw geweld,
 
Waartoe ge u vrugteloos en zonder reden kwelt;
 
Ik mogt maar pas uw hand ontglippen,
 
Des vlei en smeek zoo veel gy wilt,
 
Het is maar praat en tyd gespild;
 
Een Vogel van verstand laat zich geen tweemaal knippen.
 
Gy zyt ook in uw hart bedroefd
 
Om 't missen van een' schat, waarmeê ge uw lusten streelde,
 
Als waar die schat een bron van alle vreugd en weelde,
 
Van alles wat een mensch tot zyn geluk behoeft.
 
Maar dagt ik dat gy zoudt gelooven
 
(Want deze dwaasheid gaat die andre nog te boven)
 
Dat in een ligchaam als het myn
 
Zoo groot en zwaar een steen kan opgesloten zyn?
 
Neen: 'k had het nooit gedagt, maar merk wel dat de gekken
 
Uit goeden raad geen voordeel trekken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken