| |
| |
| |
[YANG 74 - april 1977]
Overbodig
Karel Def zat naar de RTV te kijken. Je kent het wel, het programma waarin een verdwaalde reiziger door een hongerig wild beest achtervolgd wordt. Prachtig geakteerd: je kunt de doodsangst zo van het gezicht van de vluchte afschrepen.
De boodschap kwam toen een reusachtige Bengaalse tijger het slachtoffer bijna te pakken had.
Def verloor op slag alle belangstelling voor RTV-verhaaltjes.
Hij diende zich de volgende dag om tien uur stipt aan te melden bij de kontroleur voor dienstbetoon, de aasgier, populair gezegd. De oproep kwam niet helemaal onverwacht. Vier leerlingen was wel wat aan de magere kant, maar, kom, het kriterium lag tussen twee en tien, veel kopzorgen had hij er zich dan ook niet om gemaakt. Zelfs nu gaf hij zich nog wel een kans.
Veel zou afhangen van de stemming van de kontroleur, en van de richtlijnen van de hogere leiding. Def nam stift en papier - niets beter dan die ouwe dingen voor zoiets - en begon met het opstellen van zijn verdedigingsplan. Hij deed het zeer systematisch. Hij werkte koortsachtig door tot tien uur 's avonds, dan maakte hij de sinteze van zijn gegevens. Om elf uur ging hij naar bed, met een lichte marko; hij wou uitgerust op het appel verschijnen, maar zeker niet suf.
Hij ontwaakte de volgende morgen, onrustig, maar niet paniekerig. Hij nam een ligbad, kleedde zich zorgvuldig en netjes, maar niet luxueus. Hij at zelfs wat. En om tien uur stipt stond hij voor de deur van de kontroleur. Het was wel een slecht teken dat er op het bericht stond dat de school al verwittigd was... De deur schoof automatisch open toen hij er zijn hand naar uitstak. Karel Def was een normaal persoontje, middelmatig groot, nogal mager, dun van
| |
| |
haar, bruinblond... men zag dat hij kontaktlenzen droeg... hij had een ringbaard.
De kontroleur zat zwaar en log achter zijn bureau. Niet heel groot dat bureau, maar flink uitgerust: mini-komputer, auto-schrijfmachine, beeldband, noem maar op.
- Ga zitten, zei de kontroleur. Je mag roken als je 't wil.
Hij drukte de opnametoets van de beeldband in.
- Dank u, ik rook niet.
Er lag een fiche op het bureau. De kontroleur las halfluid.
- Karel Def... negenendertig... geboren te Gent... onderwijzer (wat gebroebel)... vier leerlingen.
Hij greep het blad van zijn bureau met beide handen vast en herhaalde.
- Vier leerlingen.
- Twee boven het gestelde minimum, zei Def, verdedigend.
- Juist, maar zes onder het maximum.
Hij zuchtte eens zwakjes.
- Als onderwijzer ben je natuurlijk op de hoogte van de rol van de kontroleur. Je zal dikwijls genoeg les gegeven hebben over de betekenis van de overbodigheid in een moderne wereld. Maar de wet schrijft voor dat ik je de bazisartikels over de procedure voorlees.
1. | De gedagvaarde levert zelf het bewijs van zijn bevoegdheid en nuttigheid. |
2. | De kontroleur beoordeelt objektief de gegeven beroepstoestand en de verdediging van de gedagvaarde. |
3. | De kontroleur geeft een pozitief of een negatief besluit op het einde van het verhoor. |
4. | Het verslag van het hele verhoor wordt op beeldband opgenomen. |
5. | Het wordt door de meerderen van de kontroleur gekeurd. |
6. | Er is geen verhaal op de beslissing van de kontroleur. |
De artikels werden monotoon voorgelezen in een vrij vlug tempo.
- Begrepen?
| |
| |
Def knikte. Zijn keel was droog. Het was warm in het bureau.
- We kunnen iets drinken, zei de kontroleur. Licht alkoholische dranken zijn toegestaan.
- Een biertje, zei Def.
Hij kreeg een bierbus.
De kontroleur dronk niet.
Zijn ogen waren te klein voor zijn gezicht en te bleek, lichtgrijs; sterk kontrasterend met donkere wenkbrauwen en bijna zwart haar.
- Je bent onderwijzer. Hoeveel dienstjaren?
- Vijftien.
- Juist. Ik veronderstel dat ik je eigenlijk niet hoef te zeggen, dat je hier twee dingen dient te bewijzen:
1) | dat je nog geschikt ben voor de opvoeding van onze kinderen, |
2) | dat je funktie als onderwijzer voor vier leerlingen nog sociaal en ekonomisch gerechtvaardigd is. |
Hij wachtte even.
- Ik wil er nog aan toevoegen dat je leerlingen op dit ogenblik verdeeld zijn over de klassen van je twee kollega's. Ze hadden er elk zes, ze hebben er nu elk acht.
- Begint dit niet naar overbelasting te zweven?
- Men spreekt enkel van overbelasting als het maximumkriterium - tien - overschreden wordt. Je wil met het tweede probleem starten?
- Nee, als ik het eerste niet kan bewijzen valt het tweede toch weg.
- Niet noodzakelijk, maar wel waarschijnlijk.
Karel Def begon lichtjes te zweten. Hij besefte dat het er hard zou aan toegaan. Hij begon op de kleine gewoontes van de kontroleur te letten. De man had last om zijn zware gestalte rustig in zijn stoel te houden. Zowat om de minuut ging hij lichtjes verzitten. En telkens hij een opmerking maakte tikte hij met zijn rechterwijsvinger op het bureaublad. Leerlingen met dergelijke hebbelijkheden werkten in de klas het meest op zijn zenuwen. Al besefte hij wel dat hij ook zijn gebaartjes had. Hij had de onweerstaanbare neiging om bijna voortdurend met de linkerhand aan zijn baardharen te trekken.
Def zette de aanval in.
| |
| |
- Ik denk dat ik in elk geval beter geschikt ben voor de opvoeding van de kinderen dan de machines waardoor men mij wil vervangen.
- Niet alleen door machines. Maar als je dat zou kunnen bewijzen...
- Men heeft er nooit aan getwijfeld dat de mens niet helemaal uitgeschakeld kan worden bij de opvoeding.
- O, nee? Ik dacht dat men nog niet over de geschikte batterij toestellen beschikte, of dat die er wel was, maar dat de opleiding dan nog duurder uitviel dan met een levende leerkracht.
- U spreekt van opleiding, ik heb het over opvoeding.
- Is dat niet hetzelfde?
- Natuurlijk niet. Opleiding is dressuur. Bij de opvoeding spreek je alle menselijke waarden aan.
- Zonder dressuur?
- Een zekere hoeveelheid dressuur komt er ook bij te pas, maar er is meer.
- Menselijke waarden. Goed, daarover hebben we het later wel. Je geeft dus toe dat je het wat de opleiding betreft niet kunt halen tegen een komputerbatterij?
- Ik geef niets toe.
- Veronderstel dat we je alle komputerhulp ontnemen, zou je de leerlingen een even goede opleiding kunnen verstrekken als vroeger.
- Alleen niet, maar samen met mijn kollega's zou ik er wel in slagen. Werkverdeling doet wonderen in zo'n geval.
- Even goed?
De kontroleur zat naar de emograaf te kijken. Het had geen zin de kontroleur iets wijs te maken, de emograaf zou het onmiddellijk verraden. Hij moest voor zijn mening uitkomen.
- Waarschijnlijk niet.
De kontroleur reageerde helemaal niet. Hij ging weer eens verzitten.
- Je geeft dus de superioriteit vande komputerbatterij toe bij de gewone opleiding van de kinderen. Maar je vindt dat je er toch nog nodig bent. Zou je dat even willen toelichten.
Def ging weer in zijn baard graaien. De kontroleur volgde de bewegingen zonder enig teken van afkeu- | |
| |
ring te laten blijken.
- De leerstof dient niet alleen in het geheugen ingeprent, je moet ze ook verwoorden, verbinden met andere stof, een plaats geven in een struktuur.
- En daarvoor is je hulp noodzakelijk?
Jij meent dus te beschikken over een sinteze van de kennis die in de komputers opgestapeld zit?
- Niet helemaal. Dat zou niet kunnen. Maar ik heb wel een schematisch sintetisch overzicht van de voornaamste menselijke verworvenheden die voor mijn leerlingen van belang zijn.
- En die kan niet door komputers bijgebracht worden?
- Niet op de juiste manier. Een dergelijke overzichtelijke kennis dient geleidelijk geassimileerd te worden.
- Waarom?
- Kennis moet tot persoonlijk bezit uitgroeien. Je dient er iets voor te doen. Als je de sinteze opbouwt op eigen kracht gaat ze veel meer voor je betekenen.
- Waarom? Maak je je meubelen zelf?
- Nee, maar als ik het deed zou ik ze meer waarderen. Ze krijgen een sterkere gevoelswaarde.
- Is dat een voordeel?
- Ik meen van wel.
- Over waarden hebben we 't later wel. Jij denkt dus dat je voor de kinderen een noodzakelijke faktor bent voor het veroveren van een schematische sintetische kennis. Kunnen de leerlingen dat niet alleen bolwerken? Kursus 43 B geeft naar mijn oordeel toch een zeer duidelijk sintetisch overzicht.
- Jazeker, maar je hebt dan weer geen verwoording, geen menselijk kontakt.
De kontroleer wachtte even, ging verzitten.
- Jij hebt IQ 125. De minste van je leerlingen heeft minimum 140, anders zou hij niet in aanmerking komen voor een gespecializeerde opleiding. Als ze alles onder mekaar bespreken komen ze er toch ook wel. En dan doen ze het helemaal alleen, zonder enige hulp. Dat is toch weer een pluspunt.
Juist. Def geraakte enigszins in de war. Hij ging vlugger praten, gestikuleren.
- Al hebben die leerlingen een IQ van 150 of meer,
| |
| |
het blijven kinderen. Ze hebben leiding nodig. De kontroleur trok zijn ogen iets wijder open.
- Aha, er wordt niet meer gesproken over opleiding, maar over leiding. Je geeft de opleiding met een gerust geweten over aan de komputers?
Def kon er zich niet toe brengen te knikken. Maar hij reageerde niet.
De kontroleur bleef enkele ogenblikken volstrekt onbeweeglijk zitten. Zijn ogen waren star op Def gericht.
Plots begon hij weer te spreken.
- Leiding in de klas! Wat versta je onder leiding? Def was zeer voorzichtig.
- Als er niemand was die de leerlingen werk gaf, die hun werk kontroleerde, zouden ze niets doen.
- Autoriteit dus.
- Niet alleen autoriteit.
- Wat dan nog?
- Binding.
- Sexueel?
- Nee, identifikatiebinding.
Pauze.
- We onderzoeken eerst de autoriteit.
Def nam het initiatief.
- Je hebt eerst en vooral de persoonlijke autoriteit, de autoriteit van de gewone klassedag. Hoe begaafd ook de leerlingen moeten tot leren gestimuleerd worden. Ik weet wel dat het ideaal van de meeste kunstenaars in het onderwijs geweest is zichzelf uit te schakelendoorde leerlingen taken voor te zetten die hen zodanig interesseren, dat ze tot zelfwerkzaamheid komen: de konstruktie van een geliefd speeltuig, bvb. Maar dit ideaal is nooit blijvend bereikt en ik zie het ook in onze tijd niet te halen.
Er moet dus op de kinderen een zekere druk uitgeoefend worden.
- Hoe doe je dat? Veronderstel dat één van je leerlingen weigert te werken. Ik denk niet dat je er dan begint op los te slaan.
- Ik verwittig de ouders of de bevoegde instantie.
- Je ontleent dus je persoonlijke gezag aan het sociale. Je bent zelf van geen enkele betekenis.
| |
| |
- Toch wel, ik ben een noodzakelijke tussenschakel. En als ik wat geluk heb, komt het met sommige leerlingen tot een identifikatiebinding. Ze laten dan hun belangen gedeeltelijk met de mijne gelijk lopen en komen zonder druk tot plezier in het werk.
- Je zegt zelf, soms, met sommige leerlingen. Zeer twijfelachtig geval. Heb je al gehoord van WV? Def schudde het hoofd. Hij veegde zweetdruppels van zijn voorhoofd. Hij ging ernstig twijfelen aan de mogelijkheid om het er goed af te brengen.
- WV is een nieuw produkt dat sinds een paar jaar met de verversingslucht in de fabriekshallen verspreid wordt. WV-werkvoldoening. Het maakt je aktief, tevreden in je staat, blij met je prestaties. Van volgende maand af wordt het ook in alle scholen gebruikt. Het onderwijs hinkt altijd een beetje achteraan, schijnt het. Het handhaven van de autoriteit zal dus geen probleem meer zijn.
Def verdedigde zich nog, maar hoofdzakelijk voor de vorm. Angst kneep zijn maag samen.
- Blijft nog altijd het voordeel van het persoonlijk kontakt, de mogelijkheid tot pozitieve identifikatie. De kontroleur trok zich recht en schokte zwaar tot dicht bij de emograaf. De overwegende kleur was vaaggroen nu.
- Je geeft het vlug op, zei de kontroleur. Ben je er echt van overtuigd dat identifikatie met een figuur als jij heilzaam voor de leerlingen kan zijn? Ten slotte heb je het niet ver geschopt in het leven.
Het klonk niet vernederend, het was de vaststelling van een feit.
- Als ze aan mij blijven hangen niet, maar later vinden ze wel een sterkere persoonlijkheid om zich aan op te halen.
- Blijft het gevaar dat ze aan je gefixeerd blijven.
- Zeer gering gevaar.
- Maar het bestaat.
- Je blijft dus een voorstander van toevallige bindingen?
- Niet echt toevallig.
- Juist, maar zeker niet echt geleid. Weet je hoeveel percent van de kinderen uit de leeftijdsklasse van je
| |
| |
leerlingen uit gezinnen komen?
- Ik schat zowat 40 percent.
- De laatste cijfers geven 19,21 percent. Meer dan 80 percent werd in instellingen grootgebracht. Ik hoef je niet te zeggen dat de bindingen daar wetenschappelijk voorbereid worden en voortdurend gekontroleerd en geëvalueerd.
- Vind je dan niet dat het tijd wordt om die tendens in de scholen voort te zetten? Trouwens er is een onderzoek ingesteld naar de identifikatiebindingen bij schoolkinderen. Je staat er niet zo goed voor, hoor. Volgens de laatste cijfers werd slechts bij 1,9 percent van de 100000 onderzochte kinderen een binding met een levende persoon vastgesteld. Al de anderen hingen aan RTV-figuren. Onze TV-pedagogen hebben schitterend werk geleverd. Alle figuren die ze gekreëerd hebben, Ben de Beer, Leo, Superman halen overweldigende percenten.
- De levende persoonlijkheid krijgt geen kans meer.
- Is dat een nadeel?
- Aan hoeveel mensen rondom je kan je je spiegelen? Voor hoeveel mensen kan je respekt opbrengen?
- Voor heel weinig. Maar erzijn er: mijn grootvader, die opzichter was in het natuurrezervaat ‘de Schelde’, een ouwe boer die in het rezervaat werkte...
- Figuren uit een ver verleden.
- Echte mensen.
- Die menselijke waarden kennen. Die menselijke waarden waarop je blijkbaar altijd terugkomt, wat bedoel je daar eigenlijk mee. Noem eens een paar menselijke waarden.
Def kreeg eindelijk de kans om zijn goed voorbereide speech te houden. Maar het ging niet van harte. Hij was vrijwel zeker dat het toch niets zou uithalen. Zijn mond was droog, hij zweette nu volop. Meer dan ooit zocht hij steun bij zijn baard.
- Wat wij willen is de vrijwaring van de menselijke vrijheid. Ik bespreek de verschillende politieke en wetenschappelijke problemen met de kinderen. Ik stel hun geest open. Ik laat ze de voor- en nadelen van de verschillende wereldbeschouwingen opzoeken, ver- | |
| |
woorden, waarderen.
Ik dring hen niets op. Ze zijn vrij.
- Halt!
De kontroleur sprak rustig, zonder veel nadruk.
- Je bent een tegenstander van endoktrinering? Heb je een sterke politiek voorkeur?
- Ik ben een demokraat.
- En je tracht natuurlijk die geestesgesteldheid bij de kinderen in te prenten.
- Ik laat ze vrij.
- Maar onderbewust richt je ze naar je eigen wereldbeeld.
Als er een persoonlijke binding gelegd wordt, nemen ze je ideeën over. Jij endoktrineert onbewust. Wat zeer gevaarlijk is, want er bestaat geen verweer tegen.
- De binding kan vlug overwonnen worden.
- Ja, maar de denkgewoonten blijven.
Pauze.
- Wil je eens drinken?
De vraag kwam erg onverwacht.
- Graag.
In een teug dronk Def een bierblik leeg.
- Ik heb hier een kursus over politieke informatie.
Wat denk je ervan, is die degelijk?
- Ja.
- Neutraal?
- Ja.
- Kan jij neutraler zijn dan een komputer?
- Nee, maar een komputer kan de kinderen niet bewust maken van het belang van het vrije denken. Ik wel.
- Denk jij vrij?
- Ik probeer het te doen.
- Wat is vrij denken?
- Niet gebonden door dogma's van buiten opgelegd.
- Innerlijke pressie mag dus wel. Jij bent emotioneel gekonditioneerd door je milieu, door je hele opleiding. Jij bent evengoed gekonditioneerd als de eerste de beste dogmatische dweper.
- Maar uit persoonlijke ervaring gegroeid.
- Wat is het verschil?
Bij jou is er geleidelijk aan een engagement gegroeid
| |
| |
onder invloed van je milieu en je karakter. Bij de ander is het opgedrongen. Het rezulaat is hetzelfde.
- Nee, vermits ik de indruk heb dat ik zelf mijn engagement heb opgebouwd, aanvaard ik ook de mening van de ander.
- Doe je dat werkelijk? Aanvaard je bevoorbeeld dat een geëngageerde leider die allerlei dogma's opdringt, gelijk kan hebben?
Def zocht vertwijfeld naar een antwoord. Ideeën tolden om en om in zijn brein, werden doorkruist door angstgedachten.
De kontroleur schoof een bierbus naar Def toe. Def dronk de bus gulzig leeg, bijna automatisch.
- Zie je, zei de kontroleur. Je hebt niet veel geluk met je individuele evolutie.
Hij suggereerde praktisch het antwoord.
- De mens is het hoogtepunt in de evolutie van het leven, zei Def, zonder veel geestdrift.
De kontroleur beschouwde hem een paar sekonden, een beetje afwezig, een beetje uit de hoogte: biologisch.
- Geloof je dat echt? Geloof je dat een mens biologisch en kosmisch meer betekent dan een mier?
- Natuurlijk, de mens heeft intelligentie, fantazie.
- Fantazie? Je vindt het dan waarschijnlijk ook niet verantwoord dat artiesten in psycholabo's terecht komen?
- De meeste kunstenaars waren wel min of meer ontregeld.
- Plato wist het al. Nee, laat je fantazie maarvallen. De mens is als funktioneel wezen niet beter dan een mier. En zelfs al zou je gelijk hebben... veronderstel dat de mens inderdaad de top van de evolutie is... op dit ogenblik. De mens is geen eindpunt. Wie zegt je dat de cyborg niet de volgende stap in de keten is. En dan mag je wel met alle verschuldigde eerbied over de komputer spreken.
De waarde van de mens zit in zijn funktie. Nu heb jij voor mij waarde, omdat individuen van je soort, mijn job waarborgen.
Je leerlingen hadden voor je enige waarde, nu niet meer, je bent overbodig.
| |
| |
Het woord was eruit.
Delf voelde zich vernietigd. Hij had de kracht niet om te replikeren.
- Drink nog een biertje, zei de kontroleur.
Def schudde alleen eens zijn hoofd. Hij beefde over zijn hele lichaam. Een paar van de zinnen die hij bij zijn verdediging gebruikt had herdacht en herdacht en herdacht hij: niet gebonden door dogma's... niet gebonden door dogma's van buiten opgelegd... niet gebonden door...
- Ik moet het officieel uitdrukken, zei de kontroleur.
Vermits de gedagvaarde, Karel Def, ons niet heeft kunnen overtuigen van de funktionele waarde van zijn beroepsstatus, wordt hij als overbodig beschouwd, een last voor de gemeenschap. Waarvan akte.
Het was stil in de kamer.
Def rilde alsof hij kou had. Een andere flard aaneengeregen woorden joeg door zijn brein: identifikatie... identifikatiebinding... identifikatiebinding verbreken... iden...
Wat nu?
- Zie je de drie deuren? vroeg de kontroleur.
Def bleef hem niet-begrijpend aanstaren.
- Er zijn drie mogelijkheden. Als je de eerste deur binnenstapt, kom je vlug en pijnloos aan je einde. Echt waar...
Hij wachtte even. Liet zijn woorden doordringen. Def viel weer in de realiteit. Hij trok aan zijn baardharen tot het zichtbaar pijn deed.
- De tweede deur leidt naar een bureau. Daar worden inschrijvingen voor de Marsmijnen aanvaard.
Daar komt het einde niet vlug, niet pijnloos.
Hij wachtte weer. Hij tikte met zijn vinger een bepaald aantal sekonden af.
- De derde deur... een verrassing.
Tien sekonden tikte hij af.
- Als het je interesseert. 50 percent van mijn klanten kies de mijnen - je leeft toch, hee -, 10 percent de onmiddellijke..., blijft dus 40 percent voor de verrassing.
Tien sekonden.
| |
| |
- Mag ik raden wat jij zult kiezen?
Het klonk alsof hij een spelletje voorstelde. Neutraal, vlot. Def zat nu met allebei zijn handen in zijn baard. Zijn buikspieren waren krampachtig samengetrokken. Er kwamen alleen nog woorden.
- Verrassing... mijn... verrassing... verrassing...
- De verrassing, zei hij, bijna automatisch.
- Juist.
Voor het eerst sinds het begin van de ondervraging verscheen er een zweem van uitdrukking op het gezicht van de kontroleur. Even glunderde hij.
- Je hebt recht op een sterke marko, of op een fles drank naar keuze. De kontroleur deed een muurkast open. Ze stond vol flessen van allerlei slag.
- Een fles gin, hoorde Def zichzelf zeggen.
- Hier, wil ik er de dop afdoen?
- Nee.
Het ging moeilijk met trillende handen, maar hij kreeg de dop eraf.
- Hoe lang heb ik?
- Och, ik heb geen haast, je doet maar.
Def had eigenlijk nooit van sterke drank gehouden. Hij zette de fles aan zijn mond en dronk een teug. Hij kokhalsde. Hij keek even naar de kontroleur. Dan wierp hij de fles met alle kracht die in hem was naar de kast. Een tiental flessen ploften op de grond. Def stond al voor de derde deur, stootte ze open. Hij zag een steil-dalende koker voor zich. Hij gleed weg, schoof naar beneden.
Hij was al bijna halfweg toen hij het gebrul van de hongerige leeuwin hoorde.
Carlos De Vriese
|
|