Yang. Jaargang 13(1977)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Joseph Avers Geen anker om uit te werpen De reis had jarenlang geduurd En nu was hij weer terug aan De voet van zijn geboortestad, ommuurd, Waar hij voor de poort bleef staan. Hij nam de stad in ogenschouw En merkte verwonderd op dat Het beeld van menig vreemd gebouw Zijn herinnering sterk veranderd had. Getroffen liep hij verder door en Kwam uiteindelijk aan de weet, Dat het hem niet meer kon bekoren Zoals het lang geleden deed. Hij kon slechts aan zichzelf verhalen Dat hij hier nu een vreemde was, Hij zonder moeite kon verdwalen En hier zijn reislust niet genas. Vreemde straten, andere pleinen, Niets was langer herkenbaar. Nostalgie begon te schrijnen, Maar dat was zinloos gebaar. Dus besloot hij te vertrekken, Zonder wetenschap waarheen. Niets kon zijn verblijf nog rekken, Niets verdiende stil geween. Hij verdween tussen de bomen Op een avond zonder maan. Niemand had hem aan zien komen, Niemand zag hem ook weer gaan. Vorige Volgende