Innerlijke visioenen
Precies twee jaar geleden, in het Paleis voor Schone Kunsten, doorliep ik aan de zijde van Robert Giron de tentoonstelling Pierre Vlerick, keurig klaar voor de vernissage. Op een bepaald moment bleef de onvervangbare animator staan voor een bijzonder goed schilderij en zei: ‘Voistu, c'est une peinture que je voudrais acheter... pour les jours sombres.’ Met dit compliment is natuurlijk niet alles gezegd over Vlerick, maar de kern van de zaak werd blootgelegd: een kunst vol kalme, rustige levensblijheid in een tijd van angstige onzekerheid, krachtpatserij, lawaai en geweld; een kunst van contrasten zoals die van de Meesters van Siena in de beroerde eeuw van de Italiaanse broedertwisten of die van de Chinese dichters in de tragische periode van de ‘Vechtende Rijken’. Maar, indien het schilderwerk van Vlerick als een oase voorkomt, daarom is het nog geen sprookje voor zoete kinderen. Hier gaan helderheid en optimisme gepaard met beheersing, inzicht en verdiepte levensernst. Laten de Zenkenners - de echte en de pseudo's - hier een lesje nemen hoe men de cosmische adem kan voelen in de stille tuin van de abstractie zowel als in de orkanen van het expressionisme.
De tuinen van Vlerick - want tuinen zijn het - werden niet naar de natuur gecopieerd doch, naar het woord van Permeke, geschapen met de ogen toe: innerlijke visioenen, gesublimeerde synthesen van alles wat men grondig heeft gezien, begrepen en bemind. Denk aan Picasso's: ‘Peindre les choses non comme on les voit, mais comme on les connaît.’
Gewis, er vallen in dit oeuvre een aantal invloeden aan te wijzen en de kunsthistorici zullen niet nalaten dit ter dege uit te pluizen, wat niet belet dat Vlericks kunst in onze tijd een zeer persoonlijke stempel draagt en bovendien een leemte heeft aangevuld die in de moderne schilderkunst voorkwam: namelijk het aanknopingspunt met de principes van de Nabi's, inzonderheid met het picturaal genie van Bonnard. De grote les van Pont-Aven, toen Paul Sérusier onder de leiding van Gauguin ‘Le Talisman’ schilderde en zocht naar een synthesis van het impressionisme buiten alle optische trues en pointillistische procédes, werd door Vlerick begrepen en uitgewerkt tot, wat ik eens genoemd heb, zijn ‘abstract impressionisme’.
Ben ik bezig de man over het paard te tillen? Ik geloof het niet want, afgezien van alle theoretische beschouwingen, meen