Yang. Jaargang 17(1981)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Teruggang Ik wou een draagbaar mondje in mijn solospel betrekken om drijvend te blijven op het stille water van de vlakke dagen. Je mag geen bange vogel aan een uitgezongen kermisganger toevertrouwen, een kleurloze bloem voorbehouden voor een koel koud graf. Als je gelooft in geschenken voor opgewonden herberglopers, leg je teatraal, opgestapelde gedachten weerloos bloot. Ik wou de eerste vreugde drinken. Graag in overdaad berusten. Vreemde muren sieren en moedig banken pijn verbranden. Achilles M. Surinx Vorige Volgende