- Maar uuh... wat voor verkoop?
Nu kijkt Zeger Zilverling geheimzinnig. Er zweemt iets als een geniepig lachje over zijn gezicht. Hij likt zijn lippen alsof er honing op zit, met een langzame tong.
- Het Droompakket, mijn beste man. U kent toch ons Droompakket? Zeg nu vooral niet dat u ons Droompakket niet kent.
- Uuuh... zegt Adam, want hij hoort voor het eerst van zijn leven van dat Droompakket.
- Juist. En nu leer ik u meteen de fijne kneepjes van ons vak. Kijk, hier heeft u zo'n Droompakket, deel 1. Ziet u daar in koeien van letters de prijs op staan: 70 fiastro's? Dat is uiteraard een nepprijs. Een vondst van onze verkoopsdirekteur, vindt u niet?
- Een nepprijs? echoot Adam.
- Da's toch duidelijk, brave man. De aanmaak van zo'n pakje kost aan RR op de kop acht fiastro's, verpakking inbegrepen. Normale verkoopprijs: zo'n 25 fiastro's. Maar we drukken levensgroot op de verpakking: 70 fiastro's. En jij levert zo'n pakje aan je klanten voor het zachte prijsje van 40 fiastro's. Snappie? Ze happen erin, vent, als ware het roomboter. Ze geloven dat ze dertig fiastro's WINST maken, de sukkels. Zeventig min veertig is dertig.
Adam knikt, tegelijk een beetje overdonderd en een beetje afwezig. Zeger knipoogt samenzweerderig. Hij geeft Adam een schouderklopje, zo van: hebben we toch weer fijn gelapt, jij enik.
- Moderne verkoopstechnieken, zegt hij nonchalant. Geleerd in Amerika. Voor mijn part mag je elk pakje ook à 45 fiastro's verkopen. Die vijf fiastro's extra zijn dan mooi in 't zwart meegepakt. Als je maar uitkijkt dat de grote baas van RR er geen lucht van krijgt. Anders zwaait er wat. Die heeft hoge morele principes. Die wil dat zijn verkopers bloedeerlijk zijn.
- Maar uuh... wat moet ik verkopen? Wat zit er in die pakjes?
- Het zijn Droompakjes, kerel. Dromen. Bedrog. Want dromen zijn bedrog. De mensen willen bedrogen worden, zoals je weet. Je verkoopt hen precies waar ze om janken: dromen. Een menslievende bezigheid, de mensen geven waar ze eigenlijk zitten naar te snakken. Mooi werk, edel werk. Je verkoopt maandelijks tweehonderd, misschien wel driehonderd dromen. Prachtig is dat.
- U bedoelt dus: bedrog, zegt Adam stroef.
- Juist, kerel! Een markt die nooit opdroogt. Ik lever u morgen een voorraadje van, laat es kijken, van vierhonderd pakjes. Om mee te beginnen. Daar bent u na zowat anderhalve maand zeker doorheen. Hier is mijn kaartje met naam, adres, telefoonnummer. Bijbestellen altijd mogelijk. En nu ondertekenen, graag. Hier, en ook je naam invullen. Hoofdletters, goed lessbaar. En hiér handtekenen.
Hij duwt Adam een gouden vulpen in de vingers en wijst waar de handtekening moet komen. De vulpen krast een beetje, alsof ze zachtjes protesteert. Als Adam de o van Rozereyn schrijft, maakt hij een vlek. Net een vlinder, denkt Adam, net één helft van een vlinder, gek.
Zeger Zilverling plooit het contract dat Adam ondertekend heeft, zorgvuldig dicht nog voor de vlek opgedroogd is. Misschien is het nu een hele vlinder geworden, denkt Adam. Maar hij kan niet van het blad wegvliegen, hij zit gevangen in mijn contract.
Zeger drukt Adam de hand, loopt naar de deur. Zijn zware lichaam danst meer dan het loopt, alsof er springveren in zijn zolen zitten, of in zijn knieën.
- Succes met de verkoop, zegt hij in de deuropening over zijn schouder. Driehonderd haal je makkelijk. Niet aflaten, je vastbijten in de klant. Dahag.
- Dag, zegt Adam.
Nee, hij zegt niks - hij wil ‘dag’ zeggen maar er komt geen klank over zijn lippen. Op de tafel ligt een dubbel van het contract. Waarom in 's hemelsnaam heb ik mijn handtekening onder dat stukje papier gezet? vraagt hij zich af.
Rêverie Rose staat in sierlijke, krullende, roze letters boven op het contract. Vandaar dus RR. In veel kleiner, zwarte letters staat er het woord ‘pornografie’ onder.