ven in zijn avonturen als Tarzan, Batman en de Drakendodende Ridder, dat hij er van overtuigd was dat zijn bestaan buiten de lommerrijke kruin gelukkig slechts een nare droom was. De mens zou er anders uitzien. De cameleon-mens, zich qua uiterlijk aanpassend volgens de innerlijke drang en behoefte. In potentie man én vrouw. Volwassene: het kind op groter formaat. Ingebouwd een bedrijfszekere antipollutie-filter, alsmede de automatische afwijkingsnivellator (ontsierende wratjes worden van binnenuit weggevreten, hakmesneus laat zich kneden tot elke gewenste proportie).
Simon gaat rechtop zitten, de rug tegen de muur, de benen gekruist. Misschien dragen ze een masker, denkt hij. Zodat zij ongemerkt van gedaante kunnen verwisselen als daar aanleiding toe is. Zij dragen violetkleurige maskers van glanzend satijn waarachter heel het gelaat schuil gaat. Het is ook best hen uniforme gewaden te geven, opdat hun individualiteit des te sterker zal zijn wanneer die worden afgelegd. Zij zijn gekleed in boernoezen van zachte witte stof. Hun rol spelend in een klassiek theaterstuk schrijden zij in beide richtingen door de straten waaruit alle gemechaniseerd verkeer verdwenen is. Soms is er een die plotseling blijft staan om een andere te begroeten. De handen met de palmen tegen elkaar. Een ogenblik maar. Of langdurig. De zon is al een kwartcirkel verder wanneer ze een van de huizen binnengaan.
Achter haar bestijgt Simon na lang aarzelen de monumentale trap. Haar rug is van een schoonheid om bezongen te worden in het Hooglied van Koning Salomon. Zij draagt een van de legendarische Gloria Swanson-jurken. Pluislichte natuurzijde alstweedehuid.
Vlakbij, de bewegende perzik. De kuiltjes daarboven twee duimindrukken van de geniale goddelijke Schepper. Zij maakt zijn knieën dronken. Tien miljoen harten kloppen in zijn borst. In zijn schedel barst een Wagneriaanse ouverture los. Voor het eerst in zijn leven is hij er zeker van dat het geluk aan zijn zijde loopt en niet meer zal wijken. Terwijl ze de trappen bestijgt (na de eerste verdieping wordt naar de tweede geklommen) waaien haar whisky-blonde haren golvend op. Zo licht dat daar jaren dagelijks wassen met baby-shampoo aan vooraf moet zijn gegaan. Zijn nieuwsgierigheid groeit met elke trede. Nadat haar masker en boernoes door zijn verlangen werden gedematerialiseerd heeft zij nog steeds niet haar voorzijde getoond. Zelfs zorgt zij ervoor zich in de draai van de trap een weinig naar de muur te draaien. Op de overloop drie deuren met koperen knoppen in de vorm van een granaatappel. Het eerste en ook het tweede drietal loopt zij zonder aarzelen voorbij.
Telkens ook een glasraam in de buitenmuur. Eerste verdieping: ademloos mooie jongeling aan paal gebonden - de totale fysieke ontspanning, penis in viriele rust, is een mysterieuze belofte. Tweede verdieping: zelfde beeld, met dit verschil dat aan de rechterkant drie pijlen met stalen punten komen aansnorren die bij bestudering van perspectief en schietlijn terecht zullen komen in de linkerdij, links onder de navel, in de adamsappel (nauwkeurige opmeting zou kunnen bevestigen dat de penis een ietsje aan volume heeft gewonnen). Derde verdieping: de pijlen dringen de hogervermelde plaatsen van het lichaam binnen. Terwijl het klassiekmooie lichaam dezelfde rust blijft uitstralen verheft zich de glanzende vuist van de mannelijke vergelding. Met de hand op de metalen vrucht opent zij de middelste deur en zegt zonder zich om te keren: ‘Ga alvast binnen, ik ben zo terug’. Heeft hij die stem niet ooit elders gehoord?
Met een vreemd gevoel, dat geen argwaan is, maar toch een heel klein beetje in die richting gaat, stapt Simon de kamer binnen. Te veel verrassends manifesteert zich tegelijk: roze fluwelen bankstel, hoogglanzend gepolierd teakhouten tafeltje waarop twee vergulde kopjes in najaarsrode schoteltjes, hoogpolig tapijt met hortensiabloemenmotief, één muur (waarin eventueel ramen) volledig bedekt met robijnrode draperieën, behang met gouden lovertjes. Een spruitjeslucht. Die spruitjeslucht hangt al de hele tijd in de cel. Simon heeft die al opgesnoven toen hij de eerste stap over de drempel zette. De weeë lucht van een lijkkamer. Hij herinnert zich plotseling zeer duidelijk de sterfkamer van zijn grootmoeder: rood en roze, tapijt met hortensiabloemen, mahoniehouten bed op hoge