Tekeningen van Gust De Smet | Jean Brusselmans Amedée Cortier | Roger Ravee Dan Van Severen | Raoul De Keyser
Ik heb altijd een zwak voor tekeningen gehad. Een voorkeur die met de jaren niet is verminderd. Integendeel.
Tekeningen gedragen zich meestal vrij onopvallend.
Ze eisen niet veel ruimte op en zijn soms met de eenvoudigste middelen gemaakt.
Inderdaad, wie wil tekenen heeft niet meer nodig dan wat een schrijver gebruikt: papier en een potlood of een stift. En eigenlijk kan men het zelfs zonder dit elementair materiaal stellen: in onze kindertijd trokken we met een stok tekeningen op de grond en tijdens lange regendagen was een vinger voldoende om op de beademde ruit een tekening te doen ontstaan. Tekenen is voor mij een naakte uitdrukkingswijze die geen spectaculaire acrobatieën verdraagt.
Aan de basis ervan ligt een streven naar essentie en onthechting. Het komt erop aan met het minimale materiaal een maximale spanning te bereiken. Het heeft veel met weglaten van wat overbodig is, met het verzwijgen van wat niet-wezenlijk is te maken.
Bij de zes Vlaamse kunstenaars die ik voor dit nummer gekozen heb, meen ik die bekommernissen terug te vinden.
Of ze nu figuratief werken, of ze tot het ekspressionisme, het konstruktivisme, de nieuwe figuratie of de fundamentele kunst gerekend worden is hier nauwelijks van belang.
Belangrijk voor mij is dat hun tekeningen getuigen van een geconcentreerde bezetenheid om lijn, stip en papier zo essentieel mogelijk de dingen te doen vatten of uitgepuurd zichzelf te laten zijn.
Roland Jooris