Yang. Jaargang 17(1981)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Paul Reynders Dubbeltjes Ik leef dan nog met woorden alleen die wellustig als drank en rook in en uit dat liefgesleten wezen vloeien. Een helft en een andere die ze vervreemd twee leven-op-afstand telefoondialoog nooit meer tot vereniging vergroeien. Twee oevers liggen wij in de stroom. Onze stemmen lijken de kleinmoedige espenbladeren. Ze trillen als d'onzichtbare wind die door het ongeschonden dorstige bos kinderlijke kracht op bomen bot. En daar houdt onze tijd voorgoed op. Moet er dan nog eens gestorven worden? ‘Maar waarom?’ vroegen wij elkaar onlangs nog. ‘Tenzij’ - o hoor weer mijn fluister in je oor - ‘tenzij in de vreemde in ons zo niemand als onze wederzijdse afwezigheid.’ Vorige Volgende