Yang. Jaargang 17

[p. 46]

Guy Willems

Apachen klaaglied

(te zingen)

Ik heb een vrije kat - Ik heb een wilde kat
met een zware fiere kop
vreet hij uw duiven en mijn konijnen op.
Met spek en melk krijg ik hem wel
in een traliekot
Met m'n jankende kat rijd ik weg.
De veearts doet de rest:
Snijdt hem de ballen af en schenkt mij 'n narcose kater.

De Indianen die ons begroetten
waren allen twee meter groot en één meter breed.
Niet alleen stond op iedere marmeren schouder
een bronzen goudgelaat - Rond, diep gekleurd en baardloos -
Bovendien op ieder hoofd een kroon herfst- en winter-
takken, veren, robijn en witte schedels.
Met jenever, 't Goede Woord, zout,
antigrippine en list
krijgen wij hen wel achter in de vrachtwagen.
De slachter doet de rest, snijdt de ballen af en ...

Lief oh lekker wijf aan m'n lijf
Kom dichter - Kom hier.
M'n kin is gladgeschoren, gezalfd en gepoederd.
M'n lakens vers uit de kast.
M'n tanden heb ik ook gepoetst.

Niks ruikt hier nog verraad.

Kom en sluit de deur. Lig hier neer.
Sluit je mond en ook je hart.
Beef niet, vrees niet. De slachter doet de rest.

Nu kan dat traliekot weer open. En (dan) weer toe.
Mijn kat - nu poes - valt links, rechts en op d'r snuit,
laat zich ook gewillig aaien.
Houd haar warm en geef haar 's morgens antibiotica.
Wilde kat - dag, vrije kater. Van nu tot later
zijt gij m'n lief. Lig hier neer. Van nu af aan,
sluit je mond en ook je hart.
Apache! Nu zijt gij m'n slaaf.
(Slaaf, poe-oesje slaaf, daarbuiten loopt 'm .........................)