Yang. Jaargang 40
(2004)– [tijdschrift] Yang–
[pagina 344]
| |
![]() | |
[pagina 345]
| |
[pagina 346]
| |
ligt op een dag
beiden bedoelen
dezelfde vogel
2. dat is er een
de weg
naar het bos
die niet veel meer
gebruikt wordt
3. zit nog niet
| |
[pagina 347]
| |
op een zij
de takken
van de bomen
beginnen lager
dan gewend
noteer een 1.
2. huid haren ogen
glimlachen
een signaal
u heeft niets
te vrezen
3. kiest u maar
en dan kiest u
natuurlijk
alle zestien
1. onder de middag
| |
[pagina 348]
| |
2. een haastige verpleegster
3. het eten brengt
1. gevolgd door de zon
en ik denk niet meer
2. ik ben nu hier
| |
[pagina 349]
| |
in de lucht
zweeft het pluis
van de wilgen
populier
| |
[pagina 350]
| |
dagen dat
het mooi weer is
3. willekeurige geluiden
2. zonder enig verband
beginnen de gedachten
aan stoppen
toe te laten
zacht dicht 1.
| |
[pagina 351]
| |
proeven begint
1. met kijken
2. je kijkt wat
3. je gaat eten
weidebloemen
op iedere tafel
| |
[pagina 352]
| |
de zomer
in hun pootjes
dat hout
dat iedereen heeft
fluiten ze dan
|
|