Yang. Jaargang 43

[p. 661]

Personalia

rae armantrout (1947) is geen poet's poet. Robert Creeley bewondert de genereuze autoriteit die door haar gedichten spreekt; Ron Silliman wordt er duizelig van. Armantrout staat in heel wat bloemlezingen en heeft ondertussen al negen bundels uit. De laatste, Next Life, werd onlangs opgenomen in de ‘100 Notable Books of 2007’ van The New York Times. Armantrout woont in San Diego en geeft er les aan de universiteit..

joris buitendijk (1977) woont in Amsterdam. Het hier gepubliceerde proza maakt deel uit van de ongepubliceerde novelle Zware gordijnen. Momenteel werkt hij aan de afronding van een roman.

martijn boven (1980) studeerde Algemene Literatuurwetenschap en Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen en verdient zijn brood als tekstschrijver, vertaler en ondertitelaar. Samen met Maarten Jansen werkt hij aan een vertaling van een selectie uit de verhalen van Faulkner, waarvan het merendeel tot op heden nog nooit in het Nederlands is vertaald. Voor dit project zoeken zij nog een uitgever.

eva cox (1970) debuteerde in 2004 met de dichtbundel Pritt.stift.lippe. In 2008 verschijnt een twee drie ten dans, een kleine stoet poëzie, kort proza, vertalingen en pastiches.

saskia de jong (1973) debuteerde in 2004 met zoekt vaas, waarmee zij genomineerd werd voor de C. Buddingh'-prijs. Eind 2006 verscheen haar tweede bundel resistent, genomineerd voor de Paul Snoek Poëzieprijs en bekroond met de Gedichtendagprijs 2007 (voor het gedicht ‘eenvoudige formule’). Najaar 2008 verschijnt bij Uitgeverij De Harmonie haar kinderpoëziebundel De Deugende Cirkel. ‘Een pseudomorfose’ is haar laatste bijdrage als writer-in-residence in yang.

william faulkner (1897-1962) schreef talloze romans en verhalen, waaronder The Sound and the Fury (1929), As I lay Dying (1930), Light in August (1932) en Absalom, Absalom! (1936). Het merendeel van zijn oeuvre speelt zich af in een fictioneel Zuiden van de VS, door Faulkner ‘Yoknapatawpha County’ genoemd. Vrijwel alle werken die zich in deze streek afspelen worden beheerst door thema's als ras, incest, burgeroorlog en de teloorgang van het oude Zuiden. Kenmerkend is Faulkners gebruik van verschillende perspectieven en technieken die direct het bewustzijn van zijn personages representeren. Pas relatief laat in zijn carrière kreeg hij erkenning voor zijn literaire verdiensten.

david nolens (1973) woont in Antwerpen. Hij publiceerde twee romans: Vrint (2002) en Het kind (2005). In 2006 was hij writer-in-residence van yang. In maart verschijnt bij Meulenhoff/Manteau de roman Stilte en melk voor iedereen.

benoît platéus (1972) werd geboren in Luik en studeerde aan de Brusselse École de Recherche graphique (ERG). In 2003 werd hij laureaat van de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst. Recente tentoonstellingen in LLS 387 (Antwerpen) en in Norwich gal-

[p. 662]

lery / NSAD (UK). Een belangrijke rode draad doorheen de foto's, tekeningen, video's en sculpturen van Platéus is zijn fascinatie voor visuele ambiguïteit. In de yang-reeks 20th Century Boys verschijnen en verdwijnen beelden door de combinatie van twee manuele reproductietechnieken: liniaaltekeningen en afdrukken van sjablonen op basis van een gelijknamige mangastrip.

sarah posman (1982) bereidt een proefschrift voor over Gertrude Stein aan de Universiteit Gent. Ze is redacteur van yang.

geert s. simonis is een Belgische telg van het wonderjaar 1984, die het naar eigen zeggen ‘wel eens aandurft een gedicht te schrijven’. In 2002 verscheen een bundeltje met jeugdzondes getiteld never mind the pistols.

elisabeth tonnard (1973) doceerde literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Sinds 2006 volgt ze een Master of Fine Arts programma in Rochester (NY). Ze publiceerde diverse kunstenaarsboeken, waaronder Whiteout, Two of Us, Oceanus en Where Is God. Najaar 2007 verscheen De wereld is er (Druksel, Gent). Elisabeth Tonnard is ook co-editor van Image Process Literature, een samenwerking tussen schrijvers en beeldend kunstenaars. Meer informatie op www tonnard.blogspot.

arnoud van adrichem (1978) is dichter, essayist, hoofdredacteur van literair tijdschrift Parmentier en redactieraadlid van DW B. In maart 2008 verschijnt zijn poëziedebuut Vis. Daarnaast schrijft hij samen met Jan Lauwereyns aan de essaybundel Stemvork.

arie van der ent (1956) is literair vertaler Russisch (o.a. Viktor Jerofejev, Boris Akoenin, Ljoedmila Oelitskaja, Anna Politkovskaja), schrijver en publicist. Daarnaast actief als uitgever (zie www.uitgeverijdouane.nl). Met de uitgaven Mannen (Viktor Jerofejev) en Stil Jericho (Oleg Zobern) heeft hij de eerste delen van de reeks Nieuwe Russen gelanceerd.

sven vitse (1981) studeerde Germaanse talen aan de Vrije Universiteit Brussel en schrijft een proefschrift over experimenteel en postmodern Nederlandstalig proza. Momenteel werkt hij als juniordocent aan de universiteit van Utrecht.

samuel vriezen (1973) studeerde ooit wiskunde maar is nu componist en pianist. Zijn eerste dichtbundel, 4 Zinnen, verschijnt in maart 2008 bij De Wereldbibliotheek.

eliot weinberger (1949) woont in New York en is essayist, vertaler en editor. Publiceerde een aantal essaybundels en vertalingen van hoofdzakelijk Latijns-Amerikaanse literatuur. Wat Happened Here: Bush Chronicles (New Directions, NY, 2005) is een spraakmakende verzameling essays over Amerikaanse politiek waaruit eerder in yang al vertalingen werden gepubliceerd. Bij uitgeverij Alligator (Gent) verscheen voorjaar 2006 Karmasporen/Waterval (vert. Kurt Devrese). Vorig jaar verscheen bij New Directions nog de essaybundel An Elemental Thing.

oleg zobern (1980) heeft pas één verhalenbundel op zijn naam: Stil Jericho (2007), die eerst verscheen in Nederland (Douane) en vervolgens in Rusland, in gewijzigde samenstelling. Tot dan toe was het werk van Zobern alleen te lezen geweest in

[p. 663]

Russische tijdschriften en verzamelbundels. Onopgemerkt gebleven was het echter niet. Zo kreeg hij in 2004 twee prijzen voor zijn kort proza. ‘Thee in Plavsk’ is het openingsverhaal van de Russische uitgave van Stil Jericho. Het verhaal ontbreekt in de Nederlandse editie. Als je Zoberns werk in één adjectief en één substantief zou moeten samenvatten: ‘rauwe mystiek’.