Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Arenlezer achter de maaiers (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Arenlezer achter de maaiers
Afbeelding van Arenlezer achter de maaiersToon afbeelding van titelpagina van Arenlezer achter de maaiers

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.99 MB)

Scans (10.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Arenlezer achter de maaiers

(1951)–Bertus Aafjes–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Schorpioenen

 
Zou er onder u een vader te vinden zijn, die zijn zoon een schorpioen gaf?
 
LUC. 11:12

De hedendaagse paradijselijke tuin van het Oosten verbergt niet alleen in zijn schuilhoeken de gevaarlijke slang, hij vergunt ook een verblijf aan een zo mogelijk nog veel hatelijker dier: de schorpioen. Beide worden in de Bijbel meermalen in één adem genoemd. Mozes zegt in het boek Deuteronomium tot het uitverkoren volk: ‘Wacht u er voor de Heer uw God te vergeten, die u geleid heeft uit de grote en verschrikkelijke woestijn vol giftige slangen en schorpioenen’. En Jezus zegt tot de zeventig leerlingen, die worden uitgezonden: ‘Zie Ik heb u de macht gegeven op slangen en schorpioenen te treden’. Slangen, maar vooral schorpioenen zijn gevaarlijk voor wie blootsvoets gaat. Trapt men op de giftige schorpioen, dan slaat hij zijn staart omhoog en steekt het vergif in de blote voet. Uit deze bijbel-

[pagina 107]
[p. 107]

tekst kan men dus afleiden, dat de zeventig leerlingen meestal blootsvoets rondtrokken. Dit wordt ons overigens ten overvloede meegedeeld in een andere passage van het Nieuwe Testament. Voor Jezus de Hof van Olijven ingaat om er te bidden, vraagt Hij aan zijn apostelen: ‘Toen Ik u zonder geldbuidel en sandalen uitzond, hebt gij toen aan iets gebrek geleden? Zij antwoordden: ‘Aan niets’. Nog heden ten dage lopen de Oosterse boer en arbeider ongeschoeid rond.

Een schorpioensteek behoort niet tot de zeldzaamheden. Ik logeerde gedurende een maand in een school in Zuid-Egypte, die sinds vijf jaar onder leiding stond van een Nederlandse directrice. In die vijf jaar werden er niet minder dan vijfhonderd schorpioenen in de school gevangen. Toen ik, in een klein Zuidegyptisch dorpje verblijvend, een handdoek greep uit de wasmand, die juist van het bleekveld kwam, viel er een schorpioen uit. Het is een afzichtelijk dier, welks kleur, naar de soort, varieert van groenachtig tot bruinzwart. Het heeft de gedaante van een kreeft en aan zijn kop zitten twee grote scharen. Maar wat het dier zo luguber maakt, is de beweeglijke staart, die eindigt in een gifangel. Tegenwoordig bestaat er een serum tegen de steek. In Zuid-Egypte vangen de dorpskinderen de schorpioenen levend voor een cent. Zij worden dan naar een laboratorium in Caïro gezonden, waar men, met medewerking van deze afzichtelijke dieren zelf, een tegengif tegen hun steek weet te vervaardigen. Er is in het Oude Testament nog van andere schorpioenen sprake. In het eerste boek der Koningen kan men lezen, hoe het volk koning Roboam, de zoon van koning Salomon, vraagt, het regeringsjuk wat te verzachten. Maar de koning luistert niet naar de raad der oudsten, die hem zeggen dat hij de dienaar van zijn volk moet zijn, doch naar de raad der jongelingen, met wie hij opgegroeid is en die hem aanraden tot het volk te zeggen: ‘Mijn vader heeft u een zwaar juk opgelegd maar ik zal er nog een juk bovenop

[pagina 108]
[p. 108]

doen. Mijn vader heeft u met zwepen gegeseld, maar ik zal u met schorpioenen geselen’. Deze schorpioenen zijn geen levende schorpioenen, maar loden. Aan de uiteinden van de geselriemen zitten weerhaken in de vorm van de opgekrulde staart van een schorpioen. Overal in de Bijbel komt de schorpioen als iets afschuwwekkends voor. In de Apocalyps leest men, dat de mensen, die het teken Gods niet aan hun voorhoofd dragen, gepijnigd worden met de pijn, die veroorzaakt wordt door de steek van een schorpioen. De Apocalyptische wezens, die deze pijn veroorzaken, zijn sprinkhanen ter grootte van paarden met het aangezicht van een mens. Hun staarten zijn gelijk aan die der schorpioenen en onder aanvoering van de engel des afgronds, Appolyon, folteren zij de verdoemden met hun gifangels.

Ook Jezus spreekt in het Evangelie nog een tweede maal over de schorpioen, nadat Hij zijn discipelen het Onze Vader heeft leren bidden. ‘Wie bidt, ontvangt’, vervolgt Jezus, ‘wie zoekt, vindt; wie klopt, hem zal worden opengedaan. Zou er immers onder u een vader te vinden zijn, die zijn zoon, als hij om een ei vroeg, een schorpioen zou geven?’ De vergelijking doelt hier op een schorpioen, die rustend in zijn staart ligt opgerold en een ronde eivorm aanneemt. ‘Gij die slecht zijt geeft uw kinderen nog goede gaven’, vervolgt Jezus, ‘hoeveel eerder zal de Hemelse Vader dan de Heilige Geest geven aan wie er Hem om bidden’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken