Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een ongeluksvogel (ca. 1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een ongeluksvogel
Afbeelding van Een ongeluksvogelToon afbeelding van titelpagina van Een ongeluksvogel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (20.42 MB)

ebook (3.88 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Illustrator

W.K. de Bruin



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een ongeluksvogel

(ca. 1923)–Chr. van Abkoude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]


illustratie

Vijfde hoofdstuk.
Een oude kennis en een ernstig gesprek.

Het was zomer geworden.

Juli was heet, geen regenbuitje verkwikte den dorstigen grand. In 't kleine bosch nabij Groenstede was het altijd echter heerlijk koel, en de jongens gingen er gaarne been om te spelen of to lezen. Op zekeren dag was Piet met een mooi boek van Verne naar 't bosch gekuierd, tot hij kwam aan het buitengoed van Baron Roos van Eikenburg. De bezittingen van den Baron waren door een hek van hel openbaar terrein gescheiden en bij den ingang troonden twee leeuwen op steenen kolommen. Achter dit hek lag de keurig aangelegde bloementuin, die de bewondering der wandelaars wekte. Ook Piet, die veel van bloemen hield, bleef nu een oogenblik naar de

[pagina 50]
[p. 50]

verrukkelijke pracht der zeldzame perken staren, tot opeens z'n oog rusten bleef op een andere plek in den tuin, niet ver verwijderd van den ingang. Daar lag heel rustig de tuinman van den Baron in het gras te snorken, of bet middernacht was! Van Putten, zoo heette de man, was waarschijnlijk bevangen door de middagwarmte, en daar hij den heer des huizes afwezig wist, had hij 't er maar eens van genomen en zich behaaglijk tot een dutje in 't gras neergevlijd.

Naast hem bemerkte Piet de waterslang met een koperen straalpijp, waaruit hij opmaakte, dat de tuinman juist bezig moest zijn, boomen en bloemen te besproeien. En nu begonnen Piets oogen ondeugend te schitteren, hij lachte in zichzelf en sprak fluisterend:

‘Als ik mij niet vergis, is hij dezelfde tuinman, die mij bij de school zoo'n pak slaag gaf, toen ik hem omliep. Dat zal ik hem even inpeperen!’

Behoedzaam, voetje voor voetje sloop hij naar den slapenden tuinman, schoof voorzichtig de straalpijp een eindje tusschen 's mans kraag en hals en liep toen op de teenen naar de afsluitkraan, die hij in twee rukken wagenwijd opentrok.

En even snel had Piet zich in de struiken verborgen. Met kracht spoot het water langs des tuinmans rug en baande zich een uitweg door zijn mouwen en broekspijpen. Met vier stralen spoot het water links en rechts. Verschrikt door dit

[pagina 51]
[p. 51]

plotselinge, koude bad vloog van Putten overeind, niet dadelijk begrijpend, wat er met hem gebeurde, en nu zakte de pijp door z'n zwaarte nog wat dieper in zijn hals.

't Water blééf stroomen, en als een dolleman liep de tuinier in het rond, struikelend over de slang, moord en brand schreeuwend. Eindelijk scheen hij te begrijpen, welke grap er met hem was uitgehaald. Met een ruk trok hij de pijp uit zijn hals, bij welke beweging hij zich nog eens flink natspoot, en smeet het ding op den grond.

Piet had het gaarne uit willen gieren, maar de vrees van zich te verraden hield hem stil. Woedend liep de tuinman naar den boschweg, om te trachten den bedrijver van dit gruwelstuk te vinden, maar geen mensch vertoonde zich daar. Toen uitte zich z'n boosheid in een stortvloed van scheldwoorden, en doornat, razend en mopperend verdween van Putten ten slotte in de richting der tuinmanswoning.

Piet kwam uit zijn schuilhoek.

Van pret duikelde hij kopje over op den weg, en nog lang klonk zijn vroolijk geschater door het bosch. Zóó vroolijk maakte hij zich over dit voorvalletje, dat hij het eigenlijke doel van zijn tocht totaal vergat. Bovendien werd nu z'n aandacht getrokken door een automobiel, die van verre aanstuiven kwam en af en toe een waarschuwend toe-òeòeòe!! liet hooren.

[pagina 52]
[p. 52]

‘Sapperleonidas!’ dacht Piet, ‘die auto rijdt véél te hard. 't Is schande om zoo hard door òns bosch te tuffen. Weet je wat, dat ding moet stilhouden! Stoppen moèt-ie, stoppen zàl-die, daar zal ik voor zorgen!’

En zwaaiend met de armen als een noodsein, wijdbeens op den weg staande, schreeuwde hij:

‘Hei ho! Help, moord, hei, ho!’

De chauffeur, niet anders denkende, dan dat daar ter plaatse een ongeluk was gebeurd, remde uit alle macht en wist de voortsnellende machine spoedig tot staan te brengen.

‘Om 's hemels wil, Piet, wat is hier gebeurd?’ riep een heer die uit de auto sprong.

Piet dacht dat de grand onder zijn voeten wegzonk, want die heer was... Oom Pieter uit den Haag!

‘Spreek, jongen wat is er?’

‘N - niets, Oom - ik - ik...

‘Ja, ik begrijp het al! Mijn lieve neefje is weer aan het streken uithalen! Jòngen, wanneer zal je toch eens verstandiger worden! Ben je dan heelemaal het geval met sinjeur de Water vergeten? Komaan, denk nog eens goed na, over hetgeen ik vroeger al eens met je besproken heb. Ik moet nu verder, misschien ontmoetten we elkaar vanmiddag nog. Bonjour, Piet!’

‘Dag Oom,’ zei Piet beteuterd.

De auto verdween, en totaal verslagen keek Piet

[pagina 53]
[p. 53]

haar na. Toen werd hij opeens uit zijn gepeins opgeschrikt door een man, die als een wervelwind in zijn richting kwam aanstuiven.

Groote genade, de tuinman!

Oogenblikkelijk zette Piet het op een loopen,

illustratie

daar hij wel begreep, dat de tuinman nu niet precies zoo haastig kwam aanhollen, om de vredespijp met hem te rooken. En had Piet flinke beenen, de tuinman had ze ook en het began er voor Piet leelijk uit te zien, toen de man op hem won.

Met bovenmenschelijke inspanning trachtte Piet den afstand tusschen hem en zijn vervolger te vergrooten, maar het mocht hem niet gelukken. De

[pagina 54]
[p. 54]

lange beenen van den tuinman maakten reuzensprongen en tot overmaat van ramp struikelde Piet over een boomwortel en viel.

In één oogwenk was de tuinman bij hem en greep hem bij den kraag.

‘Haha, mannetje, dat had je niet gedacht hè? Nou zal ik jou eens leeren spuiten! Maar wat is dat? Waar heb ik jou méér gezien? Wacht eens even... hola, ik ben er. Was jij niet de jongen, die mij van den winter die bloemenmand uit de handen liep! Ja, ik zie het, je bent 'm! Dus heb ik je voor de twééde maal te pakken! Dan nog maar eens flink over de knie!’

En de daad bij het woord voegende, tracteerde de tuinman den ongelukkigen Piet op een flink pak rammel.

‘Ziezoo, vrind,’ was het waardig besluit, ‘en leer nou van mij, dat een ezel zich nóóit tweemaal aan denzelfden steen stoot. Atjuus.... en beterschap!’

Met tranen van woede en spijt keerde Piet naar huis terug.

 

Stemmengeluid in de voorkamer deed hem vermoeden, dat Oom inderdaad reeds bij Pa en Moe was. Hij verlangde op het oogenblik niet naar een tweede ontmoeting en sloop stilletjes naar zijn kamertje. Tenminste hij trachtte zulks te doen, maar.... mis was het. Moe had den booswicht

[pagina 55]
[p. 55]

hooren thuiskomen en riep hem binnen.

Daar zaten ze bijeen. Pa, Moe en Oom. De gezichten stonden ernstig.

‘Hoor eens, ventje,’ begon Papa, ‘ik hoor daar weer van die malle dingen van je, en nu wilde ik je eens kort en goed zeggen, dat die moeten ophouden. Je bent binnenkort veertien jaar, en dat is een leeftijd, waarop iedere rechtgeaarde jongen aan zijn toekomst begint te denken. Aangezien jij dat echter nièt schijnt te doen, doen wij het. Neem een stoel en ga eens bij ons zitten.’

Piet deed het - hij verwachtte niet precies zoo'n hartelijke ontvangst, maar vermoedde wel, dat er iets broeide.

‘Luister nu, jongen,’ vervolgde Pa. ‘Wees nu eens een oogenblik ernstig. Je bent niet slecht of onverbeterlijk, maar wat onhandig en speelsch. En die twee hoedanigheden moet je afleeren. Wat denk je nu later te worden in de wereld?’

Piet staarde naar de bloemen op het tapijt, maar kon geen antwoord geven.

‘Is er nu heelemaal nièts, dat je interesseert?’

‘Ja - ik wou - bij Oom.’

‘Nu ja, dat heeft Oom je eens voorgesteld. Maar had je nu zelf niet een ander plan?’

‘Neen Pa.’

‘Zoo. En zou je lust hebben om naar Indië te gaan?’

‘Ja Pa.’

[pagina 56]
[p. 56]

‘Hm. Enfin. 't Spreekt van zèlf, dat je allereerst nog een massa te leeren hebt, jongen. Je moet nog eerst wat meer mensch warden. En daar zullen wij van nu af eens mede beginnen.

Je blijft op school tot do cursus afgeloopen is, en dat is, meen ik, in het aanstaande voorjaar. Vervolgens zal Oom trachten je een plaats te bezorgen op een handelskantoor in Rotterdam, waar je het noodige kunt leeren, om een flink man van zaken te worden.’

‘Juist,’ voegde Oom erbij, ‘en als hij flink z'n best doet, mag hij later bij mij in de zaak komen. Maar eerst toonen, dat je handen aan je lijf hebt, jongen, en dat je een hoofd hebt, dat niet alleen vol is van dwaze streken, voetbalclubs, fietsen en al dat gedoe meer, maar bovenal van gezond verstand en goeden wil.’

Piet voelde wel, dat Pa en Oom gelijk en het beste met hem op het oog hadden, maar toch - zijn vrijheid zou hij moeten prijsgeven; méér en ernstiger moeten studeeren - de club moeten vaarwel zeggen.

‘Je hebt een toekomst voor je,’ besloot Pa, ‘waar vele andere jongens naar zouden watertanden. In Oom zal je een beschermer vinden, die je altijd weer verder zal helpen. Niet iedereen heeft dat voorrecht, jongen, je bent een geluksvogel, dat zeg ik.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken