Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De voetbalclub (ca. 1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van De voetbalclub
Afbeelding van De voetbalclubToon afbeelding van titelpagina van De voetbalclub

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (25.08 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

O. Geerling



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De voetbalclub

(ca. 1932)–Chr. van Abkoude–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]

IV.
De inbreker.

Als Paul en Dolf in de meening waren, dat zij na de ontmoeting met Tijs Borger niets meer van hem hooren zouden, hadden zij het mis. Hoe het echter mogelijk was, dat een jongen als Tijs ook maar één oogenblik de gedachte kon gehad hebben, dat ‘Sparta’ hem wel als medelid zou opnemen, is bijna niet te begrijpen. Misschien ook wist de jongen zelf wel beter, en had hij het praatje alleen maar verzonnen om een reden te hebben tot ruzie maken. En nu was hij zoo botweg afgewezen en ze hadden hem een schooier genoemd!

O, dat zou hij dien jongeheertjes betaald zetten!

Knarsetandend van machtelooze woede was Tijs voor de dreigende vuisten van den smid op den loop gegaan, maar in stilte smeedde hij de meest heillooze plannen om ‘Sparta’ eens heel gevoelig te treffen.

Volgens afspraak kwamen de clubleden om half twee dien middag bij de loods tezamen. Dirk had den sleutel, hij opende de deur en met

[pagina 33]
[p. 33]

een stormachtig gejuich namen de jongens hun clublokaal in bezit. Het bekijken van hun nieuwe koninkrijk was gauw afgeloopen en al spoedig ging het in dartele uitgelatenheid, ballen en palen en vlaggen met zich meevoerend, naar het in de onmiddellijke nabijheid liggend voetbalterrein. Daar verscheen ook meester Hilgers en onder diens leiding begonnen de knapen de eerste beginselen van het heerlijke voetbalspel te beoefenen.

Het spreekt vanzelf, dat er dien middag nog heel wat fouten en ongeoorloofdheden door de jongens werden begaan. De een raakte telkens den bal met de handen aan, wat alleen de ‘keeper’, die tusschen de palen stond, mocht doen, een ander duwde weer herhaaldelijk met uitgestoken handen zijn tegenpartij weg, wat ook niet mocht. Meester Hilgers deed zelf dapper mee, hij had er de jas bij uitgetrokken en rende met den bal over het veld, of hij zoowaar zelf nog een jongen was. Soms gaf meneer den bal een zoo kei-harden kick, dat hij wel dertig meters hoogte bereikte. Dat wou Paul ook eens handig nadoen, maar hij miste den bal en maakte een luchtsprong, waarna hij achterover viel.

Heel den middag werd aan het voetbalspel besteed, totdat zoowel meester Hilgers als de jongens zóó moe waren, dat ze den bal nauwelijks meer van zijn plaats konden krijgen.

Terwijl ‘Sparta’ nog druk aan het oefenen was, sloop een vreemde gedaante rondom het clubhuisje. Dirk had bij het heengaan niet noodig gevonden, de deur geheel af te sluiten, omdat

[pagina 34]
[p. 34]

er toch feitelijk niets te stelen viel en ook niemand in heel den omtrek op die gedachte zou komen. De ongenoodigde bezoeker kroop op handen en voeten om het huisje heen en tuurde dan naar de spelende knapen.

Het was Tijs Borger!

Stil - de deur hadden zij opengelaten... die domkoppen! Haha, nu zou hij toch eens op zijn gemak een kijkje nemen. Komaan, voorzichtig naar binnen geslopen... niemand, die het had gemerkt. Dat zag er hier best uit, flinke banken, mooie platen, kapstokken. En daar in den wand twee vensters, die konden opendraaien. Met een haakje werden ze aan den binnenkant vastgezet. Tijs probeerde eens of het raampje gemakkelijk openging. Dat lukte wel, al klemde het nog wat door de versche verf. Ziezoo, als hij nu eens heel toevallig het haakje niet vastzette, dan zou hij zonder veel moeite bijvoorbeeld het raampje aan den buitenkant kunnen openen, nietwaar? Wacht maar ‘Sparta’ Tijs Borger zal je eens laten voelen, dat hij zich niet straffeloos laat beleedigen!

Tijs deed - wat hij dacht.

Hij trok het venstertje weer dicht... maar vergat met opzet het haakje vast te zetten.

Toen sloop hij weer terug.

 

De club keerde terug en bracht de gereedschappen in het huisje. De kleeren werden in orde gemaakt en in vroolijke stemming gingen de knapen met meneer huiswaarts. Dirk sloot zorgvuldig de deur en stak den sleutel bjj zich.

[pagina 35]
[p. 35]

Morgen zouden ze opnieuw beginnen, hè, was het maar weer zoo ver! Maar de jongens dachten er volstrekt niet aan, dat hun den volgenden dag geheel andere dingen wachtten!

Het was avond geworden.

Negen slagen had de Westenbergsche torenklok over dorp en heide gedreund, duisternis hing over het landschap, dat zweeg bij 't naderen van den nacht. In en om het dorp zag men hier en daar nog groepjes huisgenooten onder de veranda's zitten, geschaard om een tafel, waar een zachtroode schemerlamp een tooverachtigen schijn verspreidde, ginds klonken tonen van een piano, ruischte een slepende walsmelodie door de mooie stilte van den sterrenavond. Maar wat verder buiten het dorp, waar de heide begon en zich in nachtzwarte duisternis naar den horizon uitstrekte, daar was het doodstil en donker. Als een zwarte schaduw stond daar het clubhuisje van ‘Sparta’, waar voor eenige uren nog het schaterende gejuich der jongens weerklonken had.

Er was geen zuchtje, geen heideplantje bewoog.

Luister... ritselde daar niet wat in de nabijheid van het clubgebouwtje... kwam daar niet een donkere schaduw over den grond aangeslopen... dáár... bij de deur?

Een arm werd zichtbaar, een arm, die zich van den grond ophief en den knop van de deur betastte...

Ontwaak, Sparta! Er dreigt gevaar! Daar wil iemand uw clubhuisje binnendringen, mis-

[pagina 36]
[p. 36]

schien daar wel stelen!

Maar Sparta dacht daar niet aan, ze dacht alleen maar aan het verrukkelijke spel, dat morgen weer aanvangen zou! De deur bleek stevig gesloten... maar nu kroop de vreemde verder, tot hij bij een der vensters gekomen was. Hij haalde een zakmes te voorschijn en werkte daar het raampje mee open. Toen grinnikte hij in zichzelven, keek eerst nog eens behoedzaam om zich heen... en klom dan naar binnen. Vlug ontstak hij een lucifer, die de ruimte gedurende een oogenblik zwak verlichtte, en bij welks schijnsel hij vond, wat hij zocht.

Vanuit een hoek raapte hij de twee fonkelnieuwe ballen op, droeg ze aan het leertje en klom er mee naar buiten. Toen sloot hij het raampje, zooals hij het gevonden had.

Een oogenblik later was de inbreker verdwenen.

Nacht en stilte hing over de heide... de sterren flonkerden aan den donkeren hemelkoepel. Ze hadden het wel gezien, maar konden het niet zeggen.

En morgen zou het heerlijke voetbalspel opnieuw beginnen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken