Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zomerloover. Deel 1 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zomerloover. Deel 1
Afbeelding van Zomerloover. Deel 1 Toon afbeelding van titelpagina van Zomerloover. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.44 MB)

Scans (78.15 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zomerloover. Deel 1

(1930)–Simon Abramsz.–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

12. Staaltjes van verstrooidheid.

De groote Newton was zeer verstrooid. Zijn bediende. die dit wist, at eens het voor zijn heer bestemde maal op, en wist dezen wijs te maken, dat hij reeds gegeten had.

‘Het is toch merkwaardig, hoe geestelijke arbeid de spijsvertering bevordert’, zei de geleerde, ‘want nu heb ik alweer honger.’ En hij liet opnieuw opdoen.

Een ander maal was hij op het punt, den vinger van een naast hem zittende dame te gebruiken, om daarmede de gloeiende asch uit zijn pijp te verwijderen. Hij bemerkte zijn dwaling eerst, toen de bedreigde een gil gaf.

De dichter Gleim ging op zekeren dag over straat met aan het eene been een zwarte, zijden kous en een verlakten schoen; aan het andere een witte, katoenen kous en een pantoffel.

Nog mooier maakte het professor N. van de universiteit te H.... Eens begaf hij zich in galagewaad naar een feest van de hoogeschool. In plaats van den met tressen voorzienen steek, hield hij onder den arm .... het deksel van den vuil-water-emmer uit zijn slaapkamer; men kan zich de vroolijkheid van de studeerende jongelui bij dien aanblik voorstellen.

Kant, een van de grootste denkers der achttiende eeuw, geraakte bij een voorlezing geheel in de war, omdat een dicht vóór hem zittend toehoorder een knoop aan zijn jas miste. Toen hij zich eens in damesgezelschap bevond, riep hij plotseling uit: ‘Foei, wat vervelend! Was ik maar

[pagina 67]
[p. 67]

weer thuis!’ Hij had in zijn verstrooidheid alleen maar hardop gedacht.

De kapelmeester Benda stemde een vleugelpiano; plotseling sprong hij op en begaf zich in een belendend vertrek .... om te hooren, hoe het instrument uit de verte klonk!

Eens, toen hij met eenige vrienden een gezelligen avond had doorgebracht, ging hij midden in den nacht naar een huis, waar hij drie maanden te voren was uitgetrokken, en daar hij nog altijd een sleutel van dat huis bij zich droeg, gelukte het hem, de deur te openen. Men kan zich den schrik van de bewoners voorstellen, toen zij door het leven, dat de heer kapelmeester maakte, uit hun slaap werden gewekt.

Van den Italiaanschen arts Salvioli wordt het volgende verteld. Toen hij eens een vriend bezocht, trof hij daar zijn oudsten zoon aan. ‘De heeren kennen elkaar zeker al,’ zei de gastheer schertsend.

‘Ja, ik geloof, dat ik den jongeheer al eens eerder gezien heb,’ antwoordde Salvioli, terwijl hij met een verlegen lachje voor zijn eigen zoon een buiging maakte.

Dat ook schaakspelers soms merkwaardige staaltjes van verstrooidheid geven, spreekt wel vanzelf.

Zoo vertelt men van zekeren generaal, een groot minnaar van het edele schaakspel, de volgende aardigheid. Zijn vrouw had uit een brief vernomen, dat haar hoogbejaarde moeder ernstig ziek was. Zij maakte zich daarover zeer ongerust. In haar behoefte aan vertroosting wendde zij zich tot haar man, die juist in een schaak-

[pagina 68]
[p. 68]

probleem verdiept was. Deze, uit zijn overpeinzingen ontwakend, antwoordde haar: ‘In drie zetten mat’.

Vermakelijk is het geval van twee vrienden, die in een koffiehuis een partij schaak speelden en zich hierbij met een kop koffie verkwikten. Toen de partij geëindigd was en een nieuwe werd opgezet, bleek het, dat er een pion ontbrak. Te vergeefs werd er op en onder de tafel naar het vermiste stuk gezocht. 't Was nergens te vinden. Daar viel eindelijk de blik van den een op de gesloten rechterhand van den ander. Doordat hem diens verstrooidheid niet onbekend was, meende hij, dat de ander den pion wel in zijn hand kon hebben. Hij vroeg hem dus, de hand te openen. Dit gebeurde, en wat kwam er uit? - Een klontje suiker. Het gekke gezicht, waarmee de verstrooide schaakspeler het klontje aanstaarde, was zóó vermakelijk, dat allen het uitschaterden.

De gevolgtrekking lag nu ook voor de hand, dat de vermiste pion de koffie had moeten zoet maken; wat na onderzoek ook volkomen juist bleek te wezen: - de pion kwam uit de koffie te voorschijn!

A. L. De Munnick.

Bladvulling.

Vergeten en vergeven is de wraak van den brave.

Schiller.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken