Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zomerloover. Deel 1 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zomerloover. Deel 1
Afbeelding van Zomerloover. Deel 1 Toon afbeelding van titelpagina van Zomerloover. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.44 MB)

Scans (78.15 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zomerloover. Deel 1

(1930)–Simon Abramsz.–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 118]
[p. 118]

22. Eerlijk gedeeld.

Te Bagdad leefde eens een man, Ebn-el-Magazi genaamd, die den kost verdiende met het vertellen van anecdotes en humoristische verhalen, waarnaar steeds een talrijk publiek met gretig oor luisterde.

Eén dezer verhalen, waarmee hij in den regel groot succes had, was het volgende:

Een tijd geleden stond ik, zooals nu, verhalen te vertellen vóór het paleis van den Kalif, en de menschen om me heen - ik hoop niet onbescheiden te wezen, als ik 't zeg - hadden een schik van belang.

Onder de luisteraars was ook een bediende van den Kalif en hij had wel den meesten schik van allen.

Toen ik met mijn vertelsels klaar was en aanstalten maakte, om naar huis te gaan, kwam de man naar me toe en zei: ‘De Kalif laat je verzoeken, ook eens in 't paleis te komen en hem met je verhalen te vermaken.’

‘De Kalif?’ zeg ik. ‘Geen geringe eer! Maar waaraan heb ik die eer te danken, als 'k vragen mag?’

‘Dat zal ik je vertellen. Een paar dagen geleden had ik iets te doen in een van de vertrekken van 't paleis. Toevallig was daar ook de Kalif. Nu had ik den vorigen dag op de markt naar je staan luisteren en je hadt een verhaal verteld, zóó grappig, dat ik lachen moest, telkens als ik er aan dacht. Dat gebeurde ook, terwijl ik aan 't werk was in de kamer van den Kalif en ik lachte zóó smakelijk, dat de Kalif me naar de reden ervan vroeg. Ik vertelde hem het verhaal, dat mijn lachspieren zoo in beweging had gebracht

[pagina 119]
[p. 119]

en toen gaf de Kalif mij bevel, je in het paleis te noodigen, wanneer ik je weer eens zag.’

‘Nu,’ zeg ik, ‘ik wil wel en 't zal me zeker geen windeieren leggen.’

‘Dat denk ik óók niet,’ zegt de bediende, ‘maar wat je krijgt, moet je eerlijk met mij deelen: ieder de helft; anders zal ik maken, dat er van de zaak niets komt.’

‘Kom,’ zeg ik, ‘jij bent ongetrouwd en hebt alleen voor je zelf te zorgen; maar ik heb een groot gezin te onderhouden. Wees dus met minder dan de helft tevreden. Wat dunkt je van een zesde part?’

‘Niet genoeg.’

‘Een vierde?’

‘Oók niet genoeg; kort en goed: wil je me de helft geven, ja of neen?’

Wat moest ik doen? Zei ik nee, dan liet ik waarschijnlijk een mooi buitenkansje mijn neus voorbijgaan; dus ik zei ja en ging onmiddellijk mee naar het paleis.

Het duurde een heele poos, eer ik bij den Kalif werd toegelaten, want die was in gesprek met den Grootvizier. Maar eindelijk stond ik dan toch van aangezicht tot aangezicht met onzen machtigen heer.

Ik maakte een diepe buiging en wachtte natuurlijk, tot ik zou worden toegesproken.

De Kalif nam me van het hoofd tot de voeten op en vroeg toen: ‘Is u Ebn-el-Magazi, die onuitputtelijk is in het verhalen van vroolijke geschiedenissen?’

‘Allah zegene u,’ zei ik, ‘mijn naam is Ebn-el-Magazi. Allah heeft mij de gave geschonken, mijn medemenschen met mijn verhalen vroolijk te maken - en hun dankbaar-

[pagina 120]
[p. 120]

heid stelt mij in staat, voor mij en de mijnen den kost te verdienen.’

‘Welnu,’ antwoordde de Kalif, ‘ik houd óók bijzonder veel van grappige vertellingen; maar ze moeten héél grappig zijn, zal ik er om lachen. De meeste verhalen, die grappig bedoeld zijn, vind ik flauw of nietszeggend. Als gij nu in staat zijt, me om een van uw verhalen te doen lachen, zal ik u als belooning honderd goudstukken uitbetalen.’

Ik boog.

‘Maar,’ ging de Kalif voort, ‘wat krijg ik van u, als ge me niet aan 't lachen kunt krijgen?’

‘Heer,’ antwoordde ik, ‘uw dienaar kan u slechts zijn hoofd aanbieden en verzoekt u, daarmee naar uw goedvinden te handelen, wanneer 't mij niet gelukken mag, een lach op uw gelaat te verwekken.’

De Kalif wees nu naar een leeren zak en zei: ‘Ik neem uw aanbod aan. Zoo uw verhalen mij niet doen lachen, ontvangt ge met den leeren zak tien slagen op het hoofd.’

‘Nu,’ dacht ik, ‘dat zal wel zoo erg niet wezen.’ Want ik veronderstelde, dat er niets dan lucht in den zak was, zoodat, als de zaak eens ongunstig uitviel, er niet veel onaangenaams voor mij uit kon voortkomen.

Ik begon dus te vertellen; maar terwijl in den regel mijn straatpubliek al na vijf minuten staat te schateren, stond na een uur het gezicht van den Kalif nog even strak en onbewogen als aan 't begin. Ik probeerde dus, mijn vertelsels nog wat sterker te kruiden, maar, al hielden de heeren van 't hof, die om den Kalif heen stonden, zich

[pagina 121]
[p. 121]

den buik vast van 't lachen, de Kalif zelf keek zoo ernstig, alsof hij in de Moskee was.

Op 't laatst was ik uitgepraat en bovendien was ik zoo moe als een hond.

De Kalif wachtte, alsof er nog meer zou komen, maar ik wierp mij op de knieën en riep: ‘Beheerscher van alle geloovigen, ik bied u in ootmoed mijn hoofd aan. Niemand is voor mijn humor ooit ongevoelig gebleven... Gij alleen zijt er tegen bestand geweest... Ik ben gereed, mijn straf te ontvangen... Alleen - nog één verzoek zij mij toegestaan.’

‘Namelijk?’...

‘Dat u mijn straf verdubbelt. Tien slagen was de afspraak - schenk er mij twintig.’

‘Een zonderling verzoek,’ zei de Kalif, ‘maar - het zij zoo!’

Meteen greep de Kalif den leeren zak en gaf er mij een slag mee op het hoofd...

Ik dacht, dat mijn schedel aan stukken ging. En geen wonder, de zak was vol keisteentjes!

Dat was wat anders dan lucht, zooals ik verondersteld had!

Zoo kreeg ik tien slagen en ik wil eerlijk bekennen, dat ik na den tienden slag suizebolde.

Maar toen de Kalif den arm ophief, om me den elfden toe te brengen, riep ik: ‘Heer, één oogenblik, bid iku!’

De Kalif wachtte even en gaf me gelegenheid te zeggen, wat ik op het hart had.

‘Heer,’ zei ik, ‘de Koran leert trouw aan een eens

[pagina 122]
[p. 122]

gegeven woord. De dienaar, die mij naar uw paleis voerde, heeft mij de belofte afgeperst, dat ik hem de helft zou geven van hetgeen ik als loon zou ontvangen. Welnu - tien slagen hebt u mij reeds toegebracht; dat is juist de helft; vergun mij eerlijk te zijn en hem op de andere helft te vergasten.’

Daar begon de Kalif in eens te lachen, dat hij blauw in het gezicht werd, zoodat een van de vizieren het raadzaam vond, hem een beker wijn aan te bieden.

Maar de Kalif wees den wijn af en lachte behoorlijk uit.

Toen gaf hij bevel, dat de bediende vóór hem zou worden gebracht.

De man kwam binnen en vernam van den Kalif, wat hem te wachten stond.

‘Heer!’ riep hij, ‘waartoe die slagen? Ik heb u altijd trouw gediend...’

‘Noem het maar trouw,’ zei de Kalif en hij herinnerde hem aan de belofte, die hij mij had afgeperst.

Nu, zijn belooning, precies dezelfde als de mijne, liep hij dan ook niet mis en toen hij die te pakken had, was hij in een wip de zaal uit.

En het eind van de historie?

Dat was niet onaardig: schaterend van 't lachen schonk mij de Kalif een beurs met honderd goudstukken, met streng verbod, er één van aan zijn inhaligen bediende te geven.

Marie Brakelman.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken