Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 2. Commentaar (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Gedichten. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.81 MB)

Scans (42.00 MB)

ebook (6.49 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Editeur

P.G. de Bruijn



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 2. Commentaar

(2000)–Gerrit Achterberg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 249]
[p. 249]

16 Cel

16.1 Heul/Cel

Reeds in juli 1943 hadden Achterberg en Vermeulen de titel Cel overwogen als alternatief voor de door hen samengestelde bundel Balans. Vervolgens is besloten een afzonderlijke bundel onder de titel Cel samen te stellen, waarin negen gedichten uit Balans werden ondergebracht en waarin - volgens een aantekening van Vermeulen - ook ‘oudere’ gedichten zouden worden opgenomen.Ga naar voetnoot1 Tegelijkertijd moet zijn overwogen om een aantal gedichten te bundelen onder de titel Heul, want op een aantal typoscripten uit de collectie Vermeulen komt ook deze titel voor. Het valt niet met zekerheid te zeggen of Heul een zelfstandige bundel of een onderafdeling van Cel had moeten worden. Minder waarschijnlijk is dat de titel Heul een alternatief was voor Cel, want op de typoscripten zijn de aanduidingen ‘Heul’ en ‘Cel’ in hetzelfde stadium aangebracht,Ga naar voetnoot2 en in geen enkel geval is de ene aanduiding door de andere vervangen. In onderstaand overzicht wordt aangegeven welke gedichten voor Heul/Cel waren gepland en in welke bundel ze vervolgens werden ondergebracht en gepubliceerd.Ga naar voetnoot3

Overzicht
gedichten voor heul/cel
heul plan publicatie
 
[251] ‘Vincent’ Morendo (§ 21) Sintels (§ 20)
[358] ‘Waarheid’  
[359] ‘Zwerver’ Sphinx (§ 13)  
[470] ‘Danaïde van Rodin’ Morendo (§ 21) Existentie (§ 24)
[437] ‘Uw leden strekken zich in boomen,’   Existentie (§ 24)
[497] ‘Bekeering i’   Sintels (§ 20)
[496] ‘Bekeering ii’   Sintels (§ 20)
[136] ‘Gij wist, dat ik niet anders was,’   Morendo (§ 21)
[499] ‘Taal’  
[498] ‘Aardrijkskunde’  

[pagina 250]
[p. 250]

cel
 
[443] ‘Vannacht zijn ze weer begonnen,’ Morendo (§ 21) Existentie (§ 24)
[150] ‘Nu ik...’ Morendo (§ 21) (Zeven gedichten)
[218] ‘Over een leven...’   Morendo (§ 21)
[220] ‘Laat ik u langzaam...’   Morendo (§ 21)
[227] ‘Ambacht achter oogleden’ Morendo (§ 21) Sintels (§ 20)
[340] ‘Manifest’  
[217] ‘Grafschrift’  
[467] ‘Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt,’  
[350] ‘Psychiater’  
[219] ‘Laat mij...’ Morendo (§ 21) (Zeven gedichten)

Al vrij snel moet de titel Heul voor een mogelijke bundel of afdeling zijn verworpen, want in de correspondentie vanaf augustus 1943 wordt alleen nog over Cel gesproken.

16.2 Het typoscript van de bundel Cel

Medio augustus was de samenstelling van de bundel Cel min of meer afgerond.Ga naar voetnoot4 Op 18 augustus 1943 schreef Achterberg aan Bert Bakker: ‘Cel stuurt Jan je aangeteekend. Titels lieten we weg, zoodat de homogeniteit meer uitkomt, nu. 'n Opdracht kan eventueel nog met de drukproef?’ Aan Jan Vermeulen vroeg Achterberg dezelfde dag:

zond je ‘Cel’ reeds aangeteekend in? Hield je copie? Misschien weet ik iemand om aan op te dragen, maar dat kan t.z.t. Deed je het vergezeld gaan v/e. schrijven? (Je ziet: de oude vragen; alsof ik nog bij je zit). [...]
Gezegd bij Cel: eerste woorden der gedichten kapitaal? Letter? Enz.

Vermeulen heeft het typoscript van de bundel inderdaad aan Bert Bakker gestuurd en zelf een doorslag van de inhoudsopgave gehouden, waarop hij aantekende: ‘heeft Bert Bakker’. In de inhoudsopgave worden alleen de beginregels van de gedichten vermeld.

Het originele bundeltyposcript van Cel, inclusief de inhoudsopgave, is eveneens overgeleverd.Ga naar voetnoot5 Op het titelblad staat in potlood (niet in de hand van Achterberg): ‘1943’. Bij drie gedichten staat - eveneens in potlood, mogelijk wel in de hand van Achterberg - een vraagteken: [411] ‘Ambtman’, [506] ‘Erbarmelijk geboren,’ en [507] ‘O blinde mol, die moeite’. De samenstelling van het typoscript is als volgt:

[pagina 251]
[p. 251]

[1] cel [/] door [/] gerrit achterberg
[2] [442] ‘Inktzwart loover loopt over grijze paden’
  [454] ‘O zielsterreur in deze huizen’
  [450] ‘Ik ga iedere morgen ten gronde’
[3] [476] ‘Ik laat de avond sterven’
  [466] ‘Tusschen de engelen en klieren’
[4] [340] ‘Geef mij te eten van uw brood;’
  [490] ‘Verloren eigendom. Ter dood veroordeeld leven’
[5] [455] ‘Soldaat’
  [452] ‘In welk riool ben ik terecht gekomen’
  [447] ‘Binnen u, o lied, kan het niet hinderen,’
[6] [467] ‘Schrik’
  [177] ‘Wij zijn volslagen idioten’
[7] [449] ‘Een Zondag dor en dood van geest’
  [411] ‘Ambtman’
[8] [506] ‘Erbarmelijk geboren,’
  [499] ‘Taal’
[9] [217] ‘Grafschrift’
  [419] ‘Cel’
[10] [350] ‘Psychiater’
  [498] ‘Aardrijkskunde’
[11] [358] ‘Waarheid’
  [507] ‘O blinde mol, die moeite’
[12] [508] ‘Vanmorgen heb ik hem zien fietsen door de lanen’
[13] inhoud [volgt inhoudsopgave]

16.3 Voorbereidingen voor de bundel

Op 7 oktober 1943 deelde Achterberg aan S. Vestdijk mee dat de bundel Cel bij Bert Bakker zou verschijnen. Toch aarzelde Achterberg nog over de uitgave, voornamelijk uit angst om ambtenaren van het Ministerie van Justitie voor het hoofd te stoten, zoals blijkt uit zijn brief van 16 oktober 1943 aan Jan Vermeulen: ‘Bert moet absoluut achter Cel staan, qua inhoud; als 't me ooit zou schaden. Begrijp je?’ Deze achtergrond speelde ook mee bij zijn overweging de bundel op te dragen aan mr. H.J. Woltjer van het ministerie, waarover hij in dezelfde brief opmerkte:

Ik wou graag ‘Cel’ aan Mr Woltjer a/h. Departement opdragen. Ik mocht hem bellen bij Fontein: Hij zei: bij een opdracht bestaat er toch meestal een persoonlijke band. Ik: laat die er mogen bestaan naar aanleiding van Uw ap[p]reciatie van 't vers Ambtman!Ga naar voetnoot6 [...] Nu vergadert een dezer weken de Psychopathenraad en daar zal dan beslist worden over m'n vrijheden.
[pagina 252]
[p. 252]

Op 4 november 1943 kon Achterberg aan Vermeulen melden dat Woltjer de opdracht ‘graag’ accepteerde: ‘Dat zou leuk zijn: díé verzen opgedragen aan iemand v/h. Dept. Zeg me eerlijk of je dit nu weer niet Achterbergsch vindt.’Ga naar voetnoot7 Hiermee was de aarzeling over de uitgave enigszins verdwenen, want op 27 november 1943 vroeg Achterberg aan C.A.B. Bantzinger - van wie hij net de rijmprenten Huis en Reiziger ‘doet’ Golgotha had ontvangen -: ‘Maar een gedachte: zou je b.v. Cel niet kunnen illustreeren met teekeningen à la die dorpsnotaris van je. Of zie ik het te leek-achtig? 't Is maar een inval.’Ga naar voetnoot8 Ook heeft hij bij Bert Bakker naar de vorderingen van de uitgave geïnformeerd, want op 1 december 1943 schreef deze: ‘Wanneer “Vrouw”Ga naar voetnoot9 en “Cel” verschijnen, is nog niet bekend. We werken onder belemmerende omstandigheden. Maar oefen geduld: komen dóén ze.’ Achterberg heeft in de hieropvolgende maanden Bakkers plannen afgewacht. Pas medio 1944 bracht hij Cel weer ter sprake:Ga naar voetnoot10

Voor je hemelsch geschenk schieten woorden van dank te kort...Ga naar voetnoot11 ik wilde Cel gaarne opdragen aan m'n raadsman Mr A.C.J.W. van Soest en de verzen afzonderlijk een titel geven b.v. ‘Speeksel’ en ‘Zuur’.Ga naar voetnoot12
Ook wilde ik inleiden met de woorden: homo homini lupus...

De nieuwe kandidaat voor de opdracht was mr. C.H.J.W. van Soest, die Achterberg terzijde stond in de pogingen ‘om middels een nieuwe psychiater meer vrijheid te verkrijgen, met Mei, als de periodieke herziening van de ter-beschikking-stelling wederom plaats vindt’, zoals Achterberg op 28 februari 1944 aan Roel Houwink schreef. Het motto ‘homo homini lupus...’ komt niet voor op de mij bekende typoscripten van de bundel.Ga naar voetnoot13 Een antwoord van Bakker op deze brief is niet bekend. In de overgeleverde correspondentie uit 1944 werd Cel niet meer genoemd. Toen Achterberg de bundel in 1945 weer ter sprake bracht, maakte hij

[pagina 253]
[p. 253]

kenbaar de titel Cel te willen vervangen door Asyl en ook de samenstelling van de bundel te willen wijzigen. Het verdere verloop van de ontstaansgeschiedenis van Asyl zal worden beschreven in § 31.

voetnoot1
Zie hiervóór, § 14.
voetnoot2
In de hand van Jan Vermeulen (blauw potlood).
voetnoot3
Zie de toelichting in § 14.3. Alle gedichten zijn in Cel opgenomen, tenzij onder ‘Publicatie’ anders is aangegeven.

voetnoot4
Zie ook R.L.K. Fokkema, ‘“Blauwzuur” als editorisch probleem.’ Op enkele punten wijk ik af van zijn reconstructie van de ontstaansgeschiedenis.
voetnoot5
Het typoscript is afkomstig uit de collectie van P.J. Meertens, aan wie Achterberg het geschonken heeft. Zie de Lijst van documentaire bronnen, H-20,iv.

voetnoot6
[411] ‘Ambtman’.
voetnoot7
Op 10 december 1943 schreef Achterberg aan Bert Bakker: ‘Ik heb voor “Cel” misschien een geschikte opdracht, straks, maar dat kan zeker desnoods ook nog met de drukproef.’
voetnoot8
Brief, collectie J.B.W. Polak, Amsterdam (zie ook § 12.4.1). Wat Achterberg bedoelt met de ‘dorpsnotaris’ van Bantzinger is mij niet bekend.
voetnoot9
Over de geplande bundel Vrouw zijn geen gegevens overgeleverd. Zie § 12.3.
voetnoot10
Ongedateerde brief aan Bert Bakker, ná 1 mei 1944.
voetnoot11
Waarschijnlijk had Bakker een voorschot op de bundel gezonden. Blijkens een afrekening uit 1948 heeft Achterberg in ieder geval een voorschot van f 200, - ontvangen.
voetnoot12
Respectievelijk [467] ‘Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt,’ (mogelijk) en [442] ‘Inktzwart loover loopt over grijze paden’.
voetnoot13
Wel op het manuscript van [422] ‘Luchtaanval’ dat Achterberg op 27 maart 1944 aan Hans Roest stuurde (zie § 12.4.4).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken