Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 3b. Apparaat (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 3b. Apparaat
Afbeelding van Gedichten. Deel 3b. ApparaatToon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 3b. Apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.46 MB)

Scans (30.82 MB)

ebook (25.16 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeur

P.G. de Bruijn



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 3b. Apparaat

(2000)–Gerrit Achterberg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 692]
[p. 692]

[842] Chrysoliet

Overlevering

M1 Manuscript, H-49.
T De gids 113.1 (juni 1950), p. 403.
M2 Typoscript, kopij D1, H-50.
P Proef D1, H-51.
D1 Mascotte, p. 7.
M3 Kopij D2, H-112.
D2 Cryptogamen 4, p. 47.
M4 Kopij D3, H-122.
D3 Verzamelde gedichten, p. 748.

Datering

April 1949/vóór 7 mei 1950

Leestekst

T

Ontwikkelingsgang

De eerste schrijflaag van dit gedicht (M1 a) bevat r. 1-13, inclusief de titel ‘Bergvolk’, maar met een nog opengelaten regel 4. Onder dit tekstgedeelte noteerde Achterberg: ‘chrysoliet-goudsteen’ (door mij opgevat als een losse aantekening). Vervolgens bracht hij in de tot dan toe geschreven regels veranderingen aan (r. 4 werd ook ingevuld) en noteerde hij in dezelfde ductus (M1 b) onder ‘chrysoliet-goudsteen’ het woord ‘Porfieromanen’. Dit is door mij opgevat als alternatief voor r. 1 ‘Cementomanen’. Vervolgens haalde Achterberg van dit gedeelte r. 11-13 door en schreef hij onder de twee notities drie nieuwe regels (M1 II c, r. 11-13). In veel scherper potlood (M1 d) werd het gedicht voltooid. In dit stadium (M1 III) voegde Achterberg onder andere een nieuwe regel 9 toe, schrapte hij de regels uit M1 II (inclusief de notities) en schreef onderaan het blad de uiteindelijke r. 12-14.

Varianten en correcties

M1 a-d potlood



illustratie

Titel M1 a Bergvolk
    d Chrysoliet  
  T-D3   | |

1 M1 a Cementomanen met rotskiezelogen,  
    b {^porfieromanen} [ ]Ga naar margenoot+
    b [Cementomanen] [ ]
    b {^P[orfieromanen]} [ ]
    d Bergwandbewoners [ ]
  T-D3   |   |

[pagina 693]
[p. 693]


illustratie
[842] ‘Chrysoliet’, M1 (collectie nlmd)


[pagina 694]
[p. 694]


illustratie

2 M1 a edele stenen in hun bruin gezicht,    
    b als edelstenen [ ]  
    b gezet in   hun porfier van [hun] [gezicht,]
    b [ ] [h]et [   ]
  T-D3   |         |

3 M1 a kijken tot aan het einde van het licht  
    d [ ],
  T-D3   | |

4 M1 a [ ◦   ]
    b en worden d
    b [     ] in geen dagreizen bedrogen  
    b dat in de valleien staat gebogen.
    b [ ] ver [in de valleien staat gebogen.]
    b [ ] {over}   [     ]
    b dagreizen ver de wereld ingebogen.
  T-D3   |           |  

4/5 M1-D3   [strofewit]

5 M1-D3   Binnen hun bergen, groot en onbewogen,

6 M1-D3   doen zij hun wezen voor geen diepte dicht.

7 M1   Vleugels vermoed ik in het evenwicht ,
  T-D3   | |◦

8 M1-D3   waarmee zij klimmen naar het hemelhoge.

8/9 M1-D3   [strofewit]

9 M1 I a Onder de loupe van hun kristallen blikGa naar margenoot+
  III d Wij houden stil en vragen naar de weg.  
  T-D3   | |

10 M1 I a staat onze auto als een raderdier.Ga naar margenoot+
  III d [Onder de loupe van hun kristallen blik]Ga naar margenoot+  
  T-D3   | |

11 M1 I a ik open het portier, wil de weg vragen
  II c de ene tunnel uit de ander in
  III d [staat onze auto als een raderdier.]Ga naar margenoot+  
  T-D3   | |

11/12 M1 I a [strofewit?]  
  II c [geen strofewit]
  III d [strofewit]  
  T-D3   | |

[pagina 695]
[p. 695]


illustratie

12 M1 I a maar hoor niet wat ik zeg met harde slagen
  II c alsof   wij zijn gevangen in een schrik    
    c [ ] [w]e [   ]
  III d Ik hoor heel in de verte wat ik zeg.
  T-D3   |       |  

13 M1 I a slaat al mijn bloed tegen [breekt af]
  II c die ons do[?]  
    c [ ] niet meer ontkomen doet van hier  
  III d Ik ben een vreemdeling. Een vreugdeschrik
  T-D3   |     |
      [Onder M1 I a, r. 13 noteerde Achterberg een losse aantekening: chrysoliet-goudsteen; M1 I/II, r. 11-13 zijn elk in één keer (respectievelijk in fase c en d) doorgehaald]

14 M1 III d slaat door mij heen: hoe kwam ik ooit tot hier?  
  T-D3   | |

Commentaar

1Dit gedicht is geïnspireerd op de Franse reis die Achterberg en zijn vrouw samen met het echtpaar Ter Kuile hebben gemaakt in april 1949. Volgens Chetty ter Kuyle is de directe aanleiding een ontmoeting met Franse werklieden ‘in een hele smalle kloof in de bergen. Links en rechts waren de rotswanden opgeblazen met dynamiet om kalk te winnen. De zijkanten van de weg lagen bezaaid met brokstukken die naar beneden waren gekomen. Daartussen liepen de arbeiders, helemaal wit van het kalkstof. Ze hadden een soort juten zakken over het hoofd waarin alleen voor de ogen ruimte was uitgespaard.
Het was een weg waar normaal niemand kwam, vandaar dat wij nogal wat bekijks trokken toen we met onze Ford met Nederlandse nummerplaat over die weg kwamen aanrijden. De werklieden hielden meteen op en kwamen op de auto toelopen en omsingelden ons, want zoiets hadden ze nog nooit gezien. Zelfs de mannen die tegen de bergwanden aan het werk waren, kwamen naar beneden om te kijken wie daar nu wel de pas binnen kwamen rijden.’ Zie verder § 36.1.
2Gezien de tekstuele overeenkomsten met [829] ‘Vercors’ is het waarschijnlijk dat beide gedichten in dezelfde tijd (tussen april en september 1949) zijn geschreven. De voltooiing van dit gedicht (met name M1, fase d) heeft wellicht later plaatsgevonden: pas in mei 1950 stuurde Achterberg het in bij De gids (zie noot 3).
3Op 7 mei 1950 stuurde Achterberg dit gedicht en [843] ‘Jeanne d'Arc’ aan Jaap Romijn, ter aanvulling van de twee gedichten die nog bij De gids lagen. Zie [826] ‘Parhelium’, noot 1 en verder § 36.3.4.

margenoot+
[? door porfieromanen]
margenoot+
[← [829] M1 c, 11]
margenoot+
[← [829] M1 c, 11]
margenoot+
[= M1 I a, 9]
margenoot+
[= M1 I a, 10]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken