Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 3b. Apparaat (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 3b. Apparaat
Afbeelding van Gedichten. Deel 3b. ApparaatToon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 3b. Apparaat

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.46 MB)

Scans (30.82 MB)

ebook (25.16 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeur

P.G. de Bruijn



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 3b. Apparaat

(2000)–Gerrit Achterberg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1206]
[p. 1206]

[994] Watersnood

Overlevering

M1 Eerste manuscript D1, H-95.
M2 Tweede manuscript D1, H-96.
M3 Typoscript, kopij T, H-103.
M4 Tweede typoscript, kopij D1, H-97.
M5 Derde typoscript D1, collectie Ministerie van ok&w, H-102.
M6 Manuscript, in brief aan M. Rutten, 16 december 1956.
T De gids 120.1 (januari 1957), p. 8.
P1 Eerste proef D1, H-107.
P2 Tweede proef D1, H-108.
D1 Spel van de wilde jacht, p. 43.
M7 Manuscript, in brief aan J.B.W. Polak, 21 oktober 1957.
M8 Kopij D2, H-112.
D2 Cryptogamen 4, p. 205.
M9 Kopij D3, H-122.
D3 Verzamelde gedichten, p. 896.

Datering

Vóór 30 november 1956

Leestekst

M2 b

Ontwikkelingsgang

In M1 (zie de afbeelding op p. 1208) schreef Achterberg van dit gedicht eerst r. 1-6. In dit gedeelte bracht hij veranderingen aan, waarbij hij twee nieuwe regels invoegde op de plaats van r. 5-6; deze verschoven naar de positie van r. 7-8 (M1 II). Vervolgens schreef Achterberg enkele aanzetten voor het sextet, die in de synopsis afzonderlijk gepresenteerd worden: M1 II, r. (9)-(10), M1 III, r. (9)-(10) en M1 IV, r. (9)-(11). De laatste aanzet bleef onvolledig; waarschijnlijk heeft Achterberg onder deze regels eerst een alternatief voor r. 1-2 genoteerd (M1 V) en pas daarna het sextet voltooid, waarbij hij r. (13)-(14) uit ruimtegebrek onder M1 V, r. 1-2 noteerde (M1 VI/VII).

De tekstontwikkeling van M2-D3 (met name de plaats van M3 en T) is enigszins problematisch, zoals blijkt uit de varianten in r. 3, r. 4 en r. 7. In de synopsis wordt de feitelijke chronologie van de bronnen aangehouden. Zie verder de commentaar.

Varianten en correcties

M1 a-j potlood

M2 a-b potlood, c bl ballpoint (aangebracht ná M4)

M3 a typemachine, b br inkt (in onbekende hand)



illustratie

Titel M1 a [ontbreekt]  
    j Watersnood  
  M2-D3   | |

[pagina 1207]
[p. 1207]


illustratie

Opdracht M1-2   [ontbreekt]
  M3 a | |
    b Voor Ed. Hoornik
  M4-6   [ontbreekt]
  T   Voor Ed. Hoornik
  P1-D3   [ontbreekt]

1 M1 I a Als standbeelden van Zadkine stonden daar  
  V g {Beelden van Zadkine stonden moeders daar}  
    h [Beelden van Zadkine stonden moeders daar]  
  M2-D3   | |

2 M1 I a moeders hun   kinderen omhoog te beuren    
    b [ ] zuigeling [   ]
  V g {hun baby [x]}
    g [moeders hun zuigeling omhoog te beuren]
    g {[hun] [bab]ies boven water uit te beuren.}Ga naar margenoot+  
    h [babies boven] de springvloed [ ]Ga naar margenoot+
  M2-D3   |         |
      [? door M1 V, r. 1-2, vervolgens geschrapt]

3 M1 a zonen   hun          
    a [ ] zagen hun   vaders medesleuren   .
    c [     ] {ouders} [   ]Ga naar margenoot+
    c [     ] [vaders] [   ]
  M2-4   Zonen   |       |◦  
  M5   |           |;  
  M6-T   |           |◦  
  P1-D3   |           |;  

4 M1 a ze   werden voor hun handen al te zwaar
    b ze   vielen
    b [ ] {ont[vielen] aan hun handen, log en zwaar}
    c wat wordt een vader   in je handen zwaar     .  
    c [         ] {voor} [       ]Ga naar margenoot+
    c [     ] {ouder}   [in] [       ]Ga naar margenoot+
    c [     ] [ouder]   [       ];  
    c - [wat wordt een ouder in je handen zwaar] -
  M2 a |                 |    
    b [ ];      
  M3-4   |                 |    
  M5   ◦ |               |    
  M6   - |               |    
  T   | | -      
  P1-D3   ◦ | |;      

[pagina 1208]
[p. 1208]


illustratie
[994] ‘Watersnood’, M1 (collectie nlmd)


[pagina 1209]
[p. 1209]


illustratie

4/5 M1 a [strofewit?]
  M2-D3   [geen strofewit]

5 M1 I a Een kind   liep om haar dode pop te zeuren  
    b [ ] zat [ ]
  II c de schuren van de boerderijen scheuren
    c [       ].
  M2-D1   |       |

6 M1 I a en was het   even later zelf nog maar.Ga naar margenoot+  
    b [   ] {in een oogwenk} [     ]Ga naar margenoot+
    b [   ] ogenbliklijk [     ]
  II c en ook de   muren vielen in elkaar.
    c E[n] [   ] daken [   ]    
    d Ratten en mensen klommen door elkaar.
  M2-D3   |               |  
      [M1 II, r. 5-6 werden omcirkeld en met een pijl ingevoegd]

7 M1 II d [Een kind zat om haar   dode pop te zeuren]Ga naar margenoot+  
  M2   | | stenen | |
  M3   | | dode | |
  M4   | | stenen | |
  M2 c [ ] dode [ ]
  M5-6   |       |
  T   [ ] stenen [ ]
  P1-D3   | | dode | |

8 M1 II d [en was het ogenbliklijk zelf nog maar.]Ga naar margenoot+  
  M2-D3   | |

8/9 M1 II d [strofewit]
  M2-D3   | |
      M1 II, r. (9)-(10):

(9) M1 II d Het vee stond onder water in de stal,Ga naar margenoot+

(10) M1 II d loeide luguber   [   ◦ ] daarboven  
    d [ ] naar de   baas[?] [ ]
    d [     ] [b]oer   [ ]
    d {tussen de staken,} [breekt af]    
      [M1 II, r. (9)-(10) werden tezamen doorgehaald]
      M1 III, r. (9)-(10):          

(9) M1 III e Het water steeg tegen het vee omhoog

[pagina 1210]
[p. 1210]


illustratie

(10) M1 III e dat niet meer weg kon van tussen de staken
      e niemand kon het losmaken uit de stakenGa naar margenoot+
        [M1 III, r. (9)-(10) werden tezamen doorgehaald]
        M1 IV, r. (9)-(11):

(9) M1 IV f Het water steeg tegen het vee, de koppenGa naar margenoot+

(10) M1 IV f loeiden luguber [ ◦ ]

(10/11) M1 IV f [strofewit?]

(11) M1 IV f [ ◦ ] hun balgen dreven bovenGa naar margenoot+
        M1 VI/VII-D3, r. 9-14:

9 M1 VI h [Het water steeg tegen het vee] omhoog.Ga naar margenoot+  
  M2-D3   | |

10 M1 VI h   De koppen groeiden van geluid en doodGa naar margenoot+    
      i [   ].Ga naar margenoot+  
  M2-D3     |     |

10/11 M1 VI h [strofewit?]
  M2-D3   [geen strofewit]

11 M1 VI h het wurgde zich,   [hun balgen   dreven boven]Ga naar margenoot+
    h [ ] {de} [ ] {kwamen} [   ]
    i H[et] [wurgde zich ,] de balg ondersteboven.
  M2-D3   |   |; |         |  
      [? door M1 VI, r. 11 de en hun;? door kwamen en dreven]

12 M1 VI h kippen   vlogen als sneeuw de golven overGa naar margenoot+  
      i K[ippen] [   ]Ga naar margenoot+
  M2-D3     |     |.

12/13 M1 VII h [strofewit]  
  M2-D3   | |

13 M1 VII h Padvinders vonden later,   wild en droog,  
    i [ ] {hee[x]} [ ]
    i [ ] {vals} [ ]
    i [ ] [vals] [ ]
  M2-D3   |       |
      [? door M1 VIII, r. 13 later, vervolgens geschrapt;? door hee[x] en wild;? door vals]

14 M1 VII h katten in bomen , een   trompet, een brood.  
    i [ ]; [ ] portret[,] [ ]
  M2-D3   |           |

[pagina 1211]
[p. 1211]

Commentaar

1Wellicht is dit gedicht ontstaan in 1953, gezien de referenties aan de Februariramp en aan het beeld De verwoeste stad van O. Zadkine (1890-1967), dat in 1953 te Rotterdam werd geplaatst en op 15 mei van dat jaar werd onthuld (vgl. § 47.1).
2Wanneer Achterberg dit gedicht heeft gestuurd naar De gids is niet bekend. Later werd het afzonderlijke kopijtyposcript (M3) gevoegd bij de elf gedichten die Achterberg rond 14 december 1956 naar De gids zond. Het was de bedoeling om deze twaalf gedichten in de januari-aflevering op te nemen, zij het dat [994] ‘Watersnood’ een afzonderlijke plaats zou krijgen. Uiteindelijk is ook hier van afgezien (zie [966] ‘Nebo’, noot 2). Gezien de tekstverschillen tussen de kopij en de tijdschriftpublicatie (T) is er een proef geweest, waar Achterberg veranderingen op heeft aangebracht. Deze proef is niet overgeleverd. Zie verder ook § 47.10.1 en § 47.11.
3Over de opdracht van dit gedicht aan Ed. Hoornik (in M3 en T) zijn geen gegevens bekend. Vanaf het begin van hun vriendschap deelden Achterberg en Hoornik hun belangstelling voor het motief verdrinkingsdood (vgl. [339] ‘De verdronkenen’). De directe aanleiding vormt wellicht Hoorniks toneelstuk Het water, waarvoor hij in november 1956 de Mr. H.G. van der Vies-prijs ontving (vgl. ook noot 6).
4Op 13 augustus 1956 vroeg M. Rutten Achterberg om enkele gedichten voor De Vlaamse gids, waarvan één in handschrift ‘voor mijn collectie’. Op 16 december stuurde Achterberg de gevraagde bijdrage, ‘onder bijvoeging van “Waters-nood” in hs, dat elders verschijnt’. Het is opvallend dat het nethandschrift (M6) op twee plaatsen (r. 3 en r. 4) afwijkt van M7, dat dateert van 14 december 1956.
5Op 21 oktober 1957 stuurde Achterberg M7 aan J.B.W. Polak, die via Dolf Verspoor om een handschrift voor zijn privécollectie gevraagd had.
6Dit gedicht is ook opgenomen in het programmaboekje van Ed. Hoornik, Het water. Toneelspel in drie bedrijven, dat op 26 oktober 1957 in de Stadsschouwburg te Amsterdam in première ging. De titel van het gedicht werd voor de gelegenheid veranderd in ‘Het water’, de tekst is verder identiek aan D1.
7Paul Rodenko heeft in verband met zijn artikel ‘Spiegel van de wilde jacht’ (zie § 47.16.1) met Achterberg gesproken over de plaats en functie van dit gedicht in Spel van de wilde jacht, waarop door verschillende critici kritiek was geuit. Achterberg wees hem ‘op de samenhang tussen het woordje “staan” in de laatste regel van het voorgaande gedicht (“Horeb”, blz. 39) en het woordje “stonden” in de eerste regel van “Watersnood”. [...] In beide gevallen, vervolgde Achterberg, is er sprake van een staan (een tot-stilstand-gekomen-zijn) tegenover de wet, de onverbiddelijke wet die God de mensen oplegt.’ (P. Rodenko, ‘Spiegel van de wilde jacht’, p. 717.) Zie ook [993] ‘Horeb’, noot 2.
8Dit gedicht is vertaald in het Italiaans door G. van Woudenberg.

margenoot+
[? door boven]
margenoot+
[? geschrapt]
margenoot+
[? door ouders en vaders]
margenoot+
[? door voor]
margenoot+
[? door ouder en vader]
margenoot+
[? door later]
margenoot+
[? voor in een oogwenk]
margenoot+
[= M1 I, 5]
margenoot+
[= M1 1, 6]
margenoot+
[? door stond]
margenoot+
[? na de regel]
margenoot+
[? door koppen]
margenoot+
[? door boven]
margenoot+
[= M1 IV, (9)]
margenoot+
[? door geluid]
margenoot+
[? geschrapt]
margenoot+
[= M1 IV, (11)]
margenoot+
[? na de regel]
margenoot+
[? geschrapt]

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken