Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Meidroom (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Meidroom
Afbeelding van MeidroomToon afbeelding van titelpagina van Meidroom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

Scans (3.21 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Meidroom

(1912)–C.S. Adama van Scheltema–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Derde tooneel

Mei, geheel op het linker-achterplan gekomen, verdwijnt even tusschen het gewas; - dadelijk daarop snort een groote meikever, met het koor van DE KINDERS zoemend en trippelend daarachter, in een wijden boog naar het rechter-voorplan. - De jongetjes (als anemonen) in één kleur, gedempt groen, met een kring van zes witte bloembladen om het hoofd (dubbeltallen, waarvan de bovenste los zijn); de meisjes (als madelieven) in één kleur, licht-groen, met een kring van ongeveer twintig witte (enkele rozige) bloemblaadjes om het hoofd (waarbij eenige losse).
 
DE KINDERS
zingend en trippelend achter den meikever
 
Hoe zoemen
 
Wij bloemen
 
Van hommel en bij!
 
Wij wuiven, wij stuiven,
 
Wij groeien en bloeien
 
Met Mei!
 
Met Mei!
 
Met Mei!
Met de laatste woorden bewegen zij telkens hun hoofdjes heen en weer.
 
Wat snorren
 
Die torren
 
En kevers zoo blij!
[pagina 13]
[p. 13]
 
Zij glanzen, zij dansen
 
De dagen, en dragen
 
Den Mei!
 
Den Mei!
 
Den Mei!
Als boven.
De vleugels van den kever gaan open, waaruit Mei te voorschijn stapt; - door zijn stafje aangeraakt, snort de kever rechts naar boven weg. - Mei wendt zich tot den man en de vrouw, van wie de laatste, iets oprijzend, zich op de rechterhand steunt, terwijl beiden verwonderd toezien.
 
MEI
op de kinders wijzend, zingend
 
Zie mijn geleide -!
 
Van heel de blijde
 
Bloeiende weide
 
Breng ik u beiden
 
Dien blonden pluk!
Onderwijl gaan de kinders in een kring hand in hand om den heuvel.
 
Voor u ontplooien
 
Zij al hun mooie
 
Harten en strooien
 
Om u te tooien
 
Hun bonten smuk!
Onderwijl plukken de kinders bloembladen uit hun hoofdkrans en strooien die voor den man en de vrouw.
 
Beeld van uw leven,
 
Droombeeld gebleven -
 
Doch dat u even
 
Een geur mocht geven
 
Van liefde en geluk!
[pagina 14]
[p. 14]
Onderwijl knielen de kinders in een halven kring vóór den man en de vrouw, van wie de eerste zich nu ook, op de rechterhand steunend, opheft en de laatste tot zittende houding rijst. Na Mei's woorden groeit een lichte muziek, op welke de kinders vóór den heuvel dansen. Uit den dans ontwikkelt zich dan een wijde zingende kring om den heuvel, die telkens nauwer wordt, tot zij bij het derde couplet aan den heuvel rusten.
 
DE KINDERS
zingende om den heuvel
 
Wij geuren
 
En beuren
 
Ons hoofdje u bij!
 
Ons hoedde, ons voedde
 
Met luchtjes en zuchtjes
 
De wei!
 
De wei!
 
De wei!
Met de laatste woorden bewegen zij hun hoofdje en de als kelken daarnaast opgeheven open handjes heen en weer, van het eene beentje op het andere stappend.
 
En haast er
 
En blaast er
 
Het windje nabij -
 
Daar draaien en waaien
 
We als blaadjes en zaadjes
 
Voorbij!
 
Voorbij!
 
Voorbij!
Met de laatste woorden bewegen zij hun hoofdje en de handjes ter hoogte van middel en borst heen en weer, en gaan met droomdronken stapjes.
[pagina 15]
[p. 15]
 
Gaat zachtjes
 
Met lachjes
 
Ons hoofdje op zij -
 
Dan: - zwijgende - neigende
 
Komen wij droomen
 
Van Mei!
 
Van Mei!
 
Van Mei!
Met het laatste couplet hebben zij zich in dichten halven kring tegen den heuvel gevlijd; - zij bewegen nog hun hoofdjes en neerhangende handjes zacht heen en weer, terwijl zij bij de laatste regels in slaap buigen, naast en boven elkaar, zoodat het schijnt alsof de heuvel bebloeid is. - Mei dekt hen met zijn stafje te ruste en gaat langzaam naar het gewas rechts. - De man rijst droomerig uit zijn half liggende houding naast de vrouw; - met een arm om elkanders middel en met de hoofden tegen elkaars schouder geleund, zien zij voor zich uit.
 
DE MAN
 
't Is of mijn hart zich weder heugt
 
Die eerst' ontroerde lentedagen
 
En ademt in de blijde vlagen
 
Van eene bloembedolven jeugd.
 
DE VROUW
 
't Is of mijn oogen mijne jeugd
 
En al de sterren wederzagen
 
Boven de bloesemende hagen
 
Aan alle wegen mijner vreugd!
Zij maakt haar arm los en ziet rond naar Mei, die op het linker-achterplan gekomen is, terwijl hij de jongeren wekt.
[pagina 16]
[p. 16]
 
Maar zie hoe Mei door 't groene gras
 
Het hooger wazend hout al nadert,
 
En uit het glanzend jong gebladert'
 
Den bloei wekt van een nieuw gewas!
 
DE MAN en DE VROUW
oprijzend en staande uitziende, zingend
 
Zie! zie hoe Mei een versche vracht
 
Van groene levens gaat bestijgen -
 
En uit een wolk van witte twijgen
 
Ons zegevierend tegenlacht!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken