Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roman van Heinric en Margriete van Limborch (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roman van Heinric en Margriete van Limborch
Afbeelding van Roman van Heinric en Margriete van LimborchToon afbeelding van titelpagina van Roman van Heinric en Margriete van Limborch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.64 MB)

Scans (28.63 MB)

ebook (4.60 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Editeur

Th. Meesters



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roman van Heinric en Margriete van Limborch

(1951)–Hein van Aken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina LXI]
[p. LXI]

Wijze van uitgave

Omdat deze editie ook bedoeld is voor belangstellenden buiten de kring der vakgeleerden, hebben wij bij de wijze van uitgeven daarmee rekening gehouden. Wij richtten ons daarbij ongeveer naar de gedragslijn die Willem de Vreese volgde bij zijn uitgave van Die eerste Bliscap van Maria,'s-Gravenhage, 1931, blz. XXXI, XXXII.

De tekst is nauwkeurig naar het hs. afgedrukt, met inachtneming van het volgende:

1.Het onderscheid tussen korte en lange s is opgeheven, en i en j, u en v zijn gebruikt volgens de thans vigerende spelling. In zake de y en ij hebben we ons strikt aan het hs. gehouden. Het boogje dat soms boven de y staat is weggelaten. Zoals men op de reproductie van fol. 1a. 1b. kan zien (Afb. V.) heeft de anlaut meestal v: volmechticheiden, volkomelich, van, volmaken, verre, vele, varen, vroemste, vant, vergessen, vroeder, vonden; de inlaut u: tzwyuelt, dauid, süuer, süüerlich, bouen, ouer, loeuen, ouentz, lieuer, leuen, met uitzondering van: dryveldicheiden, gelouve, revieren.
2.Eigennamen, en verder alle woorden die er mede gelijk staan, zijn voorzien van een hoofdletter. In de regel gebruikt het hs. bij de eigennamen géén hoofdletter; en waar dat wel het geval is, wordt het in de noten aangegeven. De versregels beginnen meestal met een hoofdletter; en waar dat niet zo is, wordt de kleine letter afgedrukt, ook al staat die aan het begin van een zin. Wanneer het hs. hoofdletters heeft op een plaats waar wij die niet verwachten, zijn ze gehandhaafd. Boek I, 41, Coenheit. De handschrijver schijnt voorliefde te hebben voor de hoofdletters E en C.
3.De tekst is door ons geïnterpungeerd. Het hs. heeft geen enkel leesteken. Wij hebben het begin van een zin door een hoofdletter aangegeven, behoudens in het zo juist aangegeven geval. De directe rede wordt voorafgegaan door dubbelpunt en is tussen aanhalingstekens geplaatst.
4.De verkortingen zijn opgelost. Ze zijn geheel traditioneel en geven geen aanleiding tot opmerkingen.
5.Woorddelen die in het hs. gescheiden staan, maar die volgens het tegenwoordig gebruik aaneengeschreven worden, zijn door een streepje verbonden; Thegen-werdich, Boek I, 5, is dus niet verbonden in het hs. Woorden die in het hs. aaneengeschreven zijn, maar die tegenwoordig los naast elkaar staan, worden door een schuin streepje gescheiden; int/lant, Boek I, 60, is dus in het hs. verbonden. De enclitica zijn intact gelaten.
6.Alle door ons aangebrachte veranderingen in de lezing van het hs. zijn cursief gedrukt en staan tussen rechte haakjes. Zinnen, woorden of letters, waarvan wij menen dat ze geëlimineerd moeten worden, zijn gewoon gedrukt maar tussen rechte haakjes geplaatst. Toevoegingen in het hs. van een secunda manus zijn uit de tekst verwijderd en naar de aantekeningen overgebracht. Die verwijderde gedeelten zijn vervangen door punten, eveneens tussen rechte haakjes geplaatst.
7.In onze editie geeft iedere pagina weer wat zich op het corresponderend gedeelte van de folio van het hs. bevindt. De kolommen, aangeduid door a.b.c.d., zijn intact gelaten. Door het in rood afdrukken der initialen overeenkomstig het origineel, ook wat betreft hun grootte, krijgt men enigszins een indruk van het hs. Het Tekstgedeelte is niet gepagineerd, maar gefolieerd overeenkomstig het hs.
[pagina LXII]
[p. LXII]
8.De verzen zijn geteld en aan de kant om de vijf genummerd.
9.Alle eigenaardigheden van het hs.: rasuren en verbeteringen van de kopiïst, aanvullingen en alles wat kan dienen tot beter begrip van de tekst, staan in de aantekeningen vermeld.
10.Woorden die door hun eigenaardige dialectische vorm niet onmiddellijk herkenbaar zijn, worden, als ze de eerste keer voorkomen, gesignaleerd en in het kort verklaard.
11.De diakritische tekens die men vindt boven u en a zijn overeenkomstig het hs. aangebracht. De juiste vorm konden we in de druk niet laten uitkomen. Voor een nauwkeurige bestudering zal men het hs. zelf of onze fotocopieën moeten raadplegen.

Boven de betreffende u's staan twee puntjes verticaal (suuer, Boek I, 23, nu, Boek I, 29) of schuin boven elkaar (süüerlich, Boek I, 63), in welk laatste geval het bovenste puntje nu eens rechts, dan weer links staat. Ook komt het wel eens voor dat er maar één puntje staat. In dat geval drukken wij toch twee horizontale punten af. Wanneer de puntjes boven een u staan, die door ons als v wordt afgedrukt, staat dat in de noten vermeld.

Boven de betreffende a's staan meestal twee gebogen streep-puntjes (uter-måten, Boek I, 65, na, Boek I, 73, 75), die soms de vorm van een a-tje of een o-tje hebben. De u in woorden als wůyss (Boek I, 74), grůyn (Boek I, 80), ungehůre (Boek I, 123) is behandeld als de a.

Wat deze diakritische tekens betreft, gedraagt ons hs. zich als verschillende andere Blankenheimse hss. die wij raadpleegden.

 

*

 

Tot slot rest ons nog een hartelijk woord van dank aan al degenen wier hulp wij bij de voorbereiding en de totstandkoming van deze uitgave zo welwillend mochten ondervinden. Allen op te noemen is niet wel doenlijk maar niet onvermeld mogen wij laten: directie en personeel van het Stadtarchiv te Aken, de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage, het Historisches Archiv en de Universitätsbibliothek te Keulen, de Universiteitsbibliotheek te Leiden en wel speciaal de Handschriftenafdeling, het Rijks- en Stadsarchief te Maastricht, de Universiteitsbibliotheek te Nijmegen en de Bibliothèque Nationale te Parijs. Ook het bestuur van De Stichting ‘Onze Oude Letteren’ menen wij onze erkentelijkheid niet te mogen onthouden.

Met name gaat onze dank uit naar wijlen Prof. Jac. van Ginneken, die ons het onderwerp van dit proefschrift aanwees. Na diens overlijden in het najaar van 1945 is Prof. Gerard Brom zo goed geweest de leiding van deze dissertatie op zich te nemen. Daarvoor zijn wij ook hem onze oprechte dank verschuldigd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken