Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roman van Heinric en Margriete van Limborch (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roman van Heinric en Margriete van Limborch
Afbeelding van Roman van Heinric en Margriete van LimborchToon afbeelding van titelpagina van Roman van Heinric en Margriete van Limborch

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.64 MB)

Scans (28.63 MB)

ebook (4.60 MB)

XML (1.35 MB)

tekstbestand






Editeur

Th. Meesters



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roman van Heinric en Margriete van Limborch

(1951)–Hein van Aken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige

Boek XII

11moder-alleyn, A al moeder ene.
16luidt in A:
Dat hi mi wten wege iet toghe.
18Na 18 heeft A:
U, die siit waerheit, gheric sere,
Dat ic van u niet en kere;
38Na 38 heeft A:
Omdat mi te swaer si,
61Na 61 heeft A:
Die sterke porten asselgieren
66veste, bet. gracht, uitgegraven grond.
Fol. 136c, 136d. Uitg. V.d.B. 75-138.
95nyet achter verslagen toegev. Verwijzingstekens achter Dat en vóór nyet.
124die onse dar ghein, A onse engiene Uit de kop van de g van ghein komt een naar achteren gericht haaltje, waarvan we niet weten of het een verschrijving dan wel een afkortingsteken is voor -er.
135tot en met 176 ontbr. in A.
138onsen, lees: mijnen.
Fol. 137a, 137b. Uitg. V.d.B. 139-147.
154versteit nä, bet. luistert naar (Verdam IX kol. 3).
163lester. Misschien is bedoeld: lefter, d.i. linker. Er staat een lange s.
183-184ontbr. in A.
187Na 187 heeft A:
Daert hem gevisert was doe.
Her Demophon ende sine scare
Toech beneden oppenbare
Daarna gaat A door met vs. 188 en 189, waarna volgt 282 vlgg.
190tot en met 281 ontbr. in A.
190conestavels, Vgl. 406, stavelie; 709, 734, 753, constavelie; 757 constavel.
209ort, bet. spits, punt. Vgl. 463, 532, 902.
213ginnart, d.i. gintwaert, bet. ginder.
225teicken, d.i. strijdleus, wapenkreet.
227smetten, meervoud van smette = smete, d.i. slag of stoot met een wapen.
Fol. 137c, 137d. Uitg. V.d.B. 153-190.
246boven. Misschien is bedoeld: bevinc.
260leyde, Is dit een equivalent van het tussenwerpsel leider met de bet. helaas? (Verdam IV kol. 334)
270Boeven, hs. Boeuen, op de u 2 puntjes.
271uss-woet, bet. te voorschijn kwam. Vgl. V 394.
276Vgl. VII 1111, IX 612.
298luidt in A:
Dat vleesch an tspere hinc,
299wenck, bet. zijwaartse beweging. Vgl. Verdam IX kol. 2152.
312ave, hs. aue, op de u 2 puntjes.
315luidt in A:
Dore den scilt, ende warpen neder
320tot en met 329 ontbr. in A.
Fol. 138a, 138b. Uitg. V.d.B. 191-266.
334luidt in A:
Ende voerden hare olifante
336tzijen, d.i. 10.
[pagina 37]
[p. 37]
337luidt in A:
Te vorhoefde tenen male.
Bet. ‘voorhoede of front van een leger’; óf is hier de bet. ‘naast elkander’? (Verdam IX kol. 1000 en 1001 Aanm.)
343luidt in A:
Ende daer na ghingen alle die,
351-352luiden in A:
Want si te verre onder hem
Waren ende te neder vele,
356voer, lees: durch; ma[s]iere, hs. maniere, Vgl. XI 1574.
371die tande, die cande (?), A de cante
389Na 389 heeft A:
Nu seiden si tusschen hem tween,
400luidt in A:
Ende toech in sinen engiene.
Fol. 138c, 138d. Uitg. V.d.B. 267-324.
411tot en met 424 ontbr. in A.
421gemacht, Verdam emendeert: gemaet. (Verdam IV kol. 433)
427sijne, A Sarrasine.
443hon, A hare litse, bet. verschansingen, verschanste legerplaats, ook het strijdperk zelf.
449tot en met 456 ontbr. in A.
452avent, hs. auent, op de u 2 puntjes.
473tot en met 476 ontbr. in A.
Fol. 139a, 139b. Uitg. V.d.B. 325-389.
512volloven, hs. vollouen, op de u 2 puntjes.
513tot en met 522 ontbr. in A.
526gededen, A ghefenen; ww. gefinen, bet. eindigen, ophouden. Vgl. XI 1671 B nye en gescheyn, A niet ghefeen,
532Ironische uitdrukking: hij wijdde de punt van zijn zwaard (Verdam IV kol. 371). Vgl. 901.
533-534ontbr. in A.
539her-komen, A vermontert.
540sloen, hs. sloein.
541Echites, voluit met kleine letter.
545jongeli[nc], hs. jongeliche.
546der coninc, A hiis ontginc.
547-548ontbr. in A.
552schende, A scrincke; Vgl. VI 2509 B schende, A scrincke.
567vrouwe, A vrome.
Fol. 139c, 139d. Uitg. V.d.B. 390-458.
583verlempt, A verminct.
591achtersoen, A acotoen, bet. wambuis.
599sij en weyss wie, lees: ich e.w.w.
619tot en met 630 ontbr. in A.
Fol. 140a, 140b. Uitg. V.d.B. 459-490.
661tot en met 698 ontbr. in A.
682-683Vgl. Meliboeus 2876, 2877:
Want hets een ghemeen spreken
Dat die meneghe de borghe breken. (F.A. Snellaert, Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan Boendale, Hein van Aken e.a., Brussel, 1869, blz. 103)
686al sijn sij, lees: als sij.
710coninc, A soudaen.
714haest, hoest (?)
719tot en met 728 ontbr. in A.
Fol. 140c, 140d. Uitg. V.d.B. 491-547.
735-736ontbr. in A.
743luidt in A:
Wi selense weren int wtriden.
749tot en met 767 ontbr. in A.
794Na 794 heeft A:
En werdet gehent, wats gesciet.’
Fol. 141a, 141b. Uitg. V.d.B. 548-608.
827algeyne, A alle ghemene
829wie sij doen, A twi siit doen,
836Echites, hs. .E.
837Na 837 heeft A:
Men ondede die porten houde,
849sorge, A bliscep.
850-851ontbr. in A.
851o[m]b, hs. onb.
856coninc, boven toegev.
862schoet, A stoet.
866verhüeff, A vermonterese.
868tot en met 885 ontbr. in A.
Fol. 141c, 141d. Uitg. V.d.B. 609-664.
887erkomen, A vermontert.
907up-gehaven, A vermontert.
916tot en met 939 ontbr. in A.
[pagina 38]
[p. 38]
917müysse [n], hs. müysser.
921Bet. 8 dagen voluit. Vgl. I 2337, VIII 769.
947Na 947 heeft A:
Maer die coninc Rioen, verstaet,
Verlossese alsiit hadde te quaet.
954Da[r], hs. Dat.
955da[r], hs. dat.
964luidt in A:
Hi waende, si onderlinge hadden gestreden.
Vgl. 1600 B Sonderlinge, A Onderlinge.
Fol. 142a, 142b. Uitg. V.d.B. 665-743.
981getten, A beseten (: gheweten).
996Dat, A Dien.
1017sade, boven toegev.
1025gerren. Er schijnt te moeten staan: geven. A. heeft enkel ghe. De rest ontbreekt.
1035Hem verstaen, d.i. bewustheid hebben, bij zijn verstand zijn. Vgl. 1046.
Fol. 142c, 142d. Uitg. V.d.B. 744-818.
1059wart, wort (?)
1062avent, hs. auent, op de u 2 puntjes.
1062tot en met 1065 ontbr. in A.
1066Want, A Ende.
1069he vernam, A ende vernam
1072Na 1072 heeft A:
Doe sach hi die keyserinne fijn,
1078Na 1078 heeft A:
Seide Demophon, die ridder fier,
1091vriesschen, ww. vreeschen, vreischen, d.i. vernemen (Verdam VIII kol. 1700). A vernamen.
1092erkomen, A becomen,
1115Demoph[o]n, hs. Demophan.
1118lone, A soene.
1120tot en met 1135 ontbr. in A.
Fol. 143a, 143b. Uitg. V.d.B. 819-858.
1142vür die hant, bet. van te voren, vooruit.
1144tot en met 1161 ontbr. in A.
1153toeffde. Vgl. aant. VI 2744.
1154-1155moeten omgewisseld worden.
1176-1177ontbr. in A.
1194tot en met 1203 ontbr. in A.
Fol. 143c, 143d. Uitg. V.d.B. 859-930.
1216Herhaling van 1213. In het hs. doorgeh. in rood en zwart.
1217-1218luiden in A:
Entie heren hievense (l. hieven) daer,
Die keyserinne ende Margriete, dats waer,
Een kint (ook een volwassene die gedoopt wordt) heffen, d.i. ten doop houden of heffen, als doopvader of doopmoeder (peet) staan over een dopeling (Verdam III kol. 245).
1217Is resden ook een verbastering van kerstenden? (Verdam III kol. 1388). Wellicht moet men lezen:
En die heren si chresden dar
Kristenen komt voor als ww.; mhd. kristenen, kristen; eng. to christ.
1256luidt in A:
Want ics mi sere betrouwe tu.
1259tot en met 1264 ontbr. in A.
1267Echites, hs. .E.
1275-1276ontbr. in A.
1280Na 1280 heeft A:
Ane u here, dat ghise hem gheven
Wout; vore alle die leven
1286tot en met 1292 ontbr. in A.
Fol. 144a, 144b. Uitg. V.d.B. 931-975.
1297Echites, hs. .E.
1301-1302in A in omgek. volgorde.
1303tot en met 1305 ontbr. in A.
1313tot en met 1316 ontbr. in A.
1329tot en met 1332 ontbr. in A.
1338Na 1338 heeft A:
Dien soudaen seiden si haer bodscap wale;
Doe anwerde die soudaen tien male;
Doe ondertroudise na dien sede;
Die heren ghingen alle mede.
1339tot en met 1352 ontbr. in A.
1347Na mi is een r uitger.
1354Heinrich, A Evax.
1357tot en met 1364 ontbr. in A.
Fol. 144c, 144d. Uitg. V.d.B. 976-1048.
1399-1400ontbr. in A.
1407tzu-gader, A te rade.
1425tot en met 1432 ontbr. in A.
[pagina 39]
[p. 39]
1426Echites, hs. .E.
1445-1446ontbr. in A.
1451-1452Vgl. III 433, 434.
Fol. 145a, 145b. Uitg. V.d.B. 1049-1110.
1483tot en met 1490 ontbr. in A.
1503tot en met 1508 ontbr. in A.
1516Wä, A Opdat.
1529tot en met 1536 ontbr. in A.
1535Boven Her staat een overbodig afkortingsteken voor -er.
Fol. 145c, 145d. Uitg. V.d.B. 1111-1177.
1538up ure ere, A selp u ere; Vgl. XI 1261 B up trouwe, A selp u trouwe.
1540hadt, A hebt; monen, A moyen. Vgl. IV 1372 (A moye); I 1472 müne (A moye).
1543luidt in A:
Dat ghi selve kinnet wel.’
1543Na 1543 heeft A:
‘Dat doe ik here, wat soudic el?
De betekenis van vs. 1539 tot en met 1543 ontgaat ons, en dus ook, wie ze eigenlijk zegt.
1544ontbr. in A.
1545-1546zijn in A samengevat in het vers:
Ic rade wel dat men die maget den coninc gheve
1579luidt in A:
Over meer dan over .II. jaer.’
1580-1581ontbr. in A.
1584tot en met 1587 ontbr. in A. Van den Bergh geeft die verzen niet op.
1587Echites, voluit niet kleine letter.
1600Vgl. 963.
1602tot en met 1607 ontbr. in A.
Fol. 146a, 146b. Uitg. V.d.B. 1178-1244.
1627W[ol]t, hs. Wat. Boven dit woord staat een afkortingsteken.
1634tot en met 1639 ontbr. in A.
1652-1653ontbr. in A.
1653Woe, Wae (?)
1658tot en met 1663 ontbr. in A.
1673s[a]t, a ontbreekt door een gaatje in het papier.
1678-1679ontbr. in A.
1682verstoit, versteit (?)
Fol. 146c, 146d. Uitg. V.d.B. 1245-1299.
1700-1701ontbr. in A.
1712[i]s, i ontbr. door een gaatje in het papier.
1713[e]ir, e ontbr. door een gaatje in het papier.
1715tro[u]wen, u ontbr. door een gaatje in het papier.
1718tot en met 1727 ontbr. in A.
1739Na 1739 heeft A:
Want alse die .XIIII. nacht waren uut
Dan volgt 1745.
1740tot en met 1744 ontbr. in A.
1750tot en met 1761 ontbr. in A.
1757Vreude. Vervorming van het niet begrepen yraude? Dit laatste woord komt zeer dikwijls voor in verbinding met menstrele. Zie Verdam III kol. 444, 445; Verdam IV kol. 1382-1385.
1765Tuschalven, A Tuscanen.
Fol. 147a, 147b. Uitg. V.d.B. 1301-1363.
1782Na 1782 heeft A:
Enten hertoge was laten verstaen
1789dat he, A datten.
1792Ende, A Alse.
1812-1813ontbr. in A.
1813was, achter groes toegev. met verwijzingsteken.
1821ontbr. in A.
1822-1823zijn in A in een vers samengevat.
1827mirackel, miraekel (?)
1835lande [wart]. Dit laatste woord ontbr. door een gat in het papier.
1835-1836ontbr. in A.
1849-1850ontbr. in A.
1853Na 1853 heeft A:
Hier willic van hem begheven
Ende miins ghedichts een ende maken.
God moet mi alle die saken
Vergheven, die ic tenegher stede
Iewerinx jeghen hem mesdede,
Ende moet mi in siin hemelrike
Met hem trecken euwelike,
Ende u allen met te samen.
Nu segt allegader amen. Amen.
Die dichten woude, nu volcht hier na
Hoe Rioen van Amasonia
Elionetten tenen wive nam,
[pagina 40]
[p. 40]
Ende hoe van Byhem die edel man
Ghecreech Pasca die vrouwe fiin,
Daer noch die Beyeren ave siin,
Ende Maurus die sine mede,
Daer hi vele pine omme dede
Ende met crachte ontfoerde den vader.
Nu late ons god allegader
Op erterike alsoe leven
Dat wi hem ene goede ziele gheven
Moeten eer wi sterven.
Nu segt amen anderwerven. Amen.
Nu es Heinriic die dit maecte,
Ende soe hi best conste geraecte,
Siere pinen af, soe es hi blide;
Die hi begonste in dien tide
Dat men screef ons heren jaer
.IIIIc., dat es waer,
.XX. men ende .XL. ghehent,
Alse men den daet gescreven vent
Van der geborten ons heren,
Die Maria drouch met eren,
.XVIII. hondert jaer ende .XVII.
God hoede ons van messciene!
Op sente Sebastiaens dach
Die doe op enen vridach gelach,
Wel omtrent te homestide.
Nu make god ons allen blide
Ende geve ons allen pays ende verde!
Nu segt amen, dat es terde.
Amen.
Voor de bovenstaande corrupte datering zie o.a.
Verdam II kol. 652.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken