Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vergaderzaal (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vergaderzaal
Afbeelding van De vergaderzaalToon afbeelding van titelpagina van De vergaderzaal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

Scans (7.01 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vergaderzaal

(1978)–A. Alberts–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

[8]

Het ziekenhuis had twee portiers en een van die twee wilde alleen maar in de nachtdienst, de dienst die in de winter om acht uur en in de zomer om zes uur was afgelopen.

's Zomers ging hij vrijwel elke ochtend vissen in het water tegenover het gebouw. Van zes tot een uur of tien, want daarna werd het op de toch nog altijd afgelegen dijk voor hem te druk. Maar tot dan toe zat hij tamelijk ongestoord op zijn stoeltje aan het stukje kade langs de Voorboezem. Hij zat er op een ochtend nog maar net toen hij in de verte langs de dijk een man zag lopen. Een man die zijn richting uitkwam. Die soms bleef stilstaan en een of allebei zijn armen in de lucht stak en dan weer liep, soms gewoon, maar meestal op een drafje. Hij kwam dichterbij, hij kwam steeds dichterbij en de portier haalde zijn hengel op en legde hem naast zich neer. Hij keek naar de man en hij kon dat blijven doen, want de man keek niet naar hem, maar naar het huis.

Een man in een lange, donkere jas die niet was dichtgeknoopt. Hij droeg geen hoed en zijn haar was grijs en het hing in korte slierten om zijn hoofd, alsof het natgeregend en daarna niet meer gekamd was. Hij stond stil, maar het leek net alsof hij nog liep en dat kwam waarschijnlijkk omdat hij telkens met zijn armen zwaaide.

Wat is er aan de hand? vroeg de portier. Wat heeft u?

[pagina 72]
[p. 72]

De man zei niets. Hij keek ook nu nog niet naar de portier, maar hij bewoog zijn armen niet meer. Hij hield ze kaarsrecht langs zijn lichaam en de portier zag hoe de handen zich openden en sloten.

Toen draaide de man zich een kwartslag om en liep naar het water. De portier wilde naar voren springen, maar de man was alweer blijven staan. Hij streek met zijn rechterhand door zijn haar en de portier wist zeker dat hij dat deed om zich iets te herinneren. Hij vroeg: Wat komt u hier doen?

Nu keek de man hem aan. Hij zei niets. Hij wees op het water en knikte een paar maal. Hij stak een hand in de binnenzak van zijn jas, maar hij haalde er niets uit.

Ik zou hem eigenlijk naar binnen moeten brengen, dacht de portier. Hij zei: Ga maar mee, dan gaan we een kopje koffie drinken. En hij wees op het gebouw.

De man zei: Huis.

Precies, zei de portier. Als u dan weer wat bent opgeknapt, gaat u naar huis. We brengen u wel naar huis.

Huis, zei de man, huis, huis, huis, huis, huis.

De portier pakte de man bij zijn linkerelleboog, terwijl hijzelf zijn linkerhand klaar hield om iets af te weren, een maaiende arm of zoiets. Er gebeurde niets. De man keek hem aan. Hij keek hem heel ernstig aan en hij zei: Voetje voor voetje.

Daar gaan we, zei de portier. Voetje voor voetje dan maar. Ze liepen met kleine stappen naar het ziekenhuis,

[pagina 73]
[p. 73]

maar toen ze op een meter of vijf van de ingang waren, bleef de man staan en zei: Poort.

Ja, zei de portier. Dit is de poort. Dit is de poort van het huis waar ik woon.

Geen poort, zei de man. Deur.

Ja hoor, zei de portier. Hier is de deur. En nu gaan we naar binnen.

De man keek de portier aan en knikte. Hij knikte nu heel bedaard en de portier kreeg het gevoel dat er iets heel vriendelijks tegen hem werd gedaan.

Ze gingen naar binnen en de portier zette de man in een stoel in de loge. Hij zei: Blijft u maar rustig zitten, dan ga ik even koffie halen.

Hij liep naar binnen, naar de kamer waar de hoofdzuster van de nacht moest zitten als ze er nog was. Ze was er nog en hij zei: Ik geloof dat ik hier een gek aan de poort heb.

Ze ging met hem mee.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken