Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlands displegtigheden. Eerste deel (1732)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlands displegtigheden. Eerste deel
Afbeelding van Nederlands displegtigheden. Eerste deelToon afbeelding van titelpagina van Nederlands displegtigheden. Eerste deel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.31 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/culturele antropologie-volkenkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlands displegtigheden. Eerste deel

(1732)–Cornelis van Alkemade, Pieter van der Schelling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 243]
[p. 243]

Kapittel XVII.

Kraammaalen. Kindermanstik. Kindermaalen. Begangenis-, of Kerkgangmaalen. Speenmaalen, en Keuren wegens de zelve.

Kraammaalen.

[1. By de Doop-maaltyden konnen gevoegd worden de Kraammaalen, Kindermaalen, en Kerkgangmaalen. Dat zekere maaltyden in de Nederlanden in 't gebruik zyn geweest, kort na dat de vrouw een kind ter weereld gebragt had, hoedanige eigentlyk Kraammaalen Ga naar voetnoot1schy-

[pagina 244]
[p. 244]

nen genaamd te zyn, blykt uit de oudste Keuren.

De Stad Leide heeft by Keure van den 23 Decemb. 1445 bevolen: Item, zoe en zel men voirtaan geen vrouwen, die in hoer kinderbedde sitten, opdrinken, noch versameninge van werschap Ga naar voetnoot* maken, tot genen tyden van den dage anders, dan die vader, die moeder, die zuster, of broeder, en die twee naaste bueren. Ende wie bruekig hier inne bevonden werde, die soude elks verbueren drie pont, en 3000m. stiens, te verwerken aan der Stede vesten, daar 't hem van de Poortmeesters Ga naar voetnoot2 zel gewyst worden, zonder imant

[pagina 245]
[p. 245]

te verdragen Ga naar voetnoot3: behoudelyk, dat een vrouwe, die van kinde bevalt, binnen twee uuren, na dat het kint gebooren is, een redelic, en hoesselyk Ga naar voetnoot4 KindermanstickGa naar voetnoot5 geven mag zonder verbueren, gemaakt van eyeren, butter, en kase, nu ouder gewoente; Wie anders deede, dat soude wesen op die boete, en peyne voorschreven.

In de oude MS. Keuren der Stad Brie-

[pagina 246]
[p. 246]

le, met de hand op Francyn geschreven, vind ik, aangaande de onkosten die men plagt te doen met kraammaalen, enz. geduurende dat de kraamvrouw in 't kinderbedde lag, aldus gekeurd, fol. 28.

Ende want men zonderlinge grote oncosten pleigt te doene binnen den tyde dat de vrouwe in kraam leit; So gebiet men, ende beveelt men van myns Heeren, ende der Steden wege: Dat voort an niement in geen craem, of kinderbedde eenige costen, oft wairscip houden, noch doen en zellen, dan van xii personen, binnen den tyde van 't kinderbedde gedurende, tot eenen reise, zonder meer.

De Keuren van Deventer zeggen: lib. 2. Kap. 77. Zoo en zal niemant, man, of vrouwe, of jonkvrouwe binnen zes weeken voor de kraam schenken, of eenige kost doen, dan die gevaderlingen, ende personen, die, alzoo als voorschreven is, totten kinde gebeeden zyn geweest, by den peyne van tien pont tot elker t yd.

En kap. 78. Vader, nog moeder des kindes, nog anders ymant en zal eenige persoon voor de kraam binnen ses weeken te gast bidden, tot elken tyd van elke persoon, by tien pont, enz.

[pagina 247]
[p. 247]

De oude MS Keuren der Stad Zwolle, in 't IIde boek Ga naar voetnoot6 Item, soe en zal men gene kost doen voer kramen, in enynigerleye wyes, nog middages, nog avondes, wanneer dat kint gekerstent ys, of dye wile dye vrouwe in de kraame licht, of wanneer sie toe kerke gaet, dat sy myt schenken, oft wynkoep voer den kraam te drinkene, of emants to gaste te noedighen, of myt eenyge ander vermantelinge; wtgezecht als men dat kind kerstent; ende wanneer die kraemvrouwe ter kerken gegaen ys, dat dan in den huese wal then ethen blyven moegen, xviii dye naeste vrouwen, ende niet meer. Ende dat vader, ende moeder, suster, ende broeder, ende soe na swager, myt des kindes peten wal eens hoer geld, Ga naar voetnoot7 enz.]

Kindermaalen.

ii. In deze, en de naaburige Landschappen was 't van ouds gebruikelyk, dat de buuren, niet min dan de bloedverwanten, malkanderen in leven, en sterven

[pagina 248]
[p. 248]

getrouwelyk bystonden, en in allen nood de behulpzaame hand aanboden.

In het sterven waaren de buuren verpligt de dooden te ontwaden, het graf te maken, de klok te luiden, en het lyk ter aarde te draagen, als breeder in onze Verhandeling van het Ceremonieel van de Begraafenissen gezegd is, waar toe wy ons gedragen.

In het leven, of liever, in de geboorte waaren de vrouwen van de buurt gewoon de kraamvrouw behulpzaam te zyn in de kinder-baaringe, en haar alle handreiking, hulp, en gemak toe te brengen.

In erkentenisse van welke gedaane diensten, en behulpzaamheden de kraamvrouw, uit het kinderbedde opgestaan zynde, aan de vrouwen van de buurt een vrolyken maaltyd gaf, dien ze een Kindermaal Ga naar voetnoot8

[pagina 249]
[p. 249]

geheten hebben: welke in den beginne met alle matigheid, en met weinig kosten, daar na boven vermogen, en buiten ordentelykheid gegeven wierd. Waar tegen eenige Wethouderen der Steden, en Heerlykheden, mede, zoo wel als tegen alle andere overdadige maaltyden, by uitdrukkelyke Keuren, en verbiedende Wetten voorzien hebben.

[pagina 250]
[p. 250]

Begangenis, of kraam-vrouwe kerkgangmaal.

iii. Gelyk de Oude Wetten, en Keuren de overdaadigheid in de maaltyden, ten tyde van het doopen der kinderen, en ontrent de Kraammaalen, verboden, zoo hebben ze ook gedaan ontrent de maaltyden, die gegeven wierden op 't doen van der kraamvrouwen kerkgang, [genaamd Begangenissen bl. 252.] waar van wy te dezer plaatse ook eenige zullen aanhalen.

Zoo heeft de Stad Haarlem, by de Oude Keuren van den jaare 1390. Art. 30. Item, zoe en zel gien vrouwe, die van kinde in de kerk gaet, mit hoer ten eeten hebben meer dan vier naaste buuren, ende die vroede vrouwe, ende die Amme Ga naar voetnoot9. Wair sy meer vrouwen ten eeten hadde, zoe verboerde zy zelve x schell. ende een duysent stiens Ga naar voetnoot*; ende zoe wat vrouwen daar meer quamen eten, die verboerden elks v schell., ende die 't aanbrengt zel hebben die helfte van den gelde voers.

[Zoo vind ik ook desaangaande gekeurd in het oude Keurboek der Stad Briele,

[pagina 251]
[p. 251]

met de hand op Francyn geschreven: f. 28. Ende als die craemvrauwe van haren kinde haer kerkganc doen zal, dat zal zy doen mit xii vrauwen tot haer, daer zy haer Maeltyt mede houden mag, als zy weer uit der kerke comt, indien haer dat gelieft, zonder eenigen cost meer deromme te doen: Wie anders deet, dan voors. is, dat was over elx persoon, die meer ware, tot elker reise ij pont Holl., half myn Heere, en half de Stede, rechtevoorts of te panden. Ende deze boete zal betalen de gene, die der of Hooftheffer is, ende niement anders.

De Oude MS. Keuren van de Stad Zwolle, 10. Boek. Art. 9. Item, soe wanneer ene vrouwe in kerken geet, soes al oir man zyn ganse maeltyd eten bynnen zyn huys, alsoe veer als hy toe huys is, ende hy en sal geene gasten meer bydden, dan voirs. is Ga naar voetnoot10. Wie dat verbreke, die verloere tegen dye Stad c schill. ende al dye gene, man, ofte vrouwe, dye myt hem eten buten zyn huys, die verboeren tegen dye Stat een pont. mogt men 's niet verwinnen, elc soldes hem afnemen myt zynre eenre hant.]

[pagina 252]
[p. 252]

In de Stad Deventer zyn dezen aangaande niet alleen Ga naar voetnoot11 Keuren gemaakt, maar zelfs de Schepenen met Eeden verbonden de zelve te onderhouden; want in die oude Keuren word uitdrukkelyk gezegd: Als die nieuwe Schepenen gekoren zyn, zoo sullen sy in horen Eed neemen, en den Raad in hore sekerheit relaas te houden, die ordonnantie van de Bruiloft, kinderbedde, en begangenisse, zoo als die ingezet is.

Speenmaalen.

iv. By alle deze Kinder-maaltyden mogen eindelyk in aanmerking komen de Speenmaalen, dat is, zoodanige Maaltyden, welke by sommige volken wel eer plegtiglyk gegeven wierden aan de naasten van

[pagina 253]
[p. 253]

den bloede, en geslachte, op dien tyd, wanneer de jonge kinderen gespeend wierden: Waar van men al in zeer vroege tyden vind een voorbeeld in den Aardsvader abraham, welke een zeer grooten Ga naar voetnoot12 maaltyd heeft laten toebereiden ten tyde van zynen zoon Isaaks speeninge, als in het breede gezien word Genes. XXI: 8.

[v. Sommigen meenen ook, met den Rabbyn David Kimchi, dat Hanna, de moeder Samuëls, na dat ze dezen haren zoon gespeend had, niet alleen den Heere offerande gedaan, maar ook een maaltyd bereid zou hebben, volgens 1 Sam. I: 24- Vide sis Menzozam. Quistorp. ad. h. l. Synops. Poli. Ravanell. Bibl. S. in ablactare, n. 3. Burman. In Gen. XXI: 8. &c. Hoewel het niet uitdrukkelyk staat in de voors. plaats, zoo word dit gevoelen by gevolg daar uit getrokken. Om dat naamelyk Anna gezegd word opwaarts gegaan te zyn, met haren gespeenden zoon, naa het

[pagina 254]
[p. 254]

huis des Heeren, met drie varren, enz. vers 24. en dat ze alleen eene varre slagte, en alzoo het kind bragt tot den Priester Eli, vers. 25. zoo word daar uit besloten, dat, eene, varre geslagt, en den Heere geofferd zynde, de andere twee gebruikt zyn om het Speenmaal te houden Quistorp. d.l.

Van dit gevoelen is onder anderen de Heer Clericus in 1 Sam. I: 24. zeggende: Apparatus hic fruit ad sacra fuit ad sacra facienda, & convivandum propter consecrationem pueri. Dat is: ‘Deze toestel diende om offerande te doen, en een maaltyd te houden, ter gelegenheid van de heiligende opdraginge des zoons.’

vi. Sommige bepalen den tyd, op welken deze maalen gehouden wierden, op anderhalf jaar. Moschion in gynaeciis. Anderen op de twee jaaren van het te speenen kind. Waar van breeder te zien is Vallesisus de Sacra Philosophia pag. 634. Sanctius in 1 Sam. I: 24.

vii. Met deze Speenmaalen schynen overeen gekomen te hebben de τιθηνιδὶα,

[pagina 255]
[p. 255]

of nutricalia, voedstermaaltyden, by die van Sparta eertyds in gebruik, wanneer ze ook eenige γαλαθηνοὺς ὀρθραγορίσκους, porcellos adhuc lactantes, speenvarkjes offerden, waar van Athenaeus spreekt. lib. 4.

viii. Dog de Tandmaaltyden, ὀδοντιάσεις, by de Grieken, en Fassanen, zoo ras de kinderen hunne tanden begonnen te krygen, in gebruik geweest zynde, waar van Leo Africanus beschryving doet, schynen in Nederland noit in gebruik te zyn geweest.

ix. En hoewel onder de Kristenen de Doop-, Kraam-, en Kerkgang - maalen in gebruik zyn gekomen, en plaats gehouden; zoo schynen deze Speenmaalen in de Nederlanden niet overgenomen te zyn geweest, en worden van de zelve by ons geen voorbeeldne, nog eenig gewag in de oude Gedenkschriften, Wetten, of Keuren, gevonden.]

voetnoot1
I. Hoe de Kraammaalen al in gebruik zyn geweest by de Grieken, en Romeinen, is te zien by Stuckius ant. conv. l. 1. c. 16.
II. De zelve Schryver zegt, dat 'er ook hy de Duitsers verscheide puerperalia convivia, of kraammaalen zyn in trein gebragt, en zoodanig genaamd geweest. Te weten:
1. Een op den dag, waar op de kraamvrouw verlost was, gegeven aan die vrouwen, die de behulpzaame hand geboden hadden.
2. Een als het kind gedoopt wierd.
3. Een, 3 of 4 weken na de kraam, aan buuren, en nabestaande vrouwen, op welken dag de commeters, of die het kind ten doop geheven hadden, gewoon waren de pillegiften te schenken. Hoedanigen maaltyd de Fransen le convive de relevage, of ook convive des commeres, d.i. Kraamvrouws herstellings-maal, of Peten-maal plagten te noemen.
III. Welker eerste, en laatste soort van maalen by ons veelal onder den naam van Kraammaalen, en Kindermaalen, en welker tweede soort onder den naam van Doopmaalen schynen te zyn begrepen. Van welke Kindermaalen in 't vervolg afzonderlyk word gesproken. §11. bl. 246.
voetnoot*
Waardschap, gastmaal
voetnoot2
Burgemeesters
voetnoot3
Zonder daar over met iemant verdrag te maken.
voetnoot4
Heuselyk, dat uit beleefdheid, erkentenisse, en dankbaarheid word gegeven.
voetnoot5
Kindermanstick. Dit luid ten eersten aanhooren wat vreemd, en strydig. Mogelyk dat het wil beteekenen Kindermaalstuk, dat is, volgens het oud gebruik, zekere eyerkoek, of struif, ten kindermaal. Of zouw het niet wel konnen genomen worden voor Kindermaanstuk, dat is een koek, genoemd naar de gedaante van de maan, maanstuk, of maankoek; en wel kindermaanstuk, om dat die ter gelegenheid van de geboorte van het kind gegeven werd. Dat diergelyke rond, of halfmaans wyze gevormde koeken in gebruik, en, naar de maan, maankoeken, en zelfs maanen genaamd zyn geweest, daar van kan het leste blyken uit Kiliaan, die zegt: Maene is wegghe, libum lunatum. Het zy dan dat men 'er verstaa zekere taerten, of koeken, van gedaante als eene volle; het zy halve maan: in welke laatste beteekenis het voors. woord lunatum meest voort komt.
voetnoot6
Deze oudste Keuren van Zwolle, hier aangetogen, zyn met de hand geschreven op Francyn, hier meer gemeld, en onder ons berustende.
voetnoot7
Het overige ontbreekt hier in ons Francyne Handschrift.

voetnoot8
I. Een kindermaal was eigentlyk een gastmaal, dat gegeven wierd ter gelegenheid, dat 'er een kind gebooren was. Zoo beschryft het Kiliaan, volgende daar in Adrianus Junius: Epulae, quae editis in lucem liberis adornantur.
Stuckius beweerd uit Ausonius, en anderen, dat de Romeinen ook deze maalen in gebruik gehad, en onder andere beteekenissen met het woord Repotia te kennen gegeven hebben. Ant. conv. lib. 1. c. 16. p. 46.
II. En dus genomen, zouden de Kindermaalen van de Kraammaalen niet verschillen, dan in de benaamingen. Ten minsten, men schynt in laater tyden het een voor het andere genomen, en gebruikt te hebben.
III. Dat men in deze Kindermaalen de maat in het getal der gasten, en anderszins scheen te buiten gegaan te hebben, blykt uit verscheide Keuren; en daar onder die van Rhynland, van den 12 Juli 1575, te kennen gevende, dat men op kindermaaltyden niet meer dan 12 personen, vrinden, of vremden, behalven het huisgezin, mogt onthaalen; ten zy met toestemming van den Officier van de plaats. Zie hier bl. 194. A. § iv.
Als ook die van den Lande van Putten, van den jaare 1587, bepalende de gasten op een Kindermaaltyd tot 20 toe, behalven het huisgezin, op een boete van 3 pond. Zie hier bl. 196. A. § vi.

voetnoot9
Voedster, minne.
voetnoot*
Zie hier § 1. bl. 244.
voetnoot10
Hier schynt gezien te worden op het voorgaande Art. 6. van de zelve oude MS Keuren van Zwol, en 't getal, daar genoemd, en bepaald aldus: Soe moeten wal met hem teren twelf die naesten.
voetnoot11
Deze Keur zelfs is te zien in 't MS. Keurboek der Stad Deventer fol. 30, 31. luidende aldus: Als de vrouwe harer kinders te kerke gaat, zoo en sal se ook geen vrouwe, ofte jonkvrouwe in of uit met haar bidden gaan, noch kost doen, meer dan 12 personen, by de penen voors. lib. 2. c. 75.
Iets diergelyks vind men in het Landregt van Overyssel.MS. in 4to. m. f. 14.

voetnoot12
Zie over dezen maaltyd Calvinas in Gen. XXI: 8. Goeree Mosais. Hist. I. D. bl. 336. enz.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken