Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 15 Novembris 1553.

So Johan Geerts Jurgen Knokehouwer dorch anhalinghe buten der stadtsjurisdictie nedergeslagen ende darvoer den lantrechte ende dat bloet versoent hefft ende niettemin oeck der stadt in broke na den boecke²⁾ vervallen was, ghelijcken offte dat feyt in der stadt gescheet weer, hefft daeromme B. ende R. mit Johan voersz. angaende der stadtsbroecke int genende boeck geseen ende hem de halve broecke quijt gescholden, waervoer Johan voersz. borghe stellen sall³⁾.

2) Cf. Bernhard Reisman: Das Strafrecht der Stadt Groningen im Mittelalter, Inaugural Dissertation Münster i.W. 1928.

3) Art. CV van het stadboek (uitgave Telting) is hier blijkbaar toegepast.
Van het stadrecht (stadboek) van Groningen zijn drie codificaties. De oudste is uitgegeven door A. Telting in de Werken Oud Vaderl. Recht I nr. 9, 1887, de tweede door J. de Rhoer in P.E.I.P. dl. V, 1887. Zij zijn uit het begin der 15e eeuw. De tweede wordt in de tijd van Alting gebruikt. Daarnaast is een gecorrigeerd stadrecht van c. 1550, dat ontwerp gebleven is. Zie R.P. Cleveringa Pzn., Revisie en beroep, blz. 179-189 en 341-395, waar dit stadrecht gedrukt is.