Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Vrijdach 1en Junii 1554.Een breeff van mijn heere van Arembarghe mit inghelachter supplicatie van den van Overijssell angaende de toll, als van een stuver van iider peert ende den hundersten penninck van alle kremerie. Claes Gheerdes contra heer Johan, prior ter MunteGa naar voetnoot2), ende Tammo Hebelens ende Menno Redmers, als vulmachtigen derghenen ende tsamentlyeken, welcke | |
[pagina 16]
| |
sick hebben antekenen laten, um hem na dat compromiss to laten berichten etc.; kennen B. ende R. den voergen doem, mit der beredinghe daerup gegaen, in der macht. |
|