Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Dynxsdach den 13 Augusti 1555.Hans Kruese van Hamborch verloevet, dat he sijnen botter sall moegen weder up sijnen erbiedinghe van gelt edder borge voer schaden ende onkosten entfangen, dat welcke van den Franchoysen genomen ende geranzoent gewest, noemptlick 2 schepen myt botter ende kese geladen, geranssoent up 700 daler. Den olderman in bevell gedaen, he myt eenen van den gyldtrechtslueden bes an den Delffzijll up der koepluden kosten solde reysen ende alle de goederen laten beschrijven ende daerna raedt......Ga naar voetnoota). | |
[pagina 39]
| |
Claes Baeck van der Elborch, tromslager bij Panszer gewest ende over twee jaer mede bij den oesterschen slachGa naar voetnoot1) ende nu woenachtich tusschen de beyden Oesterpoerten, daer sijn vrouwe tappet ende he sus anders geen bedrijff hefft, ys den klufftmesteren upgelecht, se van hem vorderden, he beschijn ende certificatie edders passeboerdt voerbrengen sall binnen sekeren bestemmeden tijdt. De olderman sich beclaget, woe he de 2 schepen, Aerent Visscher thobehoerende, bij der keersen upgeslagen, dan dat geen koper ghevonden sij, begheerde daerumme de rentemester etzlyke penningen up deselve schepe solde verscheten etc. Tselve ys offgeslagen umme consequentie to vormijden. |
|